Kabinet stelt paal en perk aan geluidsoverlast

De ministerraad heeft op voorstel van minister Cramer van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met de introductie van geluidsproductieplafonds waarmee een maximum wordt gesteld aan de hoeveelheid geluid die een rijksweg of hoofdspoorweg mag produceren. Deze plafonds moeten permanent worden nageleefd. Een daartoe strekkende wetswijziging wordt aan de Tweede Kamer gezonden.


De huidige wetgeving beschermt de burger onvoldoende tegen toename van geluidoverlast bij groei van het verkeer. Dat komt omdat de regels vooral betrekking hebben op situaties waarin de weg of het spoor wordt gewijzigd. In de praktijk blijkt dat toename van geluid door groei van verkeer nauwelijks aan banden is gelegd. Daar maken de nieuwe regels een einde aan. In plaats van de huidige ingewikkelde regels bij wijzigingen van een weg of spoor komt er één heldere geluidgrens: het geluidsproductieplafond.

Dit houdt in dat rondom rijkswegen en hoofdspoorwegen maximale geluidwaarden worden vastgelegd. De geluidproductieplafonds moeten door de beheerder worden nageleefd. In situaties met groei van verkeer zijn dus geluidreducerende maatregelen nodig om overschrijding van de geluidsproductieplafonds te voorkomen. Door dit nieuwe instrument worden circa één miljoen woningen rond rijkswegen en spoorwegen beter beschermd tegen toename van geluidsoverlast.

Mede door de groei van het verkeer in de afgelopen 25 jaar is op veel plaatsen de geluidbelasting te hoog. Gekoppeld aan de nieuwe regels start daarom een omvangrijk programma om de komende tien jaar de hoogst belaste woonsituaties aan te pakken. Ook geldt de verplichting om voor wegen en spoorwegen eens per vijf jaar een geluidsbelastingkaart en actieplan te maken.