Douaneverdrag tussen Nederland en Japan ondertekend
In Den Haag is op maandag 9 maart 2009 een douaneverdrag ondertekend tussen Nederland en Japan. Het verdrag is ondertekend door staatssecretaris De Jager en de Japanse ambassadeur de heer Minoru Shibuya. Het verdrag biedt een juridische basis voor een nauwere administratieve samenwerking tussen de douanediensten van beide landen.
De beoogde samenwerking betreft zowel het toezicht op de juiste naleving van de douanewetgeving als het voorkomen, onderzoeken en bestrijden van inbreuken op die wetgeving. Hierbij staat het tegengaan van douanefraude door snelle en efficiënte informatie-uitwisseling voorop. De overeenkomst is geënt op een binnen de Wereld Douane Organisatie (WDO) ontwikkeld modelverdrag dat voor alle leden van dit forum als uitgangspunt dient voor onderhandelingen bij het sluiten van douaneverdragen voor wederzijdse administratieve bijstand.
Het verdrag met Japan bakent de partijen die met elkaar kunnen samenwerken af. In Nederland zijn dat naast de douane ook de andere diensten die in het kader van de douanewetgeving in brede zin actief zijn, zoals FIOD/ECD en de AID. Verder bevat het de definitie van een aantal vormen van samenwerking. Zo is o.a. geregeld welk gebruik van de gegevens kan worden gemaakt en de voorwaarden waaronder ambtenaren in de andere staat aanwezig mogen zijn.
Ter voorkoming van misbruik van informatie bepaalt het verdrag dat de staat die de informatie ontvangt daaraan minimaal hetzelfde niveau van bescherming en vertrouwelijkheid moet bieden als voor dergelijke informatie van toepassing is in het land van de verstrekkende administratie.
De samenwerking in dit verdrag beperkt zich tot administratieve (bestuurlijke) bijstand en bestrijkt dus niet het terrein van de internationale rechtshulp in strafzaken. Het gaat primair om het verzamelen van informatie omtrent het verloop van de internationale goederenstromen. Wanneer zich een vermoeden van onregelmatigheden voordoet kan de douaneadministratie van het andere land een verzoek om bijstand doen voor nader onderzoek.
Nadat de Raad van State advies heeft uitgebracht zal het verdrag ter goedkeuring aan de Staten-Generaal worden voorgelegd. Naar verwachting zal het verdrag nog in de loop van 2009 in werking kunnen treden.