Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Van Miltenburg over de steunaanvraag van de rechtsopvolgers van Meavita bij de Nederlandse Zorgautoriteit_2
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMC-K-U-2963343
4 november 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Miltenburg (VVD) over de steunaanvraag van de rechtsopvolgers van Meavita bij de Nederlandse Zorgautoriteit.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Vraag 1
Kent u het artikel “Steunaanvraag Meavita in laatste fase” van Zorgvisie? 1)
Ja.
Vraag 2
Is de uitspraak van de heer Van O. waar dat, als het geld voor de steunaanvraag uit de centrale kas van de AWBZ komt, dit ‘niet ten koste gaat van andere thuiszorgaanbieders’? Zo ja, kunt u garanderen dat thuiszorgorganisaties niet hoeven te bezuinigen als gevolg van het verlenen van de steunaanvraag aan de rechtsopvolgers van Meavita?
De financiering van een eventueel door de NZa toe te kennen steunaanvraag geschiedt via een opslag op het budget/tarief van de betreffende instelling. Die opslag is rechtstreeks afkomstig uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) en komt niet ten laste van de reguliere, regionale AWBZ-contracteerruimte van het betreffende jaar.
Vraag 3
Indien de uitspraak niet waar is, is er dan door de NZa of door u enige communicatie met de heer Van O. geweest waarop hij zijn uitspraak kan baseren?
Ik heb hierover geen contact met de bestuurder gehad.
Vraag 4
Kunt u aangeven over hoeveel interimmanagers het door de heer Van O. bevestigde bedrag van euro 48.000 per maand wordt verdeeld?
Het antwoord op deze vraag is niet precies te geven omdat, zoals de bestuurder aan mij heeft aangegeven, de inzet van interimmanagers van periode tot periode verschilt en dus ook de kosten van periode tot periode verschillen. Hij herkent zich niet in het genoemde bedrag. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 uit de eerste set vragen was er op 1 oktober 2009 een drietal interimmangers werkzaam bij HWWzorg.
Vraag 5
Kent u het artikel “Redding Meavita valse concurrentie”? 2)
Ja.
Vraag 6
Is het waar dat er, zoals in het artikel wordt gesuggereerd, er in ieder geval één andere gegadigde was om de activiteiten van het toenmalige Meavita over te nemen? Zo ja, hoe kan het dat de heer Van O. in het artikel stellen dat er geen andere gegadigden waren voor het overnemen van het toenmalige Meavita?
In het betreffende artikel van 22 november 2008 wordt een kennelijk geïnteresseerde genoemd. Anders dan de verwachting die in het artikel wordt uitgesproken heeft de NZa in die fase van het proces geen balanssteun toegekend aan Meavita NL en is Meavita NL door bevoorschotting en versnelde afschrijving in staat gesteld verder te functioneren. Daarmee was een eventuele overname niet aan de orde. Volledigheidshalve zij vermeld dat in een latere fase de Wmo-werkzaamheden van Meavita West zijn overgenomen door Asito.
De huidige bestuurder was op het moment dat het artikel op 22 november 2008 verscheen nog niet in functie. Zijn opmerking, inhoudende dat er geen gegadigden waren, in het artikel van 5 oktober 2009 kan dus alleen maar betrekking hebben op de periode na zijn aanstelling als bestuurder. Zie daarvoor de antwoorden op de vragen 7 en 8.
Vraag 7
Welke signalen zijn er bij de NZa en door u ontvangen over een eventuele overname door een andere partij, en, indien deze er zijn, in hoeverre zijn ze meegenomen bij de beoordeling van de steunaanvraag?
De NZa en mij bereiken inderdaad signalen dat er partijen geïnteresseerd zouden zijn in het overnemen van (delen van) van HWWzorg cq. TZG. Deze signalen zullen door de NZa worden betrokken bij de beoordeling van de steunaanvragen.
Vraag 8
Is het voormalige Meavita na het faillissement, dus toen er geen schulden waren, ‘in de etalage gezet’?
Een surseance/faillissement wordt openbaar gemaakt en wordt, zeker in dit geval, scherp gevolgd door andere marktpartijen. Destijds zijn vanuit het oogpunt van het waarborgen van de continuïteit van zorg enkele nieuwe stichtingen opgericht die beschikbaar zouden zijn om de zorg te continueren op het moment dat een faillissement zou worden uitgesproken en zich geen alternatieve aanbieders zouden aanbieden. Twee van die nieuwe stichtingen (HWWzorg en TZG) zijn daadwerkelijk geactiveerd doordat de curatoren een overeenkomst aangaande continuering van zorgverlening aangingen met deze stichtingen omdat zich op het moment van faillissement geen geschikte overnemende partijen meldden. De nieuwe stichtingen zijn nadrukkelijk als tijdelijk bedoeld, hetgeen in de statuten ook tot uiting is gebracht. De stichtingen stonden en staan dus “in de etalage”.
Vraag 9
Bent u bereid de vragen van 24 september jl. en deze vragen te beantwoorden vóór er definitief over de steunaanvraag besloten wordt?
Er is thans nog geen besluit genomen over de door Thuiszorg Groningen en HWWzorg ingediende steunaanvragen.
1) Zorgvisie, 5 oktober 2009
http://www.zorgvisie.nl/nieuws/nieuwsoverzicht/nieuwsartikel/Steunaanvraag-Meavita-in-laatste-fase.htm
2) Dagblad van het Noorden, 22 november 2008