Verslag WSBVC Raad
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
IZ-2965072
2 november 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad van de Europese Unie voor Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 12 oktober 2009 te Luxemburg.
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken 12 oktober 2009.
De Raad voor Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken van 12 oktober stond volledig in het teken van de Nieuwe Influenza A (H1N1).
De Zweedse voorzitter, mevrouw Maria Larsson, opende de vergadering met een korte schets van de situatie in de Europese Unie. Zij gaf aan dat de situatie wat betreft de Nieuwe Influenza A (H1N1) in de meeste EU lidstaten rustig was, maar dat betrokken instanties wel paraat moeten blijven omdat de situatie snel kan veranderen.
Commissaris Vassiliou deed verslag van de werkzaamheden van de Commissie rond de Nieuwe Influenza A (H1N1), in het bijzonder van de activiteiten van het Europees Centrum voor ziekte preventie en -controle (ECDC), het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMEA) en het Europees Comité voor de bescherming van de gezondheid (HSC).
Voordat werd overgegaan tot de gedachtewisseling werden de Raadsconslusies door de Raad aangenomen.
De gedachtewisseling ging over de samenwerking op het terrein van communicatie naar het publiek, de steun aan landen die geen contract hebben voor de productie van vaccins (o.a. ontwikkelingslanden) en multisectorale samenwerking bij een pandemie.Nederland heeft in de gedachtewisseling naar voren gebracht tevreden te zijn met de huidige samenwerking op het terrein van communicatie naar het publiek en te hechten aan verbreding naar alle vitale sectoren bij multisectorale samenwerking bij een pandemie. Nederland heeft op de vraag hoe ontwikkelingslanden te steunen bij deze en toekomstige pandemieën aangegeven dat dit vooral een taak voor de Wereldgezondheidsorganisatie is. Verder deed Nederland een oproep aan de Commissie om de lidstaten te faciliteren bij een eventuele doorverkoop van vaccins die niet meer nodig zijn aan landen die nog geen vaccins hebben. Daarnaast heeft Nederland de Commissie gevraagd om te onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn van het als EU gezamenlijk aanschaffen van vaccins bij een pandemie in de toekomst.
De meeste lidstaten beschreven in hun interventie in het kort de situatie wat betreft de Nieuwe Influenza A (H1N1) in hun land. Ook wezen veel lidstaten op het belang van brede intersectorale samenwerking binnen EU verband, maar ook op nationaal niveau. Goede afstemming tussen het werk van de EU en het werk van de Wereldgezondheidsorganisatie werd door veel lidstaten als cruciaal gezien.