Rouvoet wil eind aan zorgtekort 18-23 jarigen
Minister André Rouvoet gaat met betrokken partijen de knelpunten in de zorg voor jongvolwassenen aanpakken. Dat schrijft hij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
De aansluiting tussen jeugd- en volwassenenzorg is gebrekkig. 18-23 jarigen vallen hierdoor te vaak buiten het hulpverleningsaanbod.
In opdracht van Rouvoet heeft het Verwey-Jonker Instituut de problemen rond de hulpverlening aan jongvolwassenen onderzocht. Lang niet altijd is duidelijk wie verantwoordelijk is voor de hulpverlening aan 18-23 jarigen. Ook schiet de samenwerking tussen instanties voor jeugd- en volwassenenzorg tekort. En te weinig specifieke expertise over deze groep jongeren leidt tot te weinig passend hulpverleningsaanbod. Een ander knelpunt is het feit dat zorg aan 18-plussers in principe alleen op vrijwillige basis kan plaatsvinden. Veel jongeren die dan nog hulp nodig hebben, haken af. Of ze komen in aanmerking voor volwassenenzorg, die echter onvoldoende op hen is toegespitst.
Rouvoet gaat bij de bestuurlijk verantwoordelijken voor jeugd- en volwassenenzorg (zoals VNG, IPO en Zorgverzekeraars Nederland) aandringen op een gezamenlijke aanpak van de knelpunten. Hij wijst erop dat gemeenten verantwoordelijk zijn om zorginstanties bij elkaar te brengen om sluitende afspraken te maken over het zorgaanbod. Verder gaat Rouvoet stimuleren dat er voor de specifieke zorgvraag van jongvolwassenen een toegesneden hulpverleningsaanbod komt. Zo is er behoefte aan professionele begeleiding op de weg naar zelfstandigheid. Te denken valt dan aan hulp bij het vinden van werk en huisvesting.
Internationale verdragen stellen zeer strenge eisen aan een wettelijke verplichting aan personen boven de 18 jaar om hulp te aanvaarden. Rouvoet ziet hierin dan ook geen oplossing. Hij wil inzetten om jongeren hiertoe te motiveren. Zo gaat hij onder meer bezien of jongeren via ‘dranggesprekken’ te bewegen zijn om vrijwillig hulpverlening te aanvaarden. In Rotterdam worden momenteel de mogelijkheden hiertoe verkend.
De aanbeveling van de onderzoekers om jeugdzorg ook na het 18e levensjaar te kunnen laten aanvangen, neemt Rouvoet mee in het kabinetsstandpunt over de toekomst van de zorg voor jeugd. Dit kabinetsstandpunt stuurt hij – na evaluatie van het huidige stelsel – begin 2010 naar de Tweede Kamer.