Plant Sciences Group in nieuw en groen gebouw

Toespraak | 29-10-2009

Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, bij de opening van de nieuwbouw Plant Sciences Group, 28 oktober 2009.

Dames en heren,

'Als je groene zonweringen ziet, dan ben je er'. Dat werd me nog snel in Den Haag toegeroepen, toen ik daar wegreed. En ik moet zeggen, ze vallen inderdaad op. In positieve zin, welteverstaan.

Een tweede ding wat je meteen ziet, als je aan komt rijden, is de hoeveelheid glas. Ik las ergens dat in het gebouw zo'n 6000 vierkante meter glas is verwerkt. U weet, de overheid wordt wel eens verweten niet open en transparant genoeg te zijn. Nou, dan moeten ze hier eens komen kijken!

En tenslotte wil ik de planten en bomen nog noemen. Uit de collectie van de Kenniseenheid Plant, naar ik heb begrepen. Ik vind het echt prachtig.

Dames en heren, u hebt het allemaal. Lekker beschut, veel licht, en groen waar je ook kijkt. Het is een gebouw waarin je af en toe vergeet dat je werkt. Gewoon omdat het allemaal klopt. Ik wil u dan ook van harte feliciteren met deze werkplek. Vergeet alleen niet, om af en toe ook naar huis te gaan!

Dames en heren,

Nu even zonder gekheid. Een gebouw - de vorm ervan, de inrichting - is natuurlijk belangrijk. Een gebouw moet zijn als een jas. Je moet je er geborgen, beschermd en happy in voelen. Belangrijk echter is dat een gebouw ook helpt om het werkproces te bevorderen. Een goed gebouw zorgt voor energie en synergie. Maakt dat 1 en 1, 3 wordt.

En dat is ook het geval met dit gebouw. Want behalve dat het prachtig is, vormt de nieuwbouw ook de afronding van het integratietraject waarbij de leerstoelgroepen van de universiteit samenkomen met de business units van Plant Research International. Hier in dit gebouw smelten onderwijs en onderzoek samen.

En dat is ongelofelijk belangrijk. Voor de Wageningen Universiteit, omdat het kansen biedt voor continue verbetering van de kwaliteit van onderzoek en onderwijs. Maar ook voor LNV. Immers, veel beleidsvragen zijn niet meer te beantwoorden met kennis uit een deelgebied. Het gaat tegenwoordig om het combineren van kennis uit verschillende domeinen. Om concepten als integrale bedrijfssystemen en systeeminnovaties.

De uitdaging nu, is om deze domeinen met elkaar in verbinding te brengen. Tussen de universiteit en onderzoeksgroepen, maar ook tussen de verschillende kenniseenheden. En om zo te zorgen voor die synergie. Voor 1 en 1 is 3.

Deze nieuwbouw komt in dat opzicht dan ook precies op tijd. Want we staan de komende jaren voor een groot aantal uitdagingen. Met name ook op het gebied van de plantenteelt en alles wat daarmee samenhangt. Denk aan de crisis op het gebied van voedselvoorziening. Denk aan het klimaatvraagstuk. Denk aan de schaarste aan water, aan fosfaat. Maar ook aan het werken aan het terugdringen van emissies uit gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen.

Die uitdagingen bieden echter grote kansen. Met name ook voor de landbouw. Denk aan co-vergisting, windenergie en biomassa voor duurzame energie. Of de mogelijkheden om eiwitten te telen, om voedsel te produceren op brakke, droge of te natte grond, om tweede generatie biobrandstoffen, of om onderzoek te doen naar de relatie tussen biodiversiteit en landbouwproductie. Maar dat hoef ik u eigenlijk niet te vertellen, want op veel van deze terreinen bent u al betrokken.

En dat is goed. En dat verwacht ik ook van u. Het is belangrijk dat de Plant Science Group blijft werken aan oplossingen voor de toekomst. Het is belangrijk dat de Plant Sciences Group blijft zoeken naar antwoorden op grote vragen als: 'hoe geven we een groeiende wereldbevolking te eten, terwijl we tegelijkertijd duurzame energie willen produceren en ruimte voor biodiversiteit willen houden?

Echter, minstens zo belangrijk vind ik het dat de Plant Sciences zich ook blijft bezighouden met de antwoorden op 'andere' vragen: Hoe maken we de Nederlandse landbouw robuust en gereed voor een liberaler landbouwbeleid? Hoe maken we werken in de landbouw aantrekkelijker, waar ligt ruimte voor arbeidsbesparing?

En wat natuurlijk ook een belangrijk onderdeel van uw takenpakket is, is de voortdurende zoektocht - samen met het bedrijfsleven - naar innovaties. Want de Nederlandse agrosector kan niet zonder. En ik - als minister van LNV - wil niet zonder. Want 'Innovatie voor verduurzaming' is mijn motto. Om nationaal en internationaal gangmaker te willen en te durven zijn.

Ik verwacht dus veel - dames en heren - van de Plant Science Group. En dat is misschien een zware last. Maar u heeft brede schouders: een topinstituut Groene Genetica, verbindingen met de praktijk via de lokaties in het land. En niet te vergeten een wetenschappelijke basis van wereldformaat, die terecht ook is opgemerkt door de Europese commissie.

Zaak is nu om de kennis niet op te kroppen, maar te delen. De deuren en ramen in dit prachtige gebouw moeten open, de kennis en innovaties moeten eruit. Naar bedrijven, stakeholders en boerenerven. Wat dat is een deel van uw bestaansrecht. U moet midden in de samenleving staan. Met een luisterend oor, een scherpe creatieve geest en bereidwillige handen. De woorden 'toegankelijk' en 'klantvriendelijk' horen in vette letters op uw visitekaartje te staan.

Ik weet dat de Plant Sciences Group daar veel aandacht aan besteedt, en ik hoor daar uit het veld goede berichten over. Dus blijf daar aandacht aan geven, want samenwerking met overheid, stakeholders en bedrijven is cruciaal voor uw toekomst.

Dames en heren,

De naam van dit gebouw, 'Radix', betekent wortel. Aan u de schone taak om te zorgen dat dit gebouw, en uw werk, zich nog steviger wortelt in de Nederlandse samenleving. Uw uitgangspositie is goed. U bent kind aan huis bij de verschillende agrarische sectoren en u bent aanwezig in een groot aantal regio's in het land. Op diverse plekken zijn de onderzoekslocaties zelfs al uitgegroeid tot kenniscentra voor de sector.

Hou dat vast en bouw dat uit. Want uw kennis geeft LNV, geeft Nederland sterke wortels om wezenlijk bij te dragen aan de grote internationale uitdagingen van deze tijd.