Antwoorden op Kamervragen over uit- en terugbetalingen van de Belastingdienst

Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

Ons kenmerk: DGB/2009/923 U

Betreft: Nadere informatie in verband met kamervragen van het lid Bashir

Geachte voorzitter,

Bij brief van 23 december 2008 heb ik vragen beantwoord van het lid Bashir over uit- en terugbetalingen van de Belastingdienst op een onjuist rekeningnummer. Daarbij is onder meer (antwoord op vraag 2) informatie verstrekt over de aantallen onjuiste uitbetalingen en de daarmee gemoeide bedragen in de jaren 2007 en 2008. Naar nu is gebleken was die informatie niet volledig.
Overigens heeft een en ander geen gevolgen voor het dezerzijds ingenomen standpunt met betrekking tot eventuele naam/nummercontrole binnen het uitbetalingsproces van de Belastingdienst. Invoering daarvan is onevenredig kostbaar en belemmerend en daarom niet gewenst.

Bij de beantwoording van vraag 2 zijn, naar kort geleden bekend is geworden, uitsluitend de onjuiste uitbetalingen met betrekking tot de toeslagen vermeld. Déze gegevens worden centraal geregistreerd. Nadat was gebleken dat de verstrekte gegevens niet volledig waren, heeft een inventarisatie plaatsgevonden bij de regiokantoren van de Belastingdienst waarbij is gevraagd naar de onjuiste uitbetalingen met betrekking tot de belastingen. Laatstbedoelde uitbetalingen worden namelijk niet centraal geregistreerd. De inventarisatie heeft, samen met de centraal geregistreerde gegevens met betrekking tot de toeslagen, opgeleverd dat in de jaren 2007 en 2008 in totaal respectievelijk 25000 (totaal aantal uitbetalingen 2007: 126 miljoen) en 19000 (totaal aantal uitbetalingen 2008: 140 miljoen) onjuiste uitbetalingen hebben plaatsgevonden tot een beloop van ongeveer 45 miljoen euro per jaar. In 2007 gaat het derhalve om 0,019% en in 2008 om 0,014% van het aantal uitbetalingen.
Ondanks het feit dat het hier in absolute zin substantiële aantallen en bedragen betreft, zou naam/nummercontrole een zodanig vertragende impact hebben op het uitbetalingsproces van de Belastingdienst, dat invoering daarvan – nog afgezien van de uitvoeringskosten – naar mijn mening ongewenst is.
Zoals in de beantwoording van 23 december 2008 is gemeld, onderneemt de Belastingdienst voor alle gevallen waarin de uitbetaling onjuist heeft plaatsgevonden stappen die moeten leiden tot terugbetaling van het onverschuldigd betaalde bedrag of tot vergoeding van hetgeen waarmee de betreffende rekeninghouder ongerechtvaardigd is verrijkt.

Ik vertrouw erop u met het voorgaande voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,
De staatssecretaris van Financiën,

mr.drs. J.C. de Jager