Speciale afdeling onhandelbare jeugdigen in jeugdinrichtingen gehandhaafd
De speciale afdeling voor jongeren die niet te hanteren zijn en nauwelijks kunnen functioneren op een reguliere afdeling in een justitiële jeugdinrichting (JJI) krijgt een structurele plaats binnen de JJI’s. Dat schrijft staatssecretaris Albayrak van Justitie aan de Tweede Kamer naar aanleiding van een evaluatieonderzoek.
In 2008 is in een tweetal justitiële jeugdinrichtingen, Den Hey-Acker in Breda en De Sprengen in Zutphen, een Individuele Traject Afdeling (ITA) ingericht. De ITA is bedoeld voor een beperkt aantal jeugdigen dat dusdanig storend gedrag vertoond dat het pedagogische klimaat binnen de reguliere groepen in de JJI’s ernstig wordt verstoord. Het gaat om jongeren met een ernstige persoonlijkheidsproblematiek die tot uiting komt in autoriteits- en agressieproblemen, een beperkte gewetensontwikkeling, een hoog recidivegevaar, manipulatief gedrag en een zeer lage behandelmotivatie. Het betreft jaarlijks ongeveer 25 jongeren. Op de ITA krijgen deze jeugdigen een individueel behandelprogramma, waarbij zij minder in groepen verblijven en minder groepsactiviteiten krijgen aangeboden. Er zijn daardoor minder impulsen die kunnen leiden tot ongewenst gedrag.
Onderzoeksbureau PI Research heeft in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC) van het ministerie van Justitie onderzoek gedaan naar het functioneren van de ITA in de Den Hey-Acker en De Sprengen. De onderzoekers constateren dat de ITA een goed alternatief kan zijn voor een reguliere behandelafdeling en dat de opzet grotendeels voldoet aan Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen. Wel oordelen zij dat de verschillen tussen beide inrichtingen te groot zijn om nu al over de ITA te spreken. Er kunnen nog niet goed uitspraken worden gedaan over de ontwikkeling van incidenten, personeelsverloop en personeelsverzuim, vanwege andere factoren die hierop van invloed kunnen zijn. Daarnaast is de instroom achtergebleven bij de verwachtingen. Ook stellen de onderzoekers dat niet alle medewerkers de benodigde trainingen hebben gehad en dat de informatievoorziening aan medewerkers en jeugdigen niet altijd in overeenstemming was met hun verwachtingen over de ITA. De onderzoekers adviseren om een effectonderzoek te houden op het moment dat het ITA-concept is uitgekristalliseerd.
Staatssecretaris Albayrak is van oordeel dat de ITA voorziet in behoefte en wil de ITA daarom een strcuturele plaats geven in de JJI’s. Daarnaast conculdeert zij op basis van het onderzoek dat verbeteringen mogelijk zijn, onder andere wat betreft de harmonisatie van werkafspraken- en processen in beide ITA’s en de training en begeleiding van het personeel. Het is de bedoeling dat in 2011 opnieuw een evaluatieonderzoek wordt uitgevoerd.