Bestrijding werkloosheid kwetsbare jongeren opgeschroefd
Bij de aanpak van de oplopende jeugdwerkloosheid komt de regionale samenwerking tussen jeugdzorg, onderwijs en arbeidsmarkt nog niet overal van de grond. Minister Rouvoet gaat de regio’s extra ondersteunen om de samenwerking tussen jeugdzorg en arbeidsmarktpartijen verder te stimuleren.
In de kabinetsbrede aanpak van de jeugdwerkloosheid in samenwerking met zijn collega’s staatssecretaris Klijnsma (SZW) en Van Bijsterveldt (OCW) richt Rouvoet zich in het bijzonder op de ‘jeugdzorgjongeren’.
Met Hans Kamps (voorzitter MO-groep Jeugdzorg en SER-lid) en Hans Spigt (VNG en vice-voorzitter RWI) gaat hij regio’s ondersteunen bij het versterken van de driehoek jeugdzorg-onderwijs-arbeidsmarkt. Kamps en Spigt maken deel uit van het sponsorteam, dat het kabinet ondersteunt en adviseert bij de bestrijding van de jeugdwerkloosheid.
Uitgangspunt bij de nieuwe actie is dat kwetsbare jongeren ondanks hun problemen wel degelijk het vermogen hebben om van toegevoegde waarde op de arbeidsmarkt te zijn.
Op dit moment is de aandacht voor de kwetsbare jongeren versnipperd. Jeugdzorg richt zich op het bieden van hulp en het omgaan met persoonlijke problemen. Beroepsonderwijs richt zich vooral op de vakmatige aspecten. En werkgevers verwachten meteen een geschikte arbeidskracht. Onduidelijk is welke partij kwetsbare jongeren werknemersvaardigheden leert. Kernpunt van de nieuwe aanpak wordt dat alle partijen hun eigen posities verlaten en vanuit de maatschappelijke problematiek tot een gemeenschappelijke aanpak komen.
Bij de bestrijding van de jeugdwerkloosheid wordt onderscheid gemaakt tussen ‘schoolverlaters’, ‘baanverliezers’ en ‘kwetsbare jongeren’. De eerste twee groepen zijn nog relatief makkelijk bemiddelbaar. Het kabinet heeft helder aangegeven dat in de regionale actieplannen specifieke acties moeten worden opgenomen voor de kwetsbare jongeren. Het gaat daarbij om jongeren met uiteenlopende persoonlijke/sociale problemen, door eigen toedoen, door erfelijke aanleg voor gedragsstoornissen, of door ontoereikend ouderschap. Volgens het ministerie voor Jeugd en Gezin is het niet ondenkbaar dat de werkloosheid onder kwetsbare jongeren tot ongeveer 25% oploopt. Om die reden wil Rouvoet haast maken met acties specifiek gericht op hun situatie.