'Verduurzamen is een werkwoord'
Met het tekenen van een overeenkomst met vijf marktpartijen, markeert minister Verburg de start van het Platform Verduurzaming Voedsel, dat er naar streeft een groter aanbod duurzaam voedsel te realiseren in supermarkten, horeca en catering.
Toespraak van minister G. Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tijdens de aftrap van het Platform Verduurzaming Voedsel, 28 oktober 2009, Woerden.
Dames en heren,
Vandaag, 28 oktober, is de geboortedag van de beroemde kok Auguste Escoffier, ook wel de Chef van Koningen en de Koning van Chefs genoemd. Voor professionele koks over de hele wereld is zijn 'Guide Culinaire' dè bijbel. Veel minder bekend is, dat Escoffier de duurzaamheidsgedachte in de grote hotelkeukens van Europa binnenbracht. Door onder andere een intelligent organisatiesysteem te ontwikkelen, waarbij er minder eten verloren hoefde te gaan. Hij stimuleerde ook het gebruik van seizoensgroenten. En organiseerde maaltijden waarvan de winst naar de armoedebestrijding ging.
Een prachtige geboortedag dus voor de start van het nieuwe Platform verduurzaming voedsel.
Ruim een week geleden was het Wereldvoedseldag. Ik heb toen gewezen op het feit dat in ontwikkelingslanden één miljard mensen aan honger lijdt, terwijl aan de andere kant van de wereld één miljard mensen te veel eet. Er is wel genoeg voedsel, maar productie en consumptie zijn onevenwichtig verdeeld. Honger en armoede in de wereld verweven zijn met andere ontwikkelingen. De klimaatveranderingen bijvoorbeeld. De wereldbevolking die naar verwachting groeit naar zo'n 9 miljard mensen. Al die monden moeten worden gevoed met goed en gezond eten. Daar kunnen we niet vaak genoeg bij stilstaan.
We kunnen er gelukkig ook iets aan doen. Onze ambitie is om ons land in vijftien jaar tijd koploper in duurzaam voedsel, en koploper in duurzame productie te maken. Samen met u. Omdat dat een driedubbele investering is: in de oplossing van het wereldvoedselprobleem, in het behoud van het mondiale ecosysteem en in onszelf.
Deze bijeenkomst en de overeenkomst die we vandaag tekenen passen daarin. De overeenkomst heeft, om in voedseltermen te blijven, een kortere houdbaarheidsdatum: drie jaar. Dat is een klein stapje voor nu, maar een grote sprong voor straks. We gaan er graag mee aan de slag. We zullen ook een gezamenlijke agenda opstellen voor na 2012. We maken daarbij concrete afrekenbare afspraken voor de toekomst.
Wat zien we in die vijftien jaar gebeuren?
Duurzaamheid en verduurzaming zijn dan niet meer zomaar wat kreten. We weten wat je er voor kunt doen of moet laten, hoe veelzijdig, leuk, uitdagend het kan zijn, en hoe je er meer smaak, beleven, genieten, maar ook kwaliteit, profijt en gezondheid uit kunt halen. Hierdoor is duurzaamheid over vijftien jaar veel minder een issue, we praten er niet zo veel meer over, het is een vanzelfsprekend onderdeel van ons dagelijks leven geworden.
Mensen maken duurzame keuzes, bedrijven doen het en andere organisaties ook. Met gemak, want er vàlt ook iets te kiezen.
In de schappen en op het menu vinden we alleen nog maar duurzaam gevangen vis en diervriendelijk geproduceerd vlees.
Groenten, fruit, zuivel en gemengde producten of vleesvervangers die duurzaam zijn, zijn ruim voorradig. Niemand hoeft er naar te zoeken, het springt in het oog bij het boodschappen doen. Het is de gemakkelijkste keuze, niet de moeilijkere. Sterker, het nog duurzamere alternatief voor de gewone producten - die dan dus al heel duurzaam zijn- is ook voor handen. Je kunt dus kiezen uit duurzaam, duurzamer, duurzaamst.
Dat aanbod is voor een deel het gevolg van de gesloten kringlopen die we tegen die tijd steeds meer zien. Bij de boeren, en in de verwerkende industrie. Voor een deel is het ook het gevolg van intelligente agrologistiek en slimme distributiesystemen. Ik zie die ontwikkeling overigens al op op gang komen. Ik noem de energieproducerende kas, ik noem de boer die zijn mest levert voor de energie van de melkfabrikant.
Cateraars bieden hun klanten alleen nog maar duurzaam geproduceerd eten. Daar wordt niet over onderhandeld, want het zit standaard in hun dienstenpakket en maakt deel uit van het bedrijfsproces. Restaurants idem dito; op de menukaart alleen duurzame gerechten. Liefst met het verhaal erbij! Zodat het water je bij de menukeuze al in de mond loopt.
En de consument? Die wil dat verhaal, de beleving, die kiest voor kwaliteit en gezondheid, rekent liever preventief en gezond af bij de kassa dan bij de aanvullende zorgpolis.
Met een gezamenlijke inzet voor een duurzame toekomst, zie ik ook een toekomst waarin we minder eten verspillen. Over vijftien jaar gooien we met zijn allen minstens twintig procent minder eten in de vuilnis- of biobak. Wist u dat het alleen al in Nederland 40% van ons voedsel gewoon verdwijnt? Dat gebeurt door de hele schakel heen, dus niet alleen consumenten. Al gooien de laatsten uiteindelijk veel van wat zij kopen weg. Eén op de vier tassen voedsel.
Om dit in de goede zin op gang te helpen, heb ik de LNV Innovatie-impuls in het leven geroepen. Een team van drie deelnemers - deskundige mensen uit de voedselindustrie - gaat binnen een week een probleem oplossen. Er zijn vier zogeheten business cases over het terugdringen van voedselverspilling in de voedselketen. TNO begeleidt dit. We zitten op dit moment in de fase waarin we de problemen inventariseren. Dus mocht u een aardige case hebben en u wilt een snelle oplossing, meldt 'm aan via de website van de LNV Innovatie-impuls.
Gisteren kwam er een vleeswijzer uit, die milieubelasting en dierenwelzijn meet. Stichting Varkens in Nood en Milieudefensie willen met dit initiatief ook een bijdrage leveren aan de klimaatdiscussie en willlen de consument helpen een meer duurzame keuze te maken. Dàt is oplossingsgericht denken. Ik vind wel dat je bij die discussie naar het totale plaatje moet blijven kijken. Vlees, vis, zuivel, eieren, granen, noten, rijst, thee, het heeft allemaal een klimaatkant. Consumenten moeten zich daar op alle fronten goed en objectief over kunnen informeren.
Ik ben er trots op dat ik kan zeggen dat ik vijf mooie partners heb gevonden die óók oplossingsgericht denken, en duurzame uitdagingen samen met mij concreet willen maken. Geen verklaringen, geen petities, geen resoluties, nee geen woorden, maar daden. Te veel mensen praten er over. Wij gaan het doen! Wij hebben hier vanmiddag drie ketenschakels op een rij: de producerende schakel, de verwerkende industrie en de afzetkanalen. De horeca, de retail en de catering.
Vijf partijen ondertekenen de overeenkomst, maar in deze zaal zitten veel meer vertegenwoordigers. Betrókken vertegenwoordigers, allemaal mensen die hier graag mee verder willen: midden- en kleinbedrijf, grote bedrijven, maatschappelijke organisaties, productschappen, onderzoeksinstellingen. U bent allen van betekenis bij verduurzaming voedsel. Het platform heeft u nodig, wij hebben elkaar nodig. Niet alleen bij de projecten, ook in de inhoudelijke discussie.
Ieder van de ondertekenaars heeft ook individuele inspanningen geformuleerd. Die gaan over het voedselproduct zelf en over de manier waarop het product wordt gemaakt. Dat spreekt mij bijzonder aan: het product staat niet los van het proces. En dan niet alleen het proces in die ene schakel, maar door de keten heen. Ik zie dat als een buitengewoon krachtige aanpak.
'Een kleine stap voor nu, een grote voor straks', dat geldt voor àlle betrokkenen. Ik ben de minister van de hink-stap-sprong. En als je aan het eind een grote sprong wilt maken, moet je eerst met elkaar praten, elkaar besnuffelen als het ware. We zullen dit zowel nationaal als internationaal blijven stimuleren. We zullen knellende regelgeving schrappen waar dat kan. Bij nieuwe wetten zullen we ruimte voor initiatieven rond duurzaam voedsel laten. Zonder de voedselveiligheid in het gedrang te laten komen uiteraard.
Wie ambities formuleert, koestert verwachtingen. We verwachten veel en goede resultaten en we gaan ze dan ook monitoren. Uit een quickscan weten we inmiddels dat het huidige marktaandeel van producten met duurzame keurmerken of kenmerken 2,5% is. Dat is een beginnetje. Maar niet meer dan dat. Ik vind dat dat verder moet groeien.
Dames en heren,
Verduurzamen is een werkwoord. Het is een weg met veel op- en afritten. Een blauwdruk van die route is er niet. Toch heeft het alles te maken met de voedselvoorziening wereldwijd, het klimaat, onze biodiversiteit, de economische stabiliteit. Met People, Planet en Profit.
Nu vraag ik uw inbreng en ideeën en tekenen we een samenwerkingsovereenkomst. Om straks, als we eenmaal op de duurzame snelweg zitten, in oplossingen te grossieren. Oplossingen die we hebben omdat,
- ons land al die tijd voorop loopt met innovatieve, duurzame concepten;
- Omdat we niet alleen onszelf, maar ook de wereld om ons heen hebben laten mee-profiteren van onze kennis en ervaringen;
- Omdat u de consument duurzame producten en diensten aanbiedt;
En omdat wij samen veel minder voedsel verspillen, en het woord 'afval' dan overal heeft plaatsgemaakt voor het woord 'hernieuwbare grondstof'. Ik richt mij nu even speciaal tot de ondertekenaars van vandaag. Mijnheer Vermeer, mijnheer Den Ouden, mijnheer Van den Doel, mijnheer Verheij, Eén persoon heeft zijn handtekening voor duurzaamheid al gezet: mijnheer Van der Grinten. Ik nodig u van harte uit om samen met mij de andere handtekeningen te zetten.