Fiscale consequenties prostitutiebranche verder in kaart gebracht
De Belastingdienst heeft de fiscale consequenties van de prostitutiebranche verder in kaart gebracht. Sinds een aantal jaren is de Belastingdienst bezig om deze branche meer compliant te maken voor de belastingheffing.
Raamexploitanten worden dit jaar gecontroleerd op de afdracht van omzetbelasting, het voeren (en bewaren) van de administratie en het uitreiken van een juiste factuur aan de prostituees door de raamexploitanten. De Belastingdienst beschouwt de activiteiten niet langer als verhuur van een onroerende zaak, maar als het gelegenheid geven tot prostitutie oftewel een dienst, belast tegen het normale tarief. De branche is geruime tijd geleden op de hoogte gesteld van de ingangsdatum 1 januari 2008.
Voor de exploitanten van overige relaxbedrijven (o.a. de seksclubs, de massagesalons, de privéhuizen, sauna's en escortbureaus) is de Belastingdienst gestart met een informatietraject. Dit traject is vooral gericht op de verduidelijking van de arbeidspositie van de prostituees. Het uitgangspunt is dat er sprake is van loondienst. Slechts als een exploitant akkoord gaat met een totaal pakket aan voorwaarden zullen Belastingdienst en UWV niet uitgaan van loondienst. Het voorwaardenpakket is tot stand gekomen in nauw overleg met branchevertegenwoordigers van zowel exploitanten als prostituees.
Met de verscherpte aandacht verwacht de Belastingdienst meer transparantie en traceerbaarheid in deze sectoren. Samen met beter inzicht in de arbeidsverhoudingen, dragen de activiteiten bij aan het terugdringen van misstanden in de branche en het beschermen van de positie van de prostituees. Gemeenten, politie, Belastingdienst en UWV schenken in 2008 bovendien actief aandacht aan het illegale deel van de prostitutiebranche.