Bestuursconferentie PHS
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Beste mensen,
Helaas kan Minister Eurlings er vandaag niet bij zijn, in verband met last-minute overleggen.
Ik weet dat hij graag met u had gesproken over de unieke opgave waar wij met elkaar voor staan.
Want dát staan we.
Wij hebben 4,5 miljard beschikbaar om het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer uit te voeren.
Het is echt ongekend dat dit bedrag aan verbetering van het spoor wordt besteed.
We gaan er mooie dingen mee doen:
- We introduceren spoorboekloos reizen op de drukste trajecten in de Randstad en richting Brabant en Gelderland.
- We laten goederenvervoer en personenvervoer vlot en veilig samen sporen.
4,5 miljard.
Het is fantastisch dat we daarmee in deze tijden van crisis een doorkijk naar de toekomst kunnen maken.
Laten we uit elke euro het uiterste halen.
Want één ding staat als een paal boven water: meer geld zal er niet komen.
Ik zie dit als een stimulans om – met elkaar – het maximale te doen met wat we wèl hebben.
We hebben ons spoor en onze treinen keihard nodig om Nederland bereikbaar te houden.
Onze moderne samenleving bestaat bij de gratie van mobiliteit en bereikbaarheid.
Voor reizigers: van en naar werk, of in de vrije tijd.
De trein vervoert grote aantallen reizigers in de spits tussen de grote steden.
En de nu al drukke corridors worden drukker en drukker.
Voor de economie: zonder transport geen handel.
We hebben twee mainports die aan- en af moeten kunnen voeren.
Havens, greenports, industriegebieden die bereikbaar moeten zijn.
Ook op de komst van de Tweede Maasvlakte moeten we voorsorteren.
Zowel personen- als goederenvervoer groeien de komende tien jaar fors.
De cijfers: reizigerskilometers gaan van 15 miljard in 2008 naar 19 tot 25 miljard in 2020. Goederenvervoer gaat in diezelfde periode van 45 miljoen ton naar 66 tot 102 miljoen ton.
Kortom, als we niets doen loopt het hartstikke vast. Dan raken de treinen te vol én de sporen.
Om bereikbaar te blijven, hebben we de trein keihard nodig.
Dáárom introduceren we Hoogfrequent Spoorvervoer.
We werken natuurlijk al langer samen aan de toekomst van ons spoor.
We hebben met de landelijke markt- en capaciteitsanalyse Spoor uit 2007 PHS op de agenda gezet en het geld vrijgemaakt, 4,5 miljard.
We hebben met elkaar afgesproken wat de corridors zijn en de onderzoeksvarianten en uitgangspunten vastgesteld.
Vandaag presenteren ProRail, NS en KNV-Goederenvervoer de resultaten van hun analyses. Hiermee ligt de informatie op tafel om in het voorjaar van 2010 de keuze van het kabinet op te baseren.
Hier gaan we het mee doen. Niet eindeloos doorstuderen, maar doorpakken.
Minister Eurlings hakt met het kabinet die knoop door, maar niet zonder rugdekking van u.
We staan samen voor deze unieke opgave.
Daarom bent u hier vandaag.
Het is belangrijk om uw reactie te horen op de tussenresultaten.
Om te horen waar u de knelpunten en de vraagstukken voor hoogfrequent spoorvervoer ziet.
U wordt expliciet uitgenodigd om te reageren op deze tussenresultaten van de diverse planstudies.
Nu heeft u rechtstreeks de kans om invloed uit te oefenen.
Vandaag, en de periode tot de tweede bestuursconferentie is daar juist voor bedoeld.
In februari praat Verkeer en Waterstaat verder, maar dan met provincies en stadsregio’s.
Zij zorgen voor afstemming met de gemeenten.
Zo voorkomen we grote discussies ná de voorkeursbesluiten.
De neuzen moeten zo veel mogelijk dezelfde kant op.
Voor wat betreft de aanpak van de planstudies, de uitgangspunten en het doel dat we voor ogen hebben.
Zodat onze keuzes straks ook stand houden als we de fase van procedures en uitvoering ingaan. Werken aan overeenstemming over de koers, betekent dat we straks sneller kunnen doorpakken. Dat is de ‘methode Elverding’ die de minister nastreeft, en die ons land nodig heeft.
Ondanks onze goede gezamenlijke voorbereiding, zullen er in de loop van de dag ongetwijfeld dilemma’s naar voren komen.
U wilt misschien per sé 6/6, en niet 6/maatwerk.
U bent misschien bang dat het goederenvervoer straks door uw achtertuin komt.
U verwacht misschien problemen met de overwegen.
U heeft misschien het gevoel dat u wel de lasten hebt, maar niet de lusten van hoogfrequent spoorvervoer.
Ik begrijp dat u allemaal uw eigen belang hebt.
Dat de een meer sprinters wil, de ander juist intercity’s en een derde pleit voor meer goederenvervoer of voor een andere routering van goederenvervoer.
Maar het is ónze plicht en de taak van de minister om te kijken naar het nationale belang.
Naar het transport van en naar de mainports en de bereikbaarheid van de economische centra. Nederland is méér dan de som der delen.
Meer dan een aantal gemeentes, regio’s of provincies.
Nederland is ook de toegangspoort tot Europa.
We werken aan spoorcorridors naar Zuid-, Midden- en Oost-Europa.
Daar profiteert héél het land van.
Het gaat dus inderdaad over uw gemeente, provincie of Stadregio, maar het gaat ook om the bigger picture.
Dus kijkt u ook naar de keuzes die bínnen uw regio mogelijk zijn.
Hier en daar moet u misschien wat ‘inleveren’.
Maar u kunt ook zelf kijken naar uw eigen mogelijkheden om uw ambities en wensen te verwezenlijken.
En dan kunnen we de problematiek samen tackelen.
Los van alle wensen, voorkeuren en belangen, hebben we allemaal met hetzelfde speelveld te maken.
- Ten eerste – en ik benadruk dat nog maar eens – 4,5 miljard is 4,5.
Dat wordt niet meer.
Als we overal 6/6 willen, past dat niet binnen dat budget.
Dat blijkt uit de capaciteitsanalyse. Als we die ambitie toch willen nastreven, moeten we ergens anders inleveren.
Anders kan het niet.
Wij zijn bereid daar de komende maanden serieus naar kijken, maar dat vraagt ook wat van u.
- Ten tweede bepaalt ook vraag en aanbod het aantal treinen.
Niemand heeft er iets aan om lege treinen te laten rijden.
Daar gaat VenW niet voor aan de lat staan.
- Ten derde houden we ons bij de plannen uiteraard aan wet- en regelgeving.
Op het gebied van externe veiligheid en geluidsnormen en het beleid voor de overwegen.
- Tot slot moet de kwaliteit van dienstregeling als een paal boven water staan.
Misschien moet er heel iets op ingeleverd worden om alles voor elkaar te krijgen, maar het mag géén rommeltje worden.
Een pessimist zou zeggen ‘Dit is het veld waarop het moet gebeuren.’
Ik zeg liever: ‘dit is het veld waarop het mág gebeuren’.
Het zal zeker een flinke klus zijn om dit voor elkaar te boksen, daar hoeven we niet geheimzinnig over te doen.
Maar het is ook een unieke kans om Nederland klaar te stomen voor de toekomst.
Hoe nu verder?
Vandaag is de eerste bestuursconferentie.
De komende tijd hardt het verhaal verder uit, aan de hand van uw reactie.
We gaan aan de slag met de volgende belangrijke vragen:
- Hoeveel intercity’s en hoeveel stoptreinen rijden er straks?
- Hoe lopen de goederentreinen?
- Hoe pakken we de effecten van het drukkere verkeer aan?
- Welke investeringen moeten we hiervoor doen?
In februari volgt de tweede bestuursconferentie met provincies en Stadsregio’s.
Daar willen we de overeenstemming bereiken over de voorkeursvariant.
Vervolgens gaat het kabinet aan het werk.
Zodat begin mei het voorkeursbesluit naar de Tweede Kamer kan.
Dít is het pad dat wij voor ogen hebben.
Het is belangrijk om daar open over te zijn.
Juíst om de druk op de ketel te houden.
Bij u, maar ook op ons eigen ministerie.
Sneller en beter besluiten, we werken er hard aan in ons land.
Wij hebben de kans om dat waar te maken.
Verkeer en Waterstaat zet de schouders eronder.
U ook, dat weet ik.
We zullen allemaal iets los moeten laten, en allemaal iets bij moeten dragen.
En dan we zullen er ook allemaal baat bij hebben. Dát punt staat stevig voor mij stevig aan de horizon.
Ik wens u een goede middag toe!