Kwaliteitsonderzoek School voor Politiekunde Apeldoorn
De centrale vraag in het toezichtkader is of het verzorgde onderwijs inclusief de periode van werkend leren van voldoende kwaliteit is. Aangezien de locatie eerder in 2006 en in 2007 is onderzocht en daarbij een aantal knelpunten is geconstateerd, is daarbij van belang vast te stellen of er maatregelen zijn doorgevoerd om tot verbetering te komen en of nu de specifieke tekortkomingen zijn opgeheven.
De bevindingen overziend moet de Inspectie OOV concluderen dat, hoewel er op bepaalde aspecten verbetering is geconstateerd, op veel punten weinig tot geen vooruitgang is geboekt. Waardering heeft de Inspectie onder andere voor het aanbieden van een verkort opleidingstraject voor de groep hoger gekwalificeerde studenten, de ontwikkeling van nieuw voorlichtingsmateriaal, de aanstelling van de leerprocesbegeleiders en de aandacht voor de studenten in de korpsen. Minder positief is de Inspectie OOV over het feit dat veel van de eerder gesignaleerde knelpunten in onderhavig onderzoek niet blijken te zijn opgelost.