Doorbraak in klimaatoverleg milieuministers
De Europese milieuministers hebben vandaag hun inzet voor de Klimaattop in Kopenhagen bepaald. Alleen de financiële paragrafen ontbreken nog. De ambitieuze voorstellen zijn tot tevredenheid van minister Jacqueline Cramer van Ruimte en Milieu nagenoeg ongewijzigd overgenomen.
Zo heeft de EU zich gecommitteerd aan een reductie in CO2 uitstoot van 80-95 procent (ten opzichte van 1990) in 2050 en zijn er harde mondiale doelstellingen voor CO2 reductie geformuleerd voor de scheepvaart en de luchtvaart. Daarmee is de basis gelegd voor een pakket waar de EU in Kopenhagen mee voor de dag kan komen.
Minister Cramer sprak van een resultaat dat "voor de poorten van de hel was weggesleept". Hoewel het er volgens Cramer hard aan toe ging, is er toch opmerkelijk veel bereikt: "Als dat niet was gelukt, had ik mezelf niet in de spiegel durven kijken. Gelukkig hebben we als milieuministers knopen doorgehakt "De financiële paragrafen konden door het uitblijven van overeenstemming tussen de ministers van Financiën op 20 oktober helaas niet worden vastgesteld. "Natuurlijk ben ik hierover ook teleurgesteld", aldus Cramer, "Er is nog een grote krachtsinspanning nodig om overeenstemming te bereiken over de financiële paragrafen, maar onze milieudoelen staan fier overeind."
De EU zal in Kopenhagen vasthouden aan 80 procent minder CO2 uitstoot in 2050. Ook is de doelstelling van 30 procent minder uitstoot in 2020 herbevestigd en worden andere ontwikkelde landen opgeroepen ook ambitieuze doelen te stellen. Ondanks een soms heftig oplopende discussie is ook afgesproken dat de luchtvaart in 2020 10 procent minder zal uitstoten dan in 2005. Voor de scheepvaart is de lat op -20 procent gelegd. De EU zal ook inzetten op regels die er voor zorgen dat landgebruik en bossen een permanente bijdrage leveren aan emissiereducties.
Punt van discussie vormen nog de uit Kyoto overgebleven emissierechten. Vooral Oekraine en Rusland hebben daar nog zoveel van, dat zij ook zonder enige inspanning aan de in Kopenhagen vast te stellen doelstellingen zouden voldoen. Los van de politieke onwenselijkheid daarvan, zou het op de markt brengen van die rechten een enorm prijsdrukkend effect hebben op de emissierechten. De Midden-Europese lidstaten hebben ook veel van zulke rechten over. De EU benadrukt echter dat ambitieuze klimaatdoelen moeten worden gesteld in Kopenhagen. Daarbij dient dan wel op gepaste wijze rekening gehouden te worden met eventuele overschotten van rechten. Verder is de afspraak om te onderzoeken welke opties ertoe kunnen leiden dat de hoeveelheid van die rechten tot beheersbare proporties wordt teruggebracht.