Veiligheid van burger en persoonlijke levenssfeer scherper in beeld
Burgers mogen erop vertrouwen dat zorgvuldig met hun persoonsgegevens wordt omgegaan als deze worden verwerkt. Tegelijk mogen zij erop rekenen dat overheidsinstanties informatie met elkaar delen als dat voor de bescherming van hun veiligheid noodzakelijk is. Dat schrijven de ministers Hirsch Ballin en Ter Horst (BZK) in het kabinetsstandpunt op het advies van de privacycommissie Brouwer-Korf en de evaluatie van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Het kabinet kiest voor een tweevoudige bescherming: zowel de veiligheid van de burger als zijn persoonlijke levenssfeer dient te worden beschermd. Instanties die persoonsgegevens gaan gebruiken, moeten vooraf bepalen welke gegevens ze nodig hebben, en met welk doel. En zij moeten dit ook duidelijk maken aan de burger. Het toezicht op de naleving van de wet wordt aangescherpt. De ministerraad heeft ingestemd met het kabinetsstandpunt op het advies van de privacycommissie Brouwer-Korf en de evaluatie van de Wet bescherming persoonsgegevens.