Varkens in de ComfortClass
"Steeds meer supermarkten, cateraars en slagers leggen diervriendelijker vlees prominent in de schappen. (…) En het werkt. Duurzaamheid verkoopt, en dat is hard nodig, want duurzaamheid moet!" Dat zei minister Verburg tijdens haar toespraak bij het bij het slotsymposium Varkens in Comfort in Raalte.
Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit, G. Verburg, Slotsymposium project Varkens in Comfort, 30 november 2009.
Dames en heren,
Morgen is het 1 december, het begin van de laatste maand van dit jaar. Een maand waarin veel wordt teruggekeken: 'Wat hebben we bereikt? Is het geworden, wat we gehoopt hadden?'
Vandaag is ook de laatste dag van het project Varkens in Comfort. En eigenlijk kunnen we dezelfde vragen stellen: Wat hebben we bereikt? En is het geworden, wat we gehoopt hadden?
Om die vragen te beantwoorden, moeten we terug in de tijd. Naar de tijd van de nasleep van de varkenspest en het ontluikende besef dat naast de prijs van het vlees en de milieubelasting, ook zaken als het welzijn en het welbevinden van dieren, van belang zijn.
In 1998 heeft LNV die trein in gang gezet, met de vraag aan Wageningen Universiteit en Researchcentrum een onderzoek te starten naar de lange termijn perspectieven van de varkenshouderij. Al snel daarna kwam de Dierenbescherming met het verzoek voor het ontwerp van een meer diervriendelijke stal. Daarbij overigens van harte gesteund door LTO. Het resultaat is bekend, sinds 2006 staat er hier in Raalte deze kroon op hun samenwerking.
In slechts 5 zinnetjes kan ik de voorgeschiedenis van deze stal schetsen, maar deze stal verdient geen vijf zinnetjes, maar meerdere speeches. Want wat hier is verricht, is bepaald niet kinderachtig.
- Voor het eerst zijn de basisbehoeften van het varken opgeschreven.
- Voor het eerst is er een stalsysteem gebouwd dat uitgaat van de behoeften van het varken
- Voor het eerst namen LTO en de Dierenbescherming, in die tijd toch niet de twee meest natuurlijke bondgenoten, het initiatief voor zo'n groot project. En dat niet alleen, ze hielden het ook 10 jaar vol!
- Deze stal - dames en heren - heeft bewezen dat ondanks ogenschijnlijk verschillende belangen er in goede harmonie kan worden samengewerkt.
- Deze stal heeft ervoor gezorgd dat de kennis over het varken en de behoeften van het varken wijd verspreid is.
- Deze stal heeft bewezen dat ontwerpen volgens deze principes in de praktijk mogelijk is. Vijf varkenshouders hebben inmiddels een aantal van deze principes toegepast in hun eigen bedrijf omdat zij ervan overtuigd zijn dat meer welzijn voor het varken niet ten koste hoeft te gaan van het bedrijfsresultaat.
- En deze stal - dames en heren - bewijst dat ook in de varkenshouderij, met relatief simpele ingrepen een wereld valt te winnen als het gaat om diervriendelijkheid. Waarbij de veehouder bovendien kan rekenen op een breed draagvlak in de samenleving. Ramen voor het daglicht dragen daaraan ook bij. Een win-winsituatie, heet dat.
En om het nog mooier te maken: de tijd lijkt er ook rijp voor. Steeds meer supermarkten, cateraars en slagers leggen diervriendelijker vlees prominent in de schappen. Kijk naar Puur&Eerlijk van Albert Heijn, of de 'bewust'-campagne van Jumbo. En vlak zeker ook de invloed van het Beter-Leven kenmerk van de Dierenbescherming niet uit.
Het zijn mooie voorbeelden van het vermarkten van de meerwaarde die de veehouder in zijn product en in zijn bedrijfsvoering heeft gestopt. En het werkt. Duurzaamheid verkoopt. En dat is hard nodig, want duurzaamheid moet!
En hier wil ik mijn verhaal wat breder trekken: Als we doorgaan op de manier waarop we nu voedsel produceren en consumeren, dan bestaat de kans dat er over dik 40 jaar - in 2050 - te weinig voedsel is om de wereldbevolking - die dan 9 miljard mensen telt - te voeden.
De opgave is dan ook om onze voedselproductie gelijk op te laten lopen met de groei van de wereldbevolking. Zonder dat dat wordt afgewenteld op het milieu, het klimaat, de biodiversiteit of het welzijn van dieren.
Die mogelijkheden liggen er. En Nederland kan daaraan grote bijdragen leveren. We hebben een innovatief bedrijfsleven met een sterke internationale positie. We beschikken over een vooraanstaande kennis- en onderzoeksinfrastructuur. En we worden voortdurend aangejaagd door een actief maatschappelijk middenveld.
Deze lijnen komen ook allemaal samen in het project Varkens in Comfort Class. De noodzaak is er, de kennis en kunde is aanwezig en de consument vraagt erom. Het enige wat nu nog moet gebeuren, is dat het breder wordt opgepakt.
Dus, wat let u? Er is een markt voor diervriendelijker varkensvlees, geproduceerd in stallen als ComfortClass-vlees. En ik weet dat er een aantal partijen voorzichtig bezig is om de mogelijkheden in de markt te verkennen.
En dat is precies wat er nodig is. Wil diervriendelijker geproduceerd varkensvlees zijn weg naar de consument kunnen vinden, dan is een marktgerichte benadering nodig. Immers, de meerkosten van de productie van diervriendelijker varkensvlees moeten wel worden opgebracht. Aan duurzaamheid hangt nu eenmaal soms een prijskaartje.
Dat vraagt om een extra inspanning van supermarkten, van cateraars, van de horeca. Het is nu dus zaak dat juist deze partijen, samen met de verwerkende industrie en de varkenshouders met elkaar om de tafel gaan zitten om daarover afspraken te maken. Harde afspraken, want het is tijd voor nieuwe stappen en een tandje erbij.
En dat komt goed uit. Want morgen - dames en heren - begint de maand december. Zoals gezegd, een maand waarin veel wordt teruggekeken. Maar december is van oudsher ook een maand waarin alvast wordt nagedacht over goede voornemens.
Een aantal van die goede voornemens is inmiddels bekend geworden. LTO en de Dierenbescherming - u heeft het net kunnen horen - hebben hun vervolgplannen gepresenteerd.
Die plannen juich ik natuurlijk bijzonder toe. Want ze schetsen een mooi toekomstbeeld, waarin iedereen een winnaar is: de varkens hebben een beter welzijn, de varkenshouders een hogere opbrengst en meer maatschappelijke waardering, en de consument betaalbaar diervriendelijker vlees.
Ik heb zojuist al gezegd hoe ik daarin de rol van de retail zie, maar daarnaast is het natuurlijk ook hoog tijd dat de varkenshouders aan de slag gaan met meer innovatieve en betere stallen, zoals de ComfortClass. Tot nu toe passen 5 varkenshouders, onderdelen uit ComfortClass toe op hun bedrijf. Maar er zijn ook andere projecten, waarop u kunt aanhaken.
Op dit moment zijn bijvoorbeeld enkele tientallen ondernemers, maatschappelijke organisaties en onderzoeksinstellingen bezig met het schetsen van stalontwerpen, die niet alleen diervriendelijker zijn, maar ook beter voor het milieu.
Zo presenteert Wageningen Universiteit begin volgend jaar - over goede voornemens gesproken! - een aantal ontwerpschetsen van de 'varkenshouderij van de toekomst', in het kader van het project Varkansen.
Verder ga ik binnenkort een Small Business Innovation Research (SBIR)-tender openstellen waarmee ik de ontwikkeling van meer duurzame stallen een nieuwe impuls wil geven. Waarbij natuurlijk de ontwerpschetsen van het project Varkansen en de eerdergenoemde stalontwerpen van al die individuele varkensboeren en stallenbouwers kunnen meedingen. En waarvan de beste ideeën vervolgens kunnen worden doorontwikkeld, uitgetest in de praktijk en worden vermarkt.
Verder kunt u nu al aanspraak maken op subsidies of geld terugkrijgen van de fiscus als u investeert in bovenwettelijke welzijns- en milieumaatregelen in uw stal. Zoals de MIA/Vamil regelingen.
En tenslotte - en daarmee sluit ik af, omdat ik denk dat ik mijn punt wel heb gemaakt - stel ik vanaf 2010 jaarlijks 10 miljoen euro extra beschikbaar voor investeringen in duurzame stallen. De droom van Annechien ten Have en Frank Dales kan uitkomen.
En daarmee - dames en heren - zet ik op één onderdeel alvast mijn goede voornemens om, in een concreet beleidsinstrument. Er moeten echter nog vele stappen volgen om de bereikte resultaten en de opgedane kennis in praktijk te brengen. Stappen van mij, maar zeker ook van u. Het kan niet zo zijn dat alleen LTO en de Dierenbescherming hiervoor alleen aan de lat staan. Om dit tot een echt succes te maken, hebben we iedereen in de keten nodig: van varkenshouders en de toeleverende en verwerkende industrie, tot en met de supermarkten en andere afnemers.
Laat dat uw goede voornemen zijn. Dan wordt 2010 een prachtig en Comfortabel Klasse jaar.