Kinderrechtentop in Leiden

Majesteit, dames en heren, jongens en meisjes,

Dit rapport ‘The State of the World’s Children’, is een speciale editie ter gelegenheid van de 20ste verjaardag van het Verdrag inzake de rechten van het kind.
Ik neem het graag in ontvangst, want het geeft ons hoop dat we in twintig jaar, verschil voor kinderen hebben kunnen maken,

het laat ons zien dat we na twintig jaar aandacht voor kinderrechten moeten blijven houden.

Het spoort ons aan door te gaan, zodat we kinderen een gezonde en veilige toekomst kunnen bieden.

Bij een 20ste verjaardag hoort natuurlijk ook een cadeautje. Maar daar kom ik straks nog even op terug.

Geachte aanwezigen,
Vanmorgen was ik met de Koningin in Stockholm in Zweden, waar de verjaardag van het Kinderrechtenverdrag in EU kring werd gevierd. Ik zag daar koninginnen en prinsessen,vice-premiers, VN-vertegenwoordigers en ministers. Ik heb ze vast niet allemaal genoemd. Het was in ieder geval een invloedrijk gezelschap, zoals dat zo mooi heet. En voor het eerst bij elkaar op zo’n hoog en Europees niveau om de naleving van kinderrechten extra onder de aandacht te brengen.

Ik heb dat moment aangegrepen om eraan te herinneren dat wij, door ondertekening van het verdrag, de plicht hebben de belangen van kinderen voorop te stellen in elke beslissing die hen raakt.

Veel kinderen in ontwikkelingslanden worden nu al bedreigd in hun veiligheid en ontwikkeling door bijvoorbeeld klimaatveranderingen. Denk aan de droogte in Kenia, of de orkanen op de Filipijnen. En als wij niet snel in actie komen, ziet de toekomst er voor iedereen somber uit.

Wij zijn het verplicht om niet alleen alle kansen en ruimte te bieden aan onze kinderen zodat zij zich op de toekomst kunnen voorbereiden. Wij hebben ook de plicht ervoor te zorgen dat de wereld zélf een toekomst heeft, zodat zij gezond en veilig oud kunnen worden.
Als we niet op korte termijn vergaande afspraken maken om de klimaatcrisis tegen te gaan, dan handelen we in strijd met het verdrag.

Want een duurzaam klimaat is een kinderrecht.

Staatshoofden, wereldleiders en politici kunnen daarin het verschil maken.
Maar dat is niet genoeg.

Ook u, dames en heren,
ook jullie, jongens en meisjes
Wij allen kunnen het verschil maken!
Wij allen móeten het verschil maken.

Majesteit, dames en heren,

Ik zeg wel eens: het kinderrechtenverdrag, dat is mijn verdrag. Ik bedoel dan dat het Verdrag inzake de Rechten van het Kind de basis is voor alles wat ik als Minister voor Jeugd en Gezin doe. Het ligt ten grondslag aan het beleid van dit kabinet. Aan hoe wij de dingen regelen in ons land. Ik ben daarom mede-eigenaar van het verdrag. En verantwoordelijk voor de resultaten die we voor kinderen en jongeren willen behalen. Want met het ondertekenen van het verdrag zijn we een verbintenis aangegaan naar alle kinderen in ons land, in Europa en in de wereld.

In Nederland groeien de meeste kinderen goed en veilig op. Uit onderzoek van UNICEF blijkt dat kinderen in ons land zich tot de gelukkigste in de wereld rekenen. In veel landen krijgen kinderen niet de kansen die Nederlandse kinderen hebben. Toch zijn er ook in Nederland nog kinderen slachtoffer van verwaarlozing, mishandeling of geweld. Zij verdienen én hebben onze bijzondere aandacht.

We moeten ervoor zorgen dat álle kinderen alle kansen hebben op een mooie toekomst. En dat begint thuis, op het plein en in de wijk. Het begint bij de eigen kracht van ouders en hun sociale omgeving. Ouders moeten in staat zijn hun kinderen een veilig thuis te bieden. Het recht van kinderen om bij ouders of verzorgers op te groeien, staat trouwens ook in het Verdrag.

Bewustzijn over Kinderrechten laat te wensen over. Daarom gaat vandaag een campagne over kinderrechten van start. Met radiospotjes en de vernieuwde website kinderrechten.nl willen we dat kinderen en jongeren, maar ook volwassenen en professionals, zoveel mogelijk worden geïnformeerd over de rechten van kinderen.

Daarom zou ik tegen de aanwezige jongeren willen zeggen:
je hebt rechten, maak er gebruik van. Doe mee en draag je steentje bij in de samenleving.
Ben je het ergens niet mee eens, of heb je een goed idee, laat je horen. Wij, in Den Haag, maar ook de gemeenteraden zitten er voor jullie! En zorg dat ook je vrienden dat weten.

Het UNICEF-rapport The State of the World’s children, dat ik hier in mijn hand heb, besteedt daar ook aandacht aan. Bijvoorbeeld met het internationale initiatief van de Child Friendly Cities. In Nederland spreken wij over de kindvriendelijke leefomgeving. Daarvoor zet niet alleen Jantje Beton zich actief in, maar ook een aantal enthousiaste bestuurders via de VNG.

Child Friendly Cities gaat over een kinderstem die mee bepaalt hoe straten, pleinen en steden eruit zien, over de kwaliteit van de lucht die we inademen en over een geweldloze omgeving waar kinderen veilig en wel in kunnen opgroeien. Child Friendly Cities gaat over meedoen!

En daar spelen álle gemeentebesturen een belangrijke rol in. Alle gemeenten in Nederland hebben vandaag een brief van mij gekregen.

Daarmee wil ik hen herinneren aan het belang van kinderrechten en het belang van het betrekken van kinderen en jongeren bij zaken die hen aangaan. Gemeenten hebben de kans te laten zien dat ze ook mede-eigenaar zijn van het Verdrag inzake de Rechten van het Kind.

Leiden laat alleen al vandaag het goede voorbeeld zien: Met deze indrukwekkende Kinderrechtentop,
maar ook met de komst van een Kinderrechtenhuis, een mooi initiatief van de Stichting Utopa. Het Kinderrechtenhuis is een plek waar kinderen en jongeren alle informatie kunnen vinden over kinderrechten, op een manier die hen aanspreekt.

Het lijkt mij gepast om hier in Leiden de verbinding te leggen tussen het Kinderrechtenhuis en de Universiteit van Leiden. De Universiteit heeft een leerstoel Jeugdrecht ingericht en is van plan een masteropleiding ‘Jeugd en Recht’ en Children’s Rights te ontwikkelen.
Dat vind ik een mooi voornemen. Want professionals in het jeugdveld, de medewerkers in het Kinderrechtenhuis en een toekomstige Kinderombudsman moeten natuurlijk wel gevoed worden met wetenschappelijke kennis van het kinder- en jeugdrecht.

En dat brengt mij op mijn cadeautje.

Want voor de twintigste verjaardag van het Kinderrechtenverdrag stel ik vanuit de begroting van Jeugd en Gezin een bedrag van 50.000 euro ter beschikking voor de ondersteuning van de leerstoel Jeugdrecht.

Zie het als een begin en een aanmoediging om de masteropleiding Jeugd en Recht te ontwikkelen.
Hoe meer we weten over kinderrechten en waar het mis gaat, hoe beter we de kinderrechten kunnen toepassen in de samenleving. Dat betekent dat we steeds vaker en steeds beter rekening houden met kinderen en wat ze nodig hebben. Dat we hen een veilige weg naar volwassenheid kunnen bieden, in een wereld met een toekomst.

Majesteit, dames en heren, jongens en meisjes,

Ik ga afsluiten. Mijn punt vandaag is dat het Kinderrechtenverdrag, niet alleen mijn verdrag is. Het is ook úw en júllie verdrag. Ik hoop dat de behandeling van het initiatief wetvoorstel vanuit de Tweede Kamer ertoe mag leiden dat wij op korte termijn ook de Kinderombudsman mogen verwelkomen. Het zal dan immers ook zijn of haar verdrag zijn.

Samen kunnen we ervoor zorgen dat de wereld een plek is waar kinderen veilig opgroeien. Een plek met ruimte om kind te zijn, waar je opgroeit zonder dat bijvoorbeeld uitbuiting, mishandeling of geweld dat in de weg staan.

Dat is, zoals het motto bij het Kinderrechtenverdrag in de afgelopen jaren luidde: a world fit for children.

Laten we daaraan blijven werken. In Nederland, in Europa, in de wereld.