Antwoorden op kamervragen van Van der Veen en Smilde over aangescherpte solvabiliteitseisen voor zorgverzekeraars
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Z/2966156
9 november 2009
Betreft Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Financiën, de antwoorden op de vragen van de Kamerleden Van der Veen en Smilde (PvdA en CDA) over aangescherpte solvabiliteitseisen voor zorgverzekeraars (ingezonden 22 oktober 2009).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Van der Veen en Smilde over aangescherpte solvabiliteitseisen voor zorgverzekeraars.
(2009Z19431)
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht dat de Nederlandsche Bank (DNB) de solvabiliteitseisen voor zorgverzekeraars volgend jaar aanscherpt van 8% naar 9%? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat als gevolg daarvan de zorgverzekeraars in totaal 300 miljoen euro extra aan eigen vermogen moeten aanhouden en dat hierdoor de zorgpremie met 25 euro per verzekerde zal stijgen? Verwacht u dat daarvoor de premies voor 2010 nog zullen moeten worden verhoogd?
Antwoord 2
Een verhoging van de solvabiliteitseisen van 1% betekent dat zorgverzekeraars in totaal ongeveer 300 miljoen euro extra aan eigen vermogen moeten aanhouden ten opzichte van het huidige vereiste. Het percentage wordt toegepast op grofweg het totale jaarlijkse schadebedrag. Dit is ongeveer 30 miljard euro. De zorgverzekeraars voldoen volgens De Nederlandsche Bank (DNB) op dit moment allemaal aan deze nieuwe verhoogde solvabiliteitseis van 9%. Enkel uit hoofde van het in 2010 voldoen aan de solvabiliteitseisen is er dus geen reden tot premieverhoging, maar zorgverzekeraars betrekken vanzelfsprekend meerdere omgevingsfactoren in hun premiebeleid. Bij de recente bekendmaking van de nominale premies 2010 geven alle zorgverzekeraars aan dat de stijgende zorgkosten in belangrijke mate bepalend zijn bij de vaststelling van deze premies. Slechts een enkele verzekeraar noemt hierbij de verhoogde solvabiliteitseis.
Vraag 3
Kunt u aangeven wat de gevolgen van de nieuwe solvabiliteitseis zullen zijn voor uw begroting voor het jaar 2010 en de collectieve lasten in 2010?
Antwoord 3
De nieuwe solvabiliteitseis heeft geen effecten op de zorguitgaven in het jaar 2010. Ik verwacht daarom van de aanpassing van deze eis geen gevolgen voor de begroting en de collectieve lasten voor het jaar 2010.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de huidige en de geprognosticeerde solvabiliteit van de zorgverzekeraars? Verwacht u dat solvabiliteitseisen in de toekomst mede als gevolg van de stijgende risicodragendheid van zorgverzekeraars nog verder zullen worden aangescherpt? Verwacht u een zelfde soort ontwikkeling bij de zorgaanbieders?
Antwoord 4
Ik heb geen inzicht in de dekking van de solvabiliteitseisen per individuele zorgverzekeraar. Mijn inzichten baseer ik op de rapportages van de DNB. De gegevens van zorgverzekeraars over 2008 staan vermeld op internet, zie daarvoor http://www.statistics.dnb.nl/index.cgi?lang=nl&todo=Verzekeraars2.
Het overall gemiddelde uit 2008 is volgens DNB behoorlijk representatief voor de situatie in 2009. De gemiddelde solvabiliteit van zorgverzekeraars ligt volgens DNB op ongeveer het dubbele van het wettelijke vereiste.
Mijn beleid is er op gericht om zorgverzekeraars meer en meer financieel te prikkelen om tot doelmatige inkoop en organisatie van de zorg te komen. Ik doe dit door de ex post compensaties in de risicoverevening af te bouwen. Hierdoor neemt de risicodragendheid van zorgverzekeraars toe. De DNB zal van jaar op jaar de risicodragendheid beoordelen op de consequenties voor de solvabiliteitseisen en daarover adviseren aan de minister van Financiën. Daarnaast zullen naar alle waarschijnlijkheid de solvabiliteitseisen door de invoering van Solvency II gaan veranderen. Deze eisen worden risicogebaseerd en per individuele verzekeraar vastgesteld. Verwacht mag worden dat de prudentieel toezichthouder in haar adviezen inzake de gewenste solvabiliteiteis rekening houdt met de komst van Solvency II.
Voor zorgaanbieders/ziekenhuizen bestaat geen vastgestelde solvabiliteitsnorm. Ook in het geval van ziekenhuizen is mijn beleid gericht op het vergroten van eigen verantwoordelijkheid en het verminderen van zekerheden. Net als bij zorgverzekeraars neemt als gevolg daarvan de risicodragendheid van ziekenhuizen toe. Kapitaalverschaffers van ziekenhuizen zullen vanzelfsprekend de mate van risicodragendheid betrekken bij hun financieringsbeleid. Het eigen vermogen van ziekenhuizen zal, zo is de verwachting, moeten gaan stijgen. Hierbij moet worden opgemerkt dat solvabiliteit slechts één van de criteria is aan de hand waarvan banken een financieringsverzoek beoordelen. Kwaliteit van het management, positie in de regio, omvang en duur van de productieafspraken met zorgverzekeraars zijn evenzeer van belang.
Vraag 5
Zou u de omvang van het aangehouden vermogen door de zorgverzekeraars en zorgaanbieders op dit moment kunnen aangeven?
Antwoord 5
De totaal aanwezige solvabiliteitsmarge van zorgverzekeraars in het vierde kwartaal van 2008 bedroeg volgens DNB 5,3 miljard euro. Dit was ongeveer het dubbele van het wettelijk vereiste.
In een recente publicatie (Brancherapport Algemene ziekenhuizen 2009) van de Nederlands Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) staat dat de gemiddelde solvabiliteit van algemene ziekenhuizen in 2008 10,7% bedroeg. Solvabiliteit is daarbij gedefinieerd als: ”het niet-vreemd vermogen als percentage van het totale vermogen”. De gemiddelde solvabiliteit is in de achter ons liggende jaren verbeterd maar blijft achter op het streefniveau van 15% dat de commissie Havermans hanteerde. De variatie in solvabiliteit tussen ziekenhuizen onderling is evenwel groot: van 3% tot ruim 25%, aldus de NVZ.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de wenselijkheid en de noodzakelijkheid van de aanpassing van de solvabiliteitseis? Is over de aanpassing van de solvabiliteitseis vooraf door de DNB met u of de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) overlegd? Zo ja, welke reactie of welk advies is er in dat overleg door u of de NZa gegeven?
Antwoord 6
DNB heeft een zelfstandige en onafhankelijke adviesbevoegdheid richting de Minister van Financiën. Ik heb DNB voorzien van de noodzakelijke informatie over het vereveningsmodel op basis waarvan DNB de Minister van Financiën kon adviseren over de verhoging van de solvabiliteitseis. Ik ben van het advies van DNB op de hoogte gesteld. Uiteindelijk heeft de Minister van Financiën als verantwoordelijk vakminister het besluit tot verhoging van de solvabiliteitseis namens het kabinet genomen.
Vraag 7
Zou u deze vragen kunnen beantwoorden voor de begrotingsbehandeling van 2010?
Antwoord 7
Ja.
1) Financiële Dagblad, 12 oktober 2009