Vakbonden peilen stemming in Afghanistan

Vertegenwoordigers van de militaire vakbonden hebben de afgelopen week Afghanistan bezocht. Zij spraken daar met de Nederlandse militairen over hun werkomstandigheden.

Jean Debie (voorzitter VBM-NOV), Wim van den Burg (voorzitter AFMP), Leon van der Hulst (vertegenwoordiger ACOM) en Rob Hunnego (voorzitter KVMO) gingen naar Kandahar, Tarin Kowt, Deh Rawod, Chora en Kabul. Tijdens verschillende bijeenkomsten gaven de Nederlandse militairen hun mening over de inhoud van hun werk, de omstandigheden waaronder zij dat doen en hun arbeidsvoorwaarden. Het kabinetsbesluit de AOW-leeftijd te verhogen was in deze samenkomsten ook iedere keer onderwerp van gesprek. Hierover wordt de komende tijd nog met de bonden gesproken. Daarnaast ventileerden velen hun opvatting over het einde van de huidige missie in Uruzgan.

Plicht

Hoofddirecteur Personeel luitenant-generaal Hans Leijh, die de vakbondheren begeleidde, was onder de indruk van de motivatie van de militairen in Uruzgan. "De betrokkenheid bij hun verantwoordelijke en gevaarlijke werk is echt enorm." Defensie heeft volgens hem daarom de plicht militairen de best mogelijke werkomstandigheden te bieden.

Tevreden

Leijh stelde vast dat, mede dankzij de kritische inbreng van de bonden, de militairen over het algemeen zeer tevreden zijn over hun arbeidsomstandigheden in Afghanistan. Enkele wensen bleven nog, maar daarvan wordt direct werk gemaakt: een nieuw koffiezetapparaat in Chora bijvoorbeed, en sneller internet in Kandahar.