Speech tijdens ‘Inspiratietop’ Kleur in de Klas
Tekst uitgesproken door Marilyn Haime, directeur Inburgering & Integratie van WWI namens minister Van der Laan tijdens de ‘Inspiratietop’ Kleur in de Klas op het ministerie van OCW.
Dames en heren, voorzitter Hilhorst, mevrouw Dijksma,
We willen graag dat onze kinderen opgroeien met het idee dat de wereld groter is dan Nederland en dat geloof, huidskleur of een exotisch-klinkende naam niet eng is of verkeerd, maar anders. Niet oordelen, wel erkennen.
Het is aan ouders dit hun kroost bij te brengen, maar wat er op een school gebeurt, heeft ook veel invloed. Op het schoolplein ontmoeten we voor het eerst de rest van de wereld.
Er is veel veranderd sinds u en ik voor het eerst dat schoolplein opliepen. Nederland is een ander land dan 30, 40 of 50 jaar geleden. En zal over even zoveel tijd weer anders zijn. We passen ons aan, aan de gewijzigde omstandigheden. En dat gaat met horten en stoten.
Nederland heeft altijd met migratie en immigratie van doen gehad. In de jaren vijftig trokken veel landgenoten naar Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Een decennium later kwamen hier Marokkanen en Turken. Door ons aangespoord, omdat we mankracht nodig hadden voor zwaar en vuil werk.
En nog altijd vestigen buitenlanders zich in ons land. Zij worden nieuwe Nederlanders.
Voor hen blijkt de Randstad een populaire plek. De vier grote steden van ons land krijgen, meer dan elders in Nederland, te maken met de voor- en nadelen van immigratie. Binnen de steden zijn specifieke etnische groepen weer sterk vertegenwoordigd in bepaalde buurten en wijken.
De nieuwe bewoners blijken de Nederlandse taal vaak niet machtig en hebben in hun land van herkomst soms nauwelijks opleiding genoten. Deze gebrekkige taalbeheersing voorkomt sociale interactie. Deze ouders circuleren vooral binnen de eigen kliek en ontmoeten geen nieuwe mensen. Andere ouders, die hun zouden kunnen helpen bijvoorbeeld.
U kunt zich voorstellen wat deze achterstand voor de kinderen betekent.
Oorspronkelijke Nederlanders in de wijken voelen zich ook in de steek gelaten. Veel van hen maken deel uit van een kern van actieve bewoners die iets moois van hun wijk proberen te maken, maar vaak ervaren dat alle aandacht uitgaat naar nieuwe Nederlanders.
En deze actieve bewoners die langzaam gedemotiveerd zijn geraakt, zijn ouders van schoolgaande kinderen. En wat doen ze? Ze verhuizen en de kinderen gaan naar witte scholen. Dan staan we niet 1-0 achter, maar 2-0: de diversiteit verdwijnt uit de wijk en de school wordt weer wat donkerder.
Tijdens een wijkbezoek in Amersfoort sprak ik met zulke ouders die spijt hadden dat ze hun kind naar een zwarte school hebben gestuurd.
Voor de zwarte scholen geldt in dit soort gevallen: zorg dat je basis goed is. Daarmee bedoel ik, een goede kwaliteit onderwijs, buitenschoolse opvang, brede school met sport en muziek, en een schoolgebouw met een aansprekende uitstraling.
Mijn ministerie heeft de afgelopen drie jaar allerlei ouderinitiativen gesponsord. Nu zeg ik: de gemeentes zijn aan de beurt. Zorg dat de ouders in uw gemeente gemotiveerd blijven. Hun betrokkenheid bij de school van hun kinderen moet een positieve ervaring zijn.
Ik noem graag een voorbeeld van dit engagement en dat WWI sponsort: OudersconnectLive! is een initiatief van een groep ouders en basisschool de Rietlanden in het Oostelijk Havengebied van Amsterdam.
In maart 2005 verenigden de ouders zich in een panel. Dit panel vindt dat kinderen het recht hebben goed voorbereid te worden op een multiculturele samenleving. Daar is een school voor nodig die een afspiegeling kan vormen van de stad Amsterdam. Een school waar kinderen van jongs af aan in contact komen met de culturele diversiteit die onze samenleving rijk is en zo waardevol maakt.
Ondanks dat de Rietlanden al zo'n 20 culturen vertegenwoordigt, wil de school de dialoog écht op gang brengen. Het ouderpanel wil in samenwerking met de school komen tot een echte gemengde basisschool waar niet wordt gedacht in termen als 'zwart en wit'. Gemengd als vanzelfsprekendheid - net als in de echte wereld.
Deze betrokkenheid mag geen bron zijn van zorg. Geen bron van frustratie. Geen reden voor vertrek!
Dat kán niet zonder hulp van de gemeente. Ik spreek u direct aan: u moet over de brug komen met geld en een competente bestuurlijke ondersteuning.
Op school leren kinderen de taal, normen en waarden, en de geschiedenis van het land waar ze aan hun toekomst bouwen. Ze leren - zonder dat het ze letterlijk verteld hoeft te worden - dat het niet gek is als je klasgenootje uit Irak, Polen, Bulgarije, Zweden of Marokko komt. De school als uitgelezen plaats voor ontmoeting.
De kwaliteit van een school is dus voor mij niet genoeg. Ik wil dat nieuwe Nederlanders meedoen, in de buurt, op hun werk én op school.
Wat mij op het volgende punt brengt: de vrijheid om in Nederland scholen te stichten op basis van onder andere godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging blijft ons uitgangspunt bij het onderwijsbeleid.
Maar er is een probleem: gebrek aan ontmoeting tussen bevolkingsgroepen doet zich voor binnen enkele vormen van bijzonder onderwijs. Dit geldt met name voor islamitische en hindoescholen die overwegend en soms uitsluitend kinderen van nieuwe Nederlanders aantrekken.
Deze scholen bevinden zich bovendien in een kwetsbare positie op het terrein van overdracht van democratisch gedachtegoed en burgerschap. Het is dan ook van het grootste belang dat ook deze scholen volledig deel uitmaken van onze samenleving.
Een compleet zwarte school of een school met alleen maar blanke, Nederlandse kinderen is niet goed voor de scholen zelf, niet goed voor de kinderen en niet goed voor onze samenleving.
Het Kabinet wil dat er meer gemengde basisscholen ontstaan en dat meer contacten tot stand komen tussen leerlingen met een nieuwe en oorspronkelijk Nederlandse achtergrond.
Aan de ouders hier vanavond zeg ik: bedankt voor uw engagement, uw harde werk. Ik hoop dat u het volhoudt, want het is o zo belangrijk wat u doet. En tegen de scholen en gemeenten zeg ik: steun deze ouders. Gemengde basisscholen komen niet vanzelf tot stand, noch blijven zij vanzelf gemengd.
Waar kansen voor kinderen op het spel staan, kan geen tijd verloren worden.