Reclassering gaat strenger toezien op naleving voorwaarden
De reclasseringsorganisaties gaan strenger toezien op de naleving van bijzondere voorwaarden die de rechter oplegt aan veroordeelden. Zo wordt altijd het Openbaar Ministerie (OM) ingeschakeld als de voorwaarden worden overtreden. Het OM kan vervolgens de rechter vragen om (gedeeltelijke) tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf of om aanscherping van de voorwaarden. Daarnaast gaan de reclasseringsorganisaties ook intensiever toezicht houden. Gemiddeld stijgt het aantal uren voor toezicht met 33 procent. Dit staat een in brief over het nieuwe reclasseringstoezicht die staatssecretaris Albayrak en minister Hirsch Ballin van Justitie vandaag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd.
Het nieuwe reclasseringstoezicht bestaat uit drie landelijk geldende toezichtniveaus. Veroordeelden worden, afhankelijk van de kans op overtreding van voorwaarden en de daarbij optredende schade, ingedeeld in één van deze drie toezichtniveaus. Hoe groter het risico van overtreding, hoe intensiever de aard en intensiteit van het toezicht. Justitiabelen waarvoor een strikte controle noodzakelijk is, worden intensiever gevolgd, zodat signalen van terugval en dreigende recidive tijdig worden gesignaleerd en er direct kan worden ingegrepen. Het indelen van veroordeelden in een van de drie toezichtniveaus moet zorgen voor een landelijk gestandaardiseerd reclasseringstoezicht.
Het reclasseringstoezicht is een combinatie van begeleiding en controle. Door middel van begeleiding wordt de veroordeelde gestimuleerd zich te houden aan de bijzondere voorwaarde. Naast de standaard meldplicht wordt ook door middel van alcohol- of drugscontroles, een huis- of werkplekbezoek gecontroleerd of men zich houdt aan de bijzondere voorwaarde. Bij overtreding van de bijzondere voorwaarde volgt een snelle en passende reactie.
Het nieuwe reclasseringstoezicht sluit aan bij de persoongerichte aanpak waarmee de bewindslieden de recidive willen terugdringen. Plegers van herhalingscriminaliteit zijn in Nederland verantwoordelijk voor een groot deel van de criminaliteit. Het is daarom van belang dat criminelen ervan weerhouden worden opnieuw de fout in te gaan. Korte vrijheidsstraffen blijken echter niet altijd effectief in de bestrijding van criminaliteit. Daarom stimuleren de bewindslieden voorwaardelijke straffen met een proeftijd waarin wordt gewerkt aan gedragsverandering. Dit gebeurt door zogenoemde ‘bijzondere voorwaarden’ in het vonnis op te nemen. Voorbeelden van zo’n bijzondere voorwaarde zijn een gebiedsverbod, een alcoholverbod of het volgen van een behandeling. Werken aan gedragsverandering ter voorkoming van herhalingscriminaliteit moet geschieden onder strikt toezicht.