Wijzing van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990
DIRECTORAAT-GENERAAL VOOR FISCALE ZAKEN
DIRECTIE DIRECTE BELASTINGEN
15 juli 2009, nr. DB 2009/295 M, Staatscourant 2009, 11126
De Staatssecretaris van Financiën,
Gelet op artikel 26, eerste lid, van de Invorderingswet 1990;
Besluit:
Artikel I
De Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd:
A.
In artikel 12, eerste lid, wordt ‘echtgenoot, bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand’ vervangen door: echtgenoot, bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand of artikel 3 van de Wet investeren in jongeren.
B.
In artikel 13, tweede lid, wordt ‘echtgenoot, bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand’ vervangen door: echtgenoot, bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand of artikel 3 van de Wet investeren in jongeren.
C.
In artikel 14, eerste lid, onderdeel c, onder 4o, wordt ‘de inkomsten’ vervangen door: de middelen.
D.
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘echtgenoten als bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand’ vervangen door: echtgenoten als bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand of artikel 3 van de Wet investeren in jongeren.
2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘een alleenstaande en een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b, van de Wet werk en bijstand’ vervangen door: een alleenstaande en een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 4, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b, van de Wet werk en bijstand of artikel 4 van de Wet investeren in jongeren.
3. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘onderscheidenlijk waarvan een echtgenoot 65 jaar of ouder is’ vervangen door: onderscheidenlijk waarvan een echtgenoot als bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand of artikel 3 van de Wet investeren in jongeren 65 jaar of ouder is.
E.
In artikel 19 wordt ‘echtgenoot, bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand’ vervangen door: echtgenoot, bedoeld in artikel 3 van de Wet werk en bijstand of artikel 3 van de Wet investeren in jongeren.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking op de datum waarop de artikelen 3 en 4 van het bij koninklijke boodschap van 18 november 2008 ingediende voorstel van wet tot bevordering duurzame arbeidsinschakeling jongeren tot 27 jaar (Wet investeren in jongeren) (31 775) nadat het voorstel tot wet is verheven, in werking zijn getreden.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager
TOELICHTING
ALGEMEEN
De onderhavige regeling bevat wijzigingen van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 in verband met de invoering van de Wet investeren in jongeren. Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een omissie te herstellen. Aan de wijziging van de regeling zijn geen zelfstandige budgettaire, nalevings- of uitvoeringseffecten verbonden.
ARTIKELSGEWIJS
Artikel I, onderdelen A, B, en E (artikel 12, 13, en 19 Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990)
In artikel 12, eerste lid, artikel 13, tweede lid, en artikel 19 Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 (UR IW 1990) werd verwezen naar de definitie van echtgenoot uit de Wet werk en bijstand. Voor jongeren tot 27 jaar wordt de definitie van echtgenoot opgenomen in de Wet investeren in jongeren. Artikel 12, 13 en 19 UR IW 1990 verwijzen daarom voortaan zowel naar definitie van echtgenoot in de Wet werk en bijstand als naar de definitie van echtgenoot in de Wet investeren in jongeren.
Artikel I, onderdeel C (artikel 14 Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990)
Met de wijziging van artikel 14, eerste lid, onderdeel c, onder 4o, UR IW 1990 wordt het gebruik van een onjuiste term aangepast. Abusievelijk werd verwezen naar “inkomsten”, bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdelen j, k en o, van de Wet werk en bijstand, in plaats van naar “middelen”. Met deze wijziging is geen inhoudelijke wijziging beoogd.
Artikel I, onderdeel D (artikel 16 Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990)
In artikel 16, eerste lid, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b, en artikel 16, tweede lid, onderdeel a, UR IW 1990 werd verwezen naar de definitie van echtgenoten, alleenstaande en alleenstaande ouder uit de Wet werk en bijstand. Voor jongeren tot 27 jaar worden deze definities opgenomen in de Wet investeren in jongeren. Artikel 16 UR IW 1990 verwijst daarom voortaan zowel naar de definities in de Wet werk en bijstand als naar de definities in de Wet investeren in jongeren.
Artikel II (Inwerkingtreding)
Deze regeling treedt in werking op de datum waarop de artikelen 3 en 4 van het bij koninklijke boodschap van 18 november 2008 ingediende voorstel van wet tot bevordering duurzame arbeidsinschakeling jongeren tot 27 jaar (Wet investeren in jongeren) (31 775) nadat het voorstel tot wet is verheven, in werking zijn getreden.
De Staatssecretaris van Financiën,
mr. drs. J.C. de Jager