Brief over het rapport van de Algemene Rekenkamer


Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Datum: 7 december 2009

Betreft: Nadere informatie ABN AMRO / Fortis Bank Nederland

Ons kenmerk: BFI/2009/614

Geachte voorzitter,

Op 3 december j.l. heeft de Algemene Rekenkamer (Rekenkamer) op uw verzoek een rapport uitgebracht getiteld:Verkoop onderdelen ABN AMRO als EC remedy

Naar aanleiding van dit rapport is er mijns inziens verwarring ontstaan ten aanzien van de verliezen die mogelijk geleden worden onder de credit umbrella die is afgesproken in het principeakkoord met Deutsche Bank. Met deze brief wil ik de onduidelijkheid die er mogelijk bestaat wegnemen.

Credit umbrella

Onderdeel van het principeakkoord met Deutsche Bank vormt een credit umbrella die ABN AMRO afgeeft, dat wil zeggen een garantie voor eventuele kredietverliezen. In de brief van 19 november j.l. (BFI/2009/497m) wordt uitgelegd hoe hieraan vorm is gegeven.

Het ministerie is uitgegaan van een base case scenario berekend door ABN AMRO. Dit base case scenario is zeer conservatief. Hierbij is aangenomen dat er geen economisch herstel zal optreden gedurende de looptijd van de portefeuille (gedurende ongeveer 30 jaar) en dat het niet meer in eigen beheer hebben van de portefeuille negatief bijdraagt aan de verwachte verliezen.

Het ministerie heeft afgelopen zomer Citibank een analyse laten uitvoeren van de verwachte verliezen onder de credit umbrella. Dit is in eerste instantie gedaan omdat er sprake van was dat de Staat mogelijk de credit umbrella zou afdekken door een contragarantie aan ABN AMRO. Vanwege de prijsstelling van een dergelijk instrument is het gebruikelijk om uit te gaan van de meest conservatieve scenario's. De analyse van Citibank is gehanteerd als een worst case scenario.

Citibank en ABN AMRO gebruiken ieder verschillende parameters voor de berekeningen:

  • De kans op faillissement van een lening (parameter A) is in zowel de ABN AMRO berekening (gebruikt als base case) als in de Citibank berekening (gebruikt als worst case) ingeschat op gemiddeld 20% (gedurende de gehele looptijd van de portefeuille)

  • ABN AMRO gaat hierbij uit van geen economisch herstel gedurende de gehele looptijd van de portefeuille.

  • Citibank heeft de kredietkwaliteit van alle leningen in de portefeuille naar beneden bijgesteld in het licht van het huidige economische klimaat.

  • Het verschil tussen de berekening van ABN AMRO en Citibank zit met name in de verwachting omtrent het gedeelte van een lening in faillissement dat niet kan worden teruggewonnen (parameter B); Dat wil zeggen het verlies op een lening na uitwinning van onderpand en zekerheden.

  • Experts van ABN AMRO schatten parameter B in op gemiddeld 17% (gedurende de gehele looptijd van de portefeuille).

  • Deze inschatting is op basis van eigen historische informatie over de prestatie van de portefeuille.

  • Citibank schat parameter B in op gemiddeld 35% (gedurende de gehele looptijd van de portefeuille).

  • Deze inschatting is op basis van externe (Moody’s) historische informatie.

Uiteindelijk was een contragarantie door de Staat niet nodig. Voor de berekening van het transactieresultaat van de EC remedy deal is het ministerie daarom uitgegaan van de 'best estimate'. Voor deze ‘best estimate’ is aansluiting gezocht bij het conservatieve scenario van ABN AMRO. Deze ‘best estimate vormt tevens de basis voor het transactieresultaat dat ABN AMRO in zijn boeken opneemt, in openbare berichten publiceert en dat onderhevig is aan externe accountantscontrole.

Het lijkt erop dat de Rekenkamer in haar rapport bij de bepaling van de maximale verwachte kredietverliezen die leiden tot een transactieresultaat van euro1,6 mrd negatief, geen rekening heeft gehouden met 4 belangrijke punten:

  1. Belastingeffecten

In het principeakkoord tussen ABN AMRO en Deutsche Bank is overeengekomen dat de verwachte kredietverliezen na belasting in rekening worden gebracht bij ABN AMRO.

  1. De risicodeling tussen ABN AMRO en Deutsche Bank

Er is een risicodeling afgesproken van 75%/25%. Dit betekent dat 25% van de verliezen onder de credit umbrella voor rekening van Deutsche Bank komen en dus niet voor rekening van ABN AMRO.

  1. De netto contante waarde van de verliezen

De verwachte kredietverliezen over de looptijd van de credit umbrella dienen op overdrachtsdatum op basis van netto contante waarde te worden bepaald. Het is gebruikelijk de economische impact van de transactie op basis van netto contante waarde te berekenen. Dit is ook in lijn met de IFRS-verslaggevingsregels die van toepassing zijn op ABN AMRO.

  1. Reeds voorziene leningen (leningen met een kredietvoorziening)

De Rekenkamer heeft de reeds voorziene leningen niet in aanmerking genomen. Deze reeds voorziene leningen vallen ook voor 75% onder de dekking van de credit umbrella.

Op basis van bovenstaande vier uitgangspunten komt het ministerie (met als uitgangspunt schattingen van Citibank) op een transactieresultaat van euro1,31 mrd negatief. Deze euro1,31 mrd negatief is een netto contante waarde, na belasting en na verwerking van de overeengekomen risicodeling en reeds voorziene leningen. Het bedrag van euro1,6 mrd negatief dat de Rekenkamer noemt bestaat uit de nominale waarde van de cumulatieve jaarlijkse verliezen (en dus geen netto contante waarde berekening), is berekend voor belastingen en bij voorbijgaan aan de overeengekomen risicodeling en reeds voorziene leningen. Als de schatting van de Rekenkamer van euro1,6 mrd negatief zou worden gecorrigeerd op bovenstaande punten zou deze dus uitkomen op euro1,31 mrd negatief.

Voor een gedetailleerde uitleg over de totstandkoming van de verwachte verliezen in alle scenario’s verwijs ik u naar de vertrouwelijke bijlage bij deze brief.

In het rapport van de Rekenkamer is de reactie van de minister op het rapport weergegeven. Uit het nawoord van de Rekenkamer blijkt dat de Rekenkamer geen van de opmerkingen heeft betrokken in haar eindrapport. Dat is teleurstellend, met name ten aanzien van het transactieresultaat ben ik van mening dat in de Kamerbrief van 19 november de juiste informatie aan de Kamer is verstrekt. Daarnaast zijn er ook gevoeligheden rondom deze deal die positief kunnen uitvallen, die niet in aanmerking zijn genomen. De Rekenkamer maakt bijvoorbeeld in haar rapport geen melding van de mogelijkheid dat de verliezen onder de credit umbrella ook positiever kunnen uitvallen, zoals is berekend door ABN AMRO in het best case scenario en zoals aan de Rekenkamer verstrekt. Dat scenario gaat uit van een economische herstel na 2010, iets wat gezien de laatste ontwikkelingen zeker niet onwaarschijnlijk is. In dit best case scenario zal het maximaal aangepast transactieresultaat euro0,94 mrd negatief zijn op de overdrachtsdatum.

Ten slotte wil ik nog opmerken dat zelfs in het zwarte scenario dat de Rekenkamer schetst, de voordelen van integratie nog steeds opwegen tegen de kosten van de EC-remedy deal. Het nettoresultaat blijft nog altijd positief. Indien deze deal niet wordt gesloten, wordt er weliswaar geen boekverlies geleden, maar komen de kredietverliezen voor 100% voor rekening van ABN AMRO en worden er geen synergievoordelen gerealiseerd.

Ik hoop u hiermee volledig te hebben geïnformeerd over deze onderwerpen.

De minister van Financiën,

Wouter Bos