Angst voor terroristische aanslag in Nederland laag
Nederlanders maken zich momenteel weinig zorgen over terrorisme. Ze voelen zich overwegend veilig en achten de kans op een terroristische aanslag in Nederland zeer klein. Dat zijn de belangrijkste uitkomsten van het publieksonderzoek 2009, naar de risicobeleving en informatiebehoefte van het Nederlandse publiek in relatie tot terrorisme(bestrijding).
De belangrijkste conclusie die uit het onderzoek naar voren komt, is dat de bezorgdheid over terrorisme en aanslagen net als in 2008 op een laag niveau (1%) is. Mensen konden bij deze vraag zelf intypen waarover ze zich op dit moment het meeste zorgen maken (spontane antwoorden). Waar men zich in 2008 het meest zorgen maakte over de economie (41%), zijn de belangrijkste zorgen van Nederlanders op dit moment: normen en waarden (18%), werkloosheid en werkgelegenheid (13%) en veiligheid op straat (13%). Het betreft de zesde editie van een onderzoek dat sinds 2004 jaarlijks wordt uitgevoerd, in samenspraak met de Rijksvoorlichtingsdienst. Doel van het jaarlijks herhalen van dit onderzoek is het monitoren van de publieke opinie rond het onderwerp terrorisme, zodanig dat vergelijkingen kunnen worden gemaakt en op termijn tendensen kunnen worden aangetoond.
Het overall veiligheidsgevoel op openbare plekken in Nederland is tussen 2005 en 2008 toegenomen. In 2009 zet dit beeld zich voor de meeste situaties voort. Op een aantal plekken is het gevoel van veiligheid gelijk gebleven, en op een aantal plekken is men zich iets minder veilig gaan voelen; dit laatste is het geval in het openbaar vervoer, waar relatief minder mensen zich veilig voelen dan vorig jaar (65% t.o.v. 73% in 2008). De bezorgdheid van Nederlanders over radicalisering is in 2009 toegenomen ten opzichte van 2008 (6% t.o.v. 0%, spontaan geantwoord). Wanneer we de mening over radicalisering nader onderzoeken, blijkt dat Nederlanders over de meeste aspecten van radicalisering gelijk denken ten opzichte van voorgaande jaren. Zo vinden de meeste Nederlanders dat iemand niet als terrorist wordt geboren, maar dat de omgeving daar een belangrijke rol in speelt. Radicalisering wordt ook iets serieuzer genomen; de mening dat radicalisering wordt overdreven is iets afgezwakt ten opzichte van vorig jaar (22% in 2008, 21% in 2009).
De informatiebehoefte van burgers – aan informatie over terrorisme en terrorismebestrijding - neemt af (20% in 2008, 13% in 2009). Bovendien is de groep Nederlanders die de informatievoorziening vanuit de overheid (ruim) voldoende vindt, gróter dan de groep die dat (ruim) onvoldoende vindt (52% versus 36%). Kortom; Nederlanders zijn nu in vergelijking met 2008 meer tevreden over de informatievoorziening over terrorisme en terrorismebestrijding vanuit de overheid.
De uitkomsten van dit onderzoek en het onderzoeksrapport zijn geplaatst op de website van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb).