Rotterdam, Weert en Zeeburg genomineerd voor prijs polarisatie en radicalisering

Mensen

De gemeenten Rotterdam en Weert en het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg zijn genomineerd voor de gemeenteprijs voor de bestrijding van polarisatie en radicalisering. De prijs is 15.000 euro en een kunstwerk. Minister Ter Horst zal de winnaar op 28 oktober bekend maken op een internationale tweedaagse stedenconferentie in Amsterdam over polarisatie en radicalisering.

Rotterdam is genomineerd voor een project om het pedagogische en didactische niveau van onderwijskundige medewerkers van moskeeën en andere islamitische centra te verbeteren. In een fors aantal trainingen is ook aandacht voor polarisatie en radicalisering, zodat de medewerkers signalen hiervan in een vroeg stadium leren herkennen en weten hoe hierop in te grijpen. Het initiatief voor dit project is genomen door de moskeeën zelf, omdat zij vonden dat het pedagogisch en didactisch niveau van hun onderwijskundige medewerkers te laag was, maar de moskeeën dit als niet-officiële scholen moeilijk zelf wisten te verbeteren.

Weert heeft een vierjarig actieplan geschreven met dertien concrete activiteiten gericht op het bevorderen van weerbaarheid en binding tussen personen en groepen, het vergroten van vaardigheden bij professionals als wijkagenten, jongerenwerkers en leraren, en het vroegtijdig isoleren, indammen en tegengaan van polarisatie en radicalisering. Verder heeft de gemeente een sociaal calamiteitenplan geschreven, dat ingezet wordt om spanningen en sociale onrust te voorkomen.

In het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg zijn opvoedambassadeurs actief, een initiatief afkomstig uit de Marokkaanse gemeenschap en ondersteund door het stadsdeel. De ambassadeurs informeren ouders over het belang van investeren in de opvoeding van hun kinderen en over projecten en regelingen die hen daarbij ondersteunen. Zonodig spreken de opvoedambassadeurs de ouders ook aan op hun eigen rol en betrokkenheid. Ook organiseren zij allerlei activiteiten en discussies over opvoeding en maken zij toezichtwandelingen door de buurt.

De achterliggende gedachte is dat als kinderen in de basisschoolleeftijd een goede opvoeding krijgen en goed opgroeien, hierdoor uitval, maatschappelijke uitsluiting, vervreemding en radicalisering worden voorkomen.