Kamervragen inzake het Nederlands Palestina Komitee
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Betreft: Kamervragen inzake het Nederlands Palestina Komitee
Ons kenmerk: DGB/2009/302 U
Geachte Voorzitter,
Hierbij bied ik u mede namens de minister van Buitenlandse Zaken de antwoorden aan op de vragen van het lid Van Baalen (VVD), ingezonden op 24 december 2008 (nr. 2008Z10311/2080908670), over de ANBI-status van het Nederlands Palestina Komitee.
Hoogachtend,
De staatssecretaris van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager.
Antwoorden van de staatssecretaris van Financiën, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Baalen (VVD) over ANBI-status Nederlands Palestina Komitee.
Vraag 1
Kunt u, op basis van het interview van de voorzitter van het Nederlands Palestina Komitee (NPK)[1] en de door u gegeven antwoorden op schriftelijke vragen van de zijde van de Kamer[2] aangeven hoe het mogelijk is dat het NPK, dat Israël wenst te vernietigen en geweld tegen militairen en burgers daarbij nadrukkelijk aanvaardt, de status van Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) door de regering is toegekend?
Vraag 2
Deelt u de mening dat een instelling, die een bevriende mogendheid wenst te vernietigen en geweld tegen militairen en burgers van die mogendheid accepteert, respectievelijk verdedigt, geen algemeen nut beogende instelling kan zijn?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het NPK haar ANBI-status dient te worden ontnomen opdat de Nederlandse belastingbetaler het NPK niet meer feitelijk subsidieert en daarmee geweld tegen de Staat Israël en haar veiligheidsinstellingen en haar burgers niet meer feitelijk legitimeert?
Antwoord op vragen 1,2 en 3
Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI's) kunnen kerkelijke, levensbeschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of algemeen nut beogende instellingen zijn.
Aanvragen om als ANBI te worden aangemerkt worden bij de Belastingdienst ingediend. De criteria voor het verkrijgen van de ANBI-status hebben onder meer betrekking op bestuur en beleid, administratie, functiescheiding en werkzaamheid in het algemeen belang. Hierbij dient de instelling zowel statutair als feitelijk het algemeen belang te dienen. In de jurisprudentie is beslist dat hieraan wordt voldaan indien de doelstelling en de activiteiten van de instelling voor 50% of meer het algemeen belang dienen. De Belastingdienst toetst of organisaties die de ANBI-status aanvragen voldoen aan deze criteria.
De Belastingdienst houdt er toezicht op dat instellingen zich bij hun feitelijke activiteiten richten op het algemeen nut en zich houden aan de overige criteria van de ANBI-regeling. Hierbij maakt de Belastingdienst ook gebruik van informatie die verkregen wordt van of verstrekt wordt door andere overheidsinstellingen. In voorkomende gevallen kan op grond van deze informatie besloten worden tot intrekking van de eerder afgegeven ANBI-beschikking.
Ingevolge de geheimhoudingsplicht van de Belastingdienst (artikel 67 Algemene Wet inzake rijksbelastingen) is het niet mogelijk om mededelingen te doen over de status en/of behandeling van individuele instellingen. Dit laat onverlet het gestelde in de antwoorden op eerdere vragen van de leden Karabulut en Bashir, waarin is aangekondigd dat de regering bereid is om de ANBI-regeling zodanig verder aan te passen dat een ANBI-beschikking kan worden geweigerd of ingetrokken, indien (een bestuurder van) een instelling strafrechtelijk veroordeeld is voor het zaaien van haat.
[1] Reformatorisch Dagblad, 14 november 2008.
[2] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 886.