Spoorbouwmeester en Rijksadviseur houden pleidooi voor knooppuntontwikkeling
"Denk bij de ontwikkeling van spoorzones integraal, maar maak niet alles afhankelijk van elkaar." Dat adviseerde spoorbouwmeester Koen van Velsen tijdens het congres Spoorzoneontwikkeling op 25 november.
Het doel van het symposium was om kennis en ervaringen over spoorontwikkeling te delen. De ontwikkelingen in de 5 voorbeeldprojecten Groningen, Amersfoort, Roosendaal, Nijmegen en Zwolle werden besproken. Daarnaast presenteerden Rijksadviseur voor de infrastructuur Ton Venhoeven en spoorbouwmeester Koen van Velsen hun onderzoek ‘Machinekamer spoorzoneontwikkeling’. ‘Zij pleitten voor het beter verwerken van mobiliteit in ruimtelijke ordening en het werken aan knooppuntontwikkeling’.De resultaten verschijnen in februari 2010 in het boek ‘Station Centraal: over het samenbinden van station en stad’.
Venhoeven en Van Velsen onderstrepen het belang van knooppuntontwikkeling en zien grote kansen voor het creëren van nieuwe stedelijkheid rondom stations, een inzicht dat aansluit bij de visie van minister Cramer. Ze proberen met hun onderzoek ook concrete handvatten te bieden aan gemeenten om met deze complexe projecten aan de slag te gaan.
VROM organiseerde het symposium Spoorzones samen met het ministerie van Verkeer en Waterstaat, ProRail en NS Poort in het kader van het Programma Spoorzoneontwikkeling. De kwaliteitsverbetering van spoorzones is een concrete uitwerking van Mooi Nederland, een van de prioriteiten van minister Cramer. Doel van Mooi Nederland is het tegengaan van verrommeling en het open houden van waardevolle landschappen door zuinig ruimtegebruik.