Gemeente Amsterdam weigerde belasting Bos en Lommerplein bewoners te betalen.
De bewoners van het Bos en Lommerplein hoeven geen belasting te betalen overaanwijsbare kosten die voortvloeiden uit de ontruiming. Over de daggeldvergoeding die de bewoners ontvingen moeten zij wel belasting betalen.De gemeente Amsterdam wilde deze belasting niet op zich nemen.
Zo zouden de bewoners niet zelf belasting hoeven te betalen. In juni 2007 is echter gebleken dat de gemeente geen gebruik wenste te maken van dit aanbod, zodat de bewoners wél zelf met de fiscale gevolgen worden geconfronteerd. De gemeente was op het moment van deze beslissing dus al geruime tijd op de hoogte van deze fiscale gevolgen. Dit blijkt uit antwoorden van staatssecretaris de Jager (Financiën) op Kamervragen van Irrgang en Jansen over de belastingheffingen op onkostenvergoedingen Bos en Lommerplein.
Uit de antwoorden blijkt ook dat de bewoners van het Bos en Lommerplein geen belasting hoeven te betalen over aanwijsbare kosten die voortvloeiden uit de ontruiming, zoals kosten voor hotel, huur inrichting en energie. Naast deze vergoeding kregen de bewoners van de gemeente Amsterdam ook een daggeldvergoeding. Hier stonden echter geen aanwijsbare kosten tegenover. De gemeente betaalde deze daggeldvergoeding (van twintig euro per dag per volwassene en tien euro per dag per kind) over de periode 11 juli 2006 tot en met 30 september 2006.
Nu de gemeente Amsterdam geen gebruik maakt van het aanbod voor de lumpsumheffing moet de Belastingdienst deze daggeldvergoedingen op grond van de Wet IB 2001 tot het inkomen van de bewoners rekenen.