Kabinet schort kinderbijslag op als ouders niet meewerken
Ouders die zich niets aantrekken van de schriftelijke aanwijzing(en) van een gezinsvoogd terwijl hun kind onder toezicht is gesteld, lopen de kans dat de kinderbijslag voor maximaal 1 jaar wordt opgeschort. Dit staat in een voorstel van minister Hirsch Ballin van Justitie en minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin waarmee de ministerraad vandaag heeft ingestemd.
De mogelijkheid om de kinderbijslag op te schorten wordt toegevoegd aan een wetsvoorstel over herziening van kinderbeschermingsmaatregelen dat in juli van dit jaar bij de Tweede Kamer is ingediend. Daarin staat dat ouders de schriftelijke aanwijzing(en) van een gezinsvoogd over verzorging en opvoeding van hun kind moeten opvolgen als het onder toezicht is gesteld.
Een van de redenen dat de schriftelijke aanwijzing in de praktijk weinig wordt gebruikt is dat het moeilijk is nakoming hiervan af te dwingen. Daarom introduceert het kabinet een nieuw instrument - naast de dwangsom en in uiterste gevallen de gijzeling - om ouders aan te sporen de aanwijzing(en) wel op te volgen. De opschorting is niet alleen een stok achter de deur, maar ook een positieve prikkel omdat de kinderbijslag na medewerking van de ouders alsnog volledig wordt uitgekeerd.
De voorgestelde procedure is als volgt. Gelijktijdig met het verzoek aan de kinderrechter om een schriftelijke aanwijzing(en) van de gezinsvoogd te bekrachtigen, kan het bureau jeugdzorg de kinderrechter vragen om een machtiging, waarmee het de Sociale verzekeringsbank (SVB) kan verzoeken de betaling van kinderbijslag uit te stellen als ouders weigeren mee te werken.
De ministerraad heeft ingestemd de nota van wijziging voor spoedadvies naar de Raad van State te sturen. De tekst van de nota en het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.