Afschrijving kassen
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA ‘S-GRAVENHAGE
Ons kenmerk: DB 2007-282 U
Geachte voorzitter,
Op 3 oktober 2006 heeft de Tweede Kamer bij de stemmingen over het inmiddels tot wet verheven voorstel Wet werken aan winst, een amendement aangenomen waarin geregeld wordt dat de beperking van de afschrijving op gebouwen niet geldt voor kassen1. Door kassen niet aan te merken als gebouw kan op kassen afgeschreven worden tot de restwaarde.
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel heeft de toenmalige minister zijn zorg uitgesproken over de staatssteunaspecten van het amendement. Deze zorg is niet onterecht geweest. Recent heeft een informeel gesprek plaatsgevonden met de Europese Commissie over de mogelijkheden van goedkeuring van deze maatregel op basis van de staatssteunregelgeving. In het gesprek is duidelijk geworden dat de uitzondering voor kassen in de huidige vorm niet zal worden goedgekeurd en daarmee ongeoorloofde (verboden) staatssteun is. Mocht Nederland deze maatregel formeel ter goedkeuring voorleggen aan de Europese Commissie, dan zal de Commissie na een lange onderzoeksperiode een negatieve beschikking wijzen. Indien Nederland na het verschijnen van een negatieve beschikking de afschrijving van kassen tot de restwaarde toch zou invoeren, leidt dat tot het verplicht terugvorderen van de verboden staatssteun met alle gevolgen van dien. Verder is in het informele gesprek duidelijk geworden dat ook een overgangsmaatregel op grond waarvan kassen volgens het oude systeem kunnen worden afgeschreven, als verboden staatssteun wordt aangemerkt.
De afschrijving tot restwaarde voor groenlabelkassen waarbij gebruik gemaakt wordt van de VAMIL-regeling kan naar alle waarschijnlijkheid wel worden gerealiseerd door de VAMIL-regeling opnieuw ter goedkeuring aan de Europese Commissie voor te leggen. Het betreft hier namelijk een intensivering van reeds goedgekeurde staatssteun. Het ministerie van LNV bereidt momenteel deze aanmelding voor.
Nu uitvoering van het amendement niet kansrijk lijkt, stel ik voor met uw Kamer te overleggen over mogelijke alternatieven. Vooruitlopend daarop merk ik op dat hiervoor vanaf 2010 € 22 miljoen structureel beschikbaar is uit het budget van € 75 miljoen dat in het kader van de Wet werken aan winst beschikbaar is gesteld voor specifieke compensatie van de landbouwsector. Een te nadrukkelijk op de glastuinbouwsector gerichte maatregel blijft echter riskant vanuit een oogpunt van staatssteun. Tegen die achtergrond verdient het mijns inziens de voorkeur het vrijgevallen bedrag, na overleg met de minister van LNV, in te zetten voor een intensivering van een bestaande maatregel die geen staatssteun is of reeds is goedgekeurd door de Europese Commissie, zoals bijvoorbeeld de MIA.
De staatssecretaris van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager
1: Kamerstukken II, 2006/07, 30 572, nr.21