NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 2
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de Nederlandse militaire missie in Afghanistan
VRAAG
Meneer Balkenende, vandaag een uniek feit in de ministerraad. Er is een motie van de VVD voorgelezen. De VVD is het spuugzat dat ministers elkaar tegenspreken over Uruzgan. Dat is wel een beetje vreemd he?
BALKENENDE
Ja dat is bijzonder. Dat komt niet wekelijks voor. Daar heeft u gelijk in. Minister Van Middelkoop die heeft gister bij zijn begrotingsbespreking toegezegd dat hij deze motie zou gaan voorlezen. Althans hij was er zelf niet bij, hij was bij de NAVO, maar staatssecretaris De Vries heeft dat op een keurige manier gedaan.
VRAAG
Nou kan je ook zeggen het is wel een beetje pijnlijk dat u de steun van de oppositie nodig heeft om de orde in het kippenhok te houden.
BALKENENDE
Ach, ik zit er ontspannen in. Het is een motie van de oppositie. U weet dat krijgt dan een bepaalde klankkleur en nu begrijp ik het ook wel, want er is ook een aantal opmerkingen gemaakt deze week door bewindslieden. Maar als je nu gewoon eens precies bekijkt wat de bewindslieden hebben gezegd, is dat eigenlijk weinig nieuws. Het zat eigenlijk binnen de kaders die we als kabinet hebben vastgesteld. In die zin is er niets bijzonders gebeurd.
VRAAG
De VVD heeft zich er wel aan geërgerd. U doet daar wat licht over. In september was dezelfde discussie en toen was er ook zoveel irritatie over bewindslieden die elkaar tegenspreken.
BALKENENDE
Ik vond dit eerlijk gezegd niet direct tegenspreken. Als je nou goed kijkt wat er precies is gezegd, dat was niet veel bijzonders. Dat is eigenlijk één. Het tweede is, en dat is wel een punt, het is een onderwerp dat iedereen bezighoudt. Het is een lastig onderwerp. Het gaat gepaard met een hele hoop gevoeligheden. En dat begrijp ik heel goed want we hebben te maken met Nederlanders die daar zitten, die daar geweldig goed werk doen. Moeilijk werk onder moeilijke omstandigheden. We hebben mensen verloren. Er wordt verschillend over gedacht in de politiek. Nou dan begrijp ik ook wel dat er grote belangstelling bestaat wanneer iets wordt gezegd, maar dan gaat het wel steeds om de vraag van ja waar is het kabinet nu mee bezig. Hoe zit het precies?
VRAAG
Juist gezien die gevoeligheid, daar heeft u gelijk in natuurlijk, zou je zeggen jongens trek nou één lijn. Hou je mond, want we hebben het al een keer eerder meegemaakt dat dat tot veel verwarring leidde. Dat waren uw woorden in september. En het is nog niet terug in de ministerraad en het begint weer. Wat zegt dat?
BALKENENDE
Ja maar ik vind dit eerlijk gezegd, als je naar de inhoud kijkt, dan valt het allemaal best wel mee. En dat de oppositie bepaalde zaken scherp neerzet, ach dat hoort ook bij de oppositierol. Alleen het zegt wel iets over de gevoeligheid van dit onderwerp, dat begrijp ik heel goed. En vandaar ook dat wanneer iemand wat zegt, ja dan wordt dat direct uit vergroot, wordt veel aandacht aan besteed, dus dat begrijp ik wel. Ik heb natuurlijk zelf ook in de ministerraad gezegd van de discussie die voeren we hier in de ministerraad en niet via de media, dat heb ik wel gezegd.
VRAAG
Als ik in de kranten lees spanning in de coalitie. Is dat dan overdreven over dit onderwerp? Is dat onjuist?
BALKENENDE
Nee het is geen spanning. Het is alleen wel zo dat over dit onderwerp, dat merkt u ook, ook bij de fracties wordt niet op een zelfde manier gedacht. Dat is nooit anders geweest. Het is steeds een moeilijk onderwerp geweest in de Nederlandse politiek. En het is ook een taak van de regering om nu straks te kijken als deze missie wordt beëindigd volgend jaar, van of wij doorgaan met activiteiten in Afghanistan en hoe, nou dat is een vraag waar wij nu voor staan.
VRAAG
Die discussie intern loopt hoog op. Als je zegt spanning in de coalitie dan heeft dat een beetje de suggestie van nou hier kan wel een crisis over ontstaan. Is dit een onderwerp waarvan u vindt dat daar crisis over zou kunnen ontstaan? Is het zo belangrijk?
BALKENENDE
Ik verwacht dat helemaal niet. U praat in termen van crisis, maar zo zie ik het helemaal niet. Je moet altijd een verschil maken tussen of iets een lastig onderwerp is. Dat is het nu, maar tegelijkertijd zijn partijen die in een regering zitten, dat geldt natuurlijk voor de bewindslieden in de eerste plaats, ook verantwoordelijk voor het nemen van verstandige besluiten. We gaan niet over één nacht ijs. Daarvoor is het veel te ingewikkeld. Maar ik heb ook wel gemerkt in de gesprekken die worden gevoerd dat we ons bewust zijn van het feit dat er natuurlijk tal van inzichten mogelijk zijn, maar ik merk ook in het kabinet, ook vandaag, dat er ook een behoefte is juist om met elkaar hier uit te komen. Hoe moeilijk het ook is.
VRAAG
U voorziet dus niet dat tegenstellingen zo groot zijn dat dit een breuk in het kabinet zou kunnen leiden?
BALKENENDE
Nee gewoon op basis van zoals de gesprekken nu lopen. Nee.
VRAAG
U bent woensdag door de Amerikaanse vicepresident Biden gebeld. Dat was opvallend genoeg na de speech van president Obama. Normaal word je voor zo'n speech gebeld. Telt u nu al niet meer mee?
BALKENENDE
Wist u wat ik die dag daarvoor deed?
VRAAG
Nou u ziet zo vaak in de Kamer, dan zou u wel in de Kamer hebben gezeten.
BALKENENDE
Heel goed. Ik heb uren in de Kamer gezeten.
VRAAG
Maar dan kon u er niet even uit om te zeggen jongens ik moet even met meneer Biden bellen?
BALKENENDE
Het was een verzoek al om eerder met mij contact te hebben, maar ik zat toen met een lang debat in de Tweede Kamer over de staat van de Unie. Dat ging over Europese ontwikkelingen. Ik kan niet weglopen bij een Kamerdebat en dat is de reden geweest waarom zij toen hebben gezegd dan bellen we een dag later.
VRAAG
Ok. Meneer Biden belt u. En u heeft eerder gezegd dat was geen concreet verzoek om te blijven.
BALKENENDE
Nee.
VRAAG
Maar hij belt natuurlijk niet voor niets.
BALKENENDE
Natuurlijk. Wat hij deed was natuurlijk in de eerste plaats stil staan bij de visie van de Amerikaanse regering. U weet men heeft toch een behoorlijke tijd genomen om na te denken over de vraag hoe gaan we om met Afghanistan? Wat doen we op de korte termijn en de lange termijn? Op korte termijn meer mensen, op lange termijn terugtrekken van mensen. Ook de goede combinatie van ontwikkelingsactiviteiten, goed bestuur en veiligheid. Maar ik heb ook gezegd die visie spreekt Nederland aan. Daarna heeft hij zijn waardering uitgesproken voor hoe Nederlanders opereren. Daar bestaat heel veel waardering voor. En dat is ook echt een opsteker voor onze mannen en vrouwen in Afghanistan. Toen heeft hij ook gezegd dat hij hoopt dat landen doorgaan met activiteiten in Afghanistan.
VRAAG
Maar dan spreekt hij u toch direct aan? Landen? Hij heeft de minister-president van Nederland aan de lijn. Dus dat zal hij dan toch heel direct aan u hebben gevraagd?
BALKENENDE
We praten over de betrokkenheid van landen en tegelijkertijd praten we natuurlijk ook over Nederland en ik heb natuurlijk op mijn beurt ook gezegd van kijk we hebben al behoorlijk veel geleverd. Eerst twee jaar in Uruzgan, toen nog eens twee jaar. We zitten in andere delen van Afghanistan. Ook gesproken over de politieke verhoudingen in Nederland. Dat heb ik allemaal uitgelegd en ik heb gezegd we zijn nu als kabinet bezig om onze positie te bepalen.
VRAAG
U spreekt over de politieke verhoudingen. U heeft het natuurlijk ook over de situatie in de Kamer. De Kamer heeft op 6 oktober een motie ingediend. Ik lees hem voor alle zekerheid toch nog even voor. De Kamer spreekt daarin uit dat het kabinet dient vast te houden aan het eerder genomen besluit om alle Nederlandse militairen terug te trekken uit Uruzgan voor 1 december 2010. En die motie die is ondersteund niet alleen door twee regeringsfracties, PvdA en CU, maar van links tot rechts: SP, PVV, VVD. Meer dan honderd Kamerleden. Heeft een kabinet de ruimte om hiervan af te wijken? Met zo'n overgrote meerderheid die zegt het is mooi geweest.
BALKENENDE
De motie vraagt dat wij rekening houden met deze motie in onze beraadslaging. Dat gaan we ook doen. En ten aanzien van de inhoud van de keuze die we hebben te maken, we hebben steeds aangegeven onze missie eindigt volgend jaar. Daar kan geen onduidelijkheid over bestaan. De vraag of we andere activiteiten kunnen doen, daarvan hebben we steeds gezegd, daar gaan we niet over speculeren, want we zullen die zaken bespreken. En dat geldt ook een beetje met deze motie. We hebben er nadrukkelijk kennis van genomen. We weten hoe de Kamer hierover denkt. Tegelijkertijd is het nu aan ons om onze positie te bepalen.
VRAAG
Dat klopt natuurlijk ook formeel helemaal en inhoudelijk. Maar mijn vraag is meer het is toch altijd het idee geweest dat een Nederlandse regering kan geen gevaarlijke missie op pad sturen als die niet gesteund wordt door een belangrijk deel van de volksvertegenwoordiging? Dus dan moet je in elk geval de regeringsfracties en als het even kan de VVD ook er bij, dan heb je wat. Maar in dit geval zijn er twee regeringsfracties en de VVD die zeggen in elk geval weg uit Uruzgan. En dan herhaal ik mijn vraag: heeft onder die omstandigheid een kabinet nog feitelijk de ruimte om in Uruzgan te blijven?
BALKENENDE
Deze motie is voor ons een duidelijk gegeven. Omdat, precies zoals u zegt, het geeft aan hoe de Kamer op dat moment een visie heeft uitgesproken door middel van zo'n motie. Het is uiteraard aan het kabinet om daar rekening mee te houden. Alleen verder dan dat kan en wil ik nu niet gaan, omdat dat te maken heeft met de beraadslagingen van het kabinet. Ik heb ook vandaag bij de persconferentie gezegd: natuurlijk begrijp ik dat mensen willen dat er snel een besluit komt van de kant van het kabinet. Dat wil ik zelf ook, maar het moet wel zorgvuldig zijn. Daarin hebben we rekening te houden met alle elementen. En ik vind het niet de zaak dienen wanneer ik nu publiekelijk zou gaan speculeren van dit wel, dit niet. Deze motie wel, niet. Dat moeten we zo niet doen. Dat werkt niet goed.
VRAAG
Maar waarom zou dat de zaak niet dienen? Het is een duidelijke uitspraak. Dan weten we in elk geval dus niet in Uruzgan, nou ergens anders wel, zoals de PvdA zegt van trainen, ergens anders buiten Uruzgan, dat kan allemaal. Dan weet ook iedereen in elk geval waar men in Uruzgan aan toe is. Dus dat zou de publieke discussie heel erg dienen als u dat wel zou uitsluiten.
BALKENENDE
Ik begrijp het heel goed alleen het punt is: ik hecht er zo aan dat wij op een weloverwogen manier ons besluit gaan nemen. Want dit zijn geen eenvoudige besluiten. En dan dient het de zaak niet wanneer je nu gaat speculeren in dit stadium terwijl het kabinet nu aan zet is. En dat is ook de reden waarom ik vandaag tegen de leden van het kabinet heb gezegd van discussiëren dat doen we in de ministerraad, maar eens even niet via de media. Bij de persconferentie heb ik ook aangegeven van dat het juist verstandig is om niet al die speculaties te hebben, dat dient de zaak niet. Wij willen tempo betrachten in onze besluitvorming, maar we zullen het op een manier moeten doen waarin we wel rekening houden met mogelijkheden, onmogelijkheden voor ons Defensieapparaat. Hoe zit het met de verhoudingen met de partners? Wat zijn de verzoeken van bijvoorbeeld de Afghaanse regering? Al die elementen zullen we moeten wegen. En dat veronderstelt dat je heel zorgvuldig te werk gaat. Nou een combinatie, ik zei het al, van tempo en zorgvuldigheid.
VRAAG
In januari, ten slotte, is er een grote conferentie over Afghanistan in Londen. Het kabinet heeft officieel tot maart de tijd om zelf te besluiten. Mag ik u zo begrijpen dat het streven is om voor januari een besluit te hebben van Nederland?
BALKENENDE
Ik hoop dat wij, bijvoorbeeld voor zo'n conferentie, wel kunnen aangeven waar wij staan. Dat hangt samen met dat tempo. Maar u heeft ook weer gelijk, en het is niet voor niets dat er in de Kamer is gesproken over die datum van 1 maart, omdat ook in de Kamer in dat debat naar voren kwam, we begrijpen dat u tijd nodig heeft om zorgvuldig uw besluit te kunnen nemen en te kunnen voorbereiden. Dat is de uitspraak van de Kamer geweest, maar uiteraard proberen we het eerder te doen, maar wanneer het is dat zal moeten blijken.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, PS)