Gevangenisverdrag: primeur in Europa
Nederland en België hebben vandaag een uniek verdrag gesloten op grond waarvan Belgische gedetineerden hun straf kunnen uitzitten in de penitentiaire inrichting in Tilburg. Nederland stelt de gevangenis en bijbehorend personeel beschikbaar voor de plaatsing van minimaal 500 Belgische gedetineerden voor een periode van drie jaar. Door de overeenkomst kan het bestaande cellentekort in België tijdelijk worden opgevangen. Bovendien kan de geplande sluiting van een aantal Nederlandse gevangenissen op een later tijdstip plaatsvinden. Daardoor is er meer tijd om personeel te begeleiden naar een andere baan.
De Nederlandse staatssecretaris van Justitie Nebahat Albayrak en de Belgische minister van Justitie Stefaan De Clerck hebben het verdrag vandaag ondertekend in de penitentiaire inrichting Tilburg. Het verdrag treedt in werking na goedkeuring door het Nederlandse en Belgische parlement. Beide bewindslieden streven ernaar dat de PI Tilburg op zo kort mogelijke termijn door België in gebruik kan worden genomen.
Het is zeer bijzonder dat twee landen overeenkomen dat strafvonnissen die in het ene land zijn opgelegd in het andere land worden uitgevoerd. In het verdrag staat dat Nederland de penitentiaire inrichting en personeel beschikbaar stelt voor de uitvoering van Belgische vrijheidsstraffen volgens de regels van het Belgisch recht en onder leiding van een Belgische directeur.
Nederland stelt de PI Tilburg beschikbaar voor een periode van drie jaar. Afhankelijk van de capaciteitsbehoefte in beide landen kan de looptijd met een jaar worden verkort of verlengd. Voor de plaatsing van 500 gedetineerden betaalt België een bedrag van 30 miljoen euro per jaar. De kosten van gedetineerdenvervoer en medische zorg worden apart bij België in rekening gebracht.
In de verdragstekst is opgenomen dat België in Tilburg geen gedetineerden plaatst met een vluchtrisico of maatschappelijk risico dat niet past bij het beveiligingsniveau van de penitentiaire inrichting. Ook Nederlandse ingezetenen die in België zijn veroordeeld tot een vrijheidsstraf en vreemdelingen die eerder in Nederland ongewenst zijn verklaard worden niet in Tilburg gedetineerd. Dat geldt ook voor personen die door de Nederlandse justitie worden gezocht. Verder kan er tussen Nederland en België overleg plaatsvinden over de plaatsing van individuele gedetineerden.
Afgesproken is dat de PI Tilburg wordt aangewezen als dependance van de Belgische strafinrichting in Wortel. Alle gedetineerden worden in Wortel ingeschreven en vervolgens overgebracht naar de PI Tilburg. Verlof en invrijheidsstelling gebeurt niet in Nederland. Daarvoor worden gedetineerden eerst teruggebracht naar de Belgische strafinrichting. Het vervoer van de gedetineerden wordt verzorgd door Nederlandse ambtenaren van de Dienst Justitiële Inrichtingen.
De PI Tilburg blijft Nederlands grondgebied waar het Nederlandse strafrecht van toepassing is. Alleen het Nederlandse openbaar ministerie is bevoegd om onderzoek in te stellen naar strafbare feiten binnen de inrichting. Bij een ontvluchting kan een gedetineerde door de Nederlandse autoriteiten worden vastgehouden in afwachting van een Europees aanhoudingsbevel. In het verdrag is verder vastgelegd dat gedetineerden in voorkomende gevallen voor ziekenhuisbezoek naar België worden vervoerd.
Door de tijdelijke overdracht van detentiecapaciteit aan België kan de sluiting van de penitentiaire inrichting Noordsingel in Rotterdam en de gefaseerde sluiting van de penitentiaire inrichting Bankenbosch in Veenhuizen worden uitgesteld van 2010 tot december 2012. Ook de locaties Schutterswei en ’t Keern van de PI Noord Holland Noord en de locatie Maashegge van de PI Zuid Oost zullen nu een jaar later op 31 december 2012 dicht gaan. Daardoor is er meer tijd om personeel van werk naar werk te begeleiden en kunnen de personele gevolgen van het Masterplan Gevangeniswezen zoveel mogelijk beperkt blijven.
Het wetsvoorstel ter goedkeuring van het verdrag zal aanstaande maandag voor advies naar de Raad van State worden gezonden. De tekst van het verdrag en het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.