Fiscale nieuwsflits 31 december 2008

Nieuwsbericht | 05-01-2009 | 11:00

Accijns: beleidsregels voor de accijnswetgeving

Den Haag. In dit besluit geeft de staatssecretaris enkele beleidsregels voor de toepassing van de accijnswetgeving. Met dit besluit vervallen drie eerder gepubliceerde besluiten.

In dit besluit is onder andere een nieuwe beleidsregel opgenomen waarin wordt goedgekeurd dat in een bepaald geval een maandverklaring onder voorwaarden achterwege kan blijven. Ook is de beleidsregel aangepast voor de levering met zogenoemde leurschepen. Daarvoor is de beperking dat een schip maximaal een gewicht mocht hebben van 250 bruto registerton, ingetrokken.

Het besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Dat is ook de datum waarop de drie eerdere besluiten worden ingetrokken. De beleidsregel genoemd onder punt 4.14 van dit besluit wordt met ingang van 1 januari 2010 ingetrokken. Dit besluit wordt geplaatst in Staatscourant nr. 249.
Besluit van 10 december 2008, CPP2008/2542M, Wacc 1 t/m 95

IB: wijziging Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001 is gewijzigd

Den Haag. De staatssecretaris deelt mee dat de Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001 is gewijzigd.

De Energie-investeringsaftrek biedt een fiscaal voordeel aan ondernemers die investeren in energiebesparende bedrijfsmiddelen of onderdelen daarvan. Jaarlijks vindt aanpassing van de regeling plaats aan de stand van de techniek.

In bijlage I van deze regeling zijn de investeringen opgenomen die na inwerkingtreding van deze regeling in aanmerking komen voor energie-investeringsaftrek. De generieke energiebesparingsnormen zijn verlaagd, zowel de bovengrens als de ondergrens. Door de hogere energieprijzen zijn energie-investeringen sneller rendabel. Door het verlagen van de besparingsnorm, wordt de energie-investeringsaftrek meer gericht op investeringen met een langere terugverdientijd.

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Op grond van art. 3.51 Wet IB 2001 is zij van toepassing op verplichtingen die zijn aangegaan of voortbrengingskosten die zijn gemaakt op of na 1 januari 2009. De regeling wordt geplaatst in Staatscourant nr. 249.
Besluit van 10 december 2008, DB2008/654M, Wet IB 2001 3.42 en Uitv reg EIA 2001 2

IB: aanmerkelijk belang/ inbreng lucratief belang

Den Haag. Dit besluit bevat twee goedkeuringen, waarvan er één voortvloeit uit een toezegging aan de Tweede Kamer. Beide goedkeuringen betreffen de inbreng van een (lucratief) belang in een vennootschap waarin belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft.

Tijdens de behandeling van het Wetsvoorstel Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen heeft de Tweede Kamer aandacht gevraagd voor de volgende situatie. Een belang dat volgens het huidige recht een aanmerkelijk belang (AB) vormt, kwalificeert met ingang van 1 januari 2009 als een lucratief belang (LB) en wordt vóór 1 januari 2009 ingebracht in een vennootschap.

Op de vraag van de Tweede Kamer hoe de staatssecretaris voor die situatie tegen een doorschuifregeling aankijkt, heeft hij geantwoord bereid te zijn voor deze overgangssituatie een beleidsmatige oplossing te treffen zodat afrekening achterwege mag blijven.

Dit besluit bevat twee goedkeuringen waarmee de staatssecretaris zijn toezegging gestand doet. De eerste goedkeuring heeft betrekking op de situatie dat de inbreng van het AB al in 2008 plaatsvindt. De tweede goedkeuring betreft de inbreng van een LB in het eerste kwartaal van 2009.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant (nr. 249) waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 13 mei 2008, de datum waarop het Wetsvoorstel Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen bij de Tweede Kamer is ingediend.
Besluit van 9 december 2008, CPP2008/2412M, Wet IB 2001 3.92b en 3.95b

Awb/AWR: besluit Fiscaal Bestuursrecht

Den Haag. De staatssecretaris heeft laten weten dat het oude Besluit Fiscaal Bestuursrecht uit januari 2007 is vervangen door een nieuw besluit.

Dit nieuwe besluit komt namelijk in de plaats van het Besluit Fiscaal Bestuursrecht (Besluit van 7 januari 2007, nr. CPP 2007/3207M, Stcrt. 2008, nr. 11). In het besluit wordt in hoofdlijnen aangegeven welke van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) afwijkende en welke aanvullende regels gelden voor de Belastingdienst.

De opbouw van dit besluit sluit aan bij de artikelvolgorde van de Awb. Ten opzichte van het vervangen besluit is een nieuw onderdeel 6 toegevoegd onder vernummering van de oude onderdelen 6 en 7.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant (nr. 253) waarin het wordt geplaatst. Het oude besluit wordt hierbij ingetrokken.
Besluit van 9 december 2008, CPP2008/2635M, Awb en Awr