Rechtbank wijst schadevorderingen Fortis beleggers af
De Rechtbank Den Haag en de Kantonrechter Den Haag hebben vandaag alle vorderingen van zestien beleggers in Fortis-aandelen tegen de Nederlandse Staat afgewezen. De beleggers hadden de Staat aansprakelijk gesteld omdat zij van mening waren dat de Staat hen had misleid.
De eisers doelden op de periode tussen de ‘eerste reddingsoperatie’ van Fortis, waarbij de Staat een belang van 49 procent in Fortis Bank Nederland Holding nam, en de ‘tweede reddingsoperatie’, een week later waarbij de Nederlandse Staat 100 procent van de Nederlandse Fortis onderdelen overnam. De beleggers claimden onder meer dat de Staat het effect van de eerste reddingsoperatie te gunstig had voorgesteld en beleggers had moeten informeren over de ontwikkelingen bij Fortis in de dagen na de eerste reddingsoperatie. Zij stelden de Staat aansprakelijk voor het verlies dat zij hebben geleden omdat zij eind september, begin oktober nog aandelen Fortis hebben gekocht. De Rechtbank en de Kantonrechter hebben alle vorderingen van deze beleggers afgewezen.
De rechters zijn van mening dat de Staat met de aanvankelijk beoogde kapitaalinjectie de bedoeling heeft gehad de problemen bij Fortis op te lossen. De mededelingen in die periode zijn naar het oordeel van de rechter niet misleidend geweest. Bovendien stelt de rechtbank dat de minister van Financiën niet verplicht was potentiële beleggers, zoals de eisers in deze zaak, direct te informeren toen het gewenste effect van de eerste kapitaalinjectie uitbleef en de problemen bij Fortis verergerden. Een dergelijke ‘waarschuwing’ zou onvoorzienbare gevolgen kunnen hebben gehad.