Antwoorden op kamervragen van Leijten over de renteloze hypothecaire lening zonder aflossingsafspraken verstrekt door een gehandicapteninstelling
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DLZ-K-U-2959438
13 oktober 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de renteloze hypothecaire lening zonder aflossingsafspraken verstrekt door een gehandicapteninstelling (2009Z17167).
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de bestuurder van AveleijnSDT een renteloze hypothecaire lening, en pas in 2013 opeisbaar, van 550.000 euro heeft gekregen van de zorginstelling die hij bestuurt? 1)
Antwoord 1
Ik vind de verstrekking van een renteloze hypothecaire lening aan een bestuurder ongepast. Temeer vind ik dat ongepast, omdat aan de bestuurder al een bonus is gegeven en dat deze een waardevastgarantie heeft gekregen voor zijn huis.
Bovendien is deze lening in strijd met de governancecode van de sector.
Vraag 2
Wat is uw oordeel over een Raad van Toezicht dat zo een hypothecaire lening, renteloos en niet opeisbaar tot 2013, goedkeurt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
De instelling doet het volgens de Raad van Toezicht over de afgelopen jaren buitengewoon goed. De Raad van Toezicht zegt tevreden te zijn met de bestuurder en wilde deze graag behouden voor de instelling.
De Raad van Toezicht had deze retentiebonus echter niet moeten toekennen en de bestuurder had deze niet moeten aanvaarden. Financiële belangenverstrengeling kan naar mijn mening niet en ook de schijn daarvan moet worden voorkomen. Het verbaast mij dan ook dat de instelling in haar jaarverslag over 2008 de zorgbrede governancecode enerzijds onderschrijft maar tegelijk die code opzij zet door het toekennen van een dergelijke lening.Overigens vind ik dat bij deze goed betaalde functies extra bonussen, verkapt inkomen en andere extra’s als regel niet passen. Bij deze salarissen moet goed of zelfs excellent functioneren de norm zijn.
Vraag 3
Erkent u dat deze hypothecaire lening, met deze voorwaarden, tot grote frustratie leidt bij het personeel van de instelling, omdat zij zien dat er aan alle kanten tekorten zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Ik kan het gevoel van onrechtvaardigheid goed begrijpen. Zie ook mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Bent u bereid deze lening ongedaan te (laten) maken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
De woordvoerder van de Raad van Toezicht heeft mij zojuist geïnformeerd dat de afspraak om de lening terug te draaien nog niet is uitgevoerd door de bestuurder. Deze afspraak ligt tussen de bestuurder en de Raad van Toezicht en het is in de bestaande rechtsverhoudingen aan deze partijen om er zorg voor te dragen dat de afspraak wordt uitgevoerd.
Vraag 5
Bent u van oordeel dat het een zorgbestuurder past om zo een constructie aan te vragen en te aanvaarden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Wat is uw oordeel over de in de jaarrekening genoemde andere leningen die deze zorginstelling heeft verstrekt? 2)
Antwoord 6
Het is aan de instelling te beoordelen hoe ze het best haar primaire proces ondersteunt.
Vraag 7
Bent u van mening dat geld uitlenen een taak van een zorginstelling is? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Dat is niet de primaire taak van een zorginstelling uiteraard, maar kan op zich goed verenigbaar zijn. Een voorbeeld: In het geval een voetbalclub of een speeltuinvereniging wordt geholpen met een lening en de (gehandicapte) cliënten daar dagbesteding hebben, kan dat passen binnen het (zorg)beleid van de instelling. Het heeft in die gevallen ook een integratie en sociale functie.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het ongewenst is dat deze lening geld onttrekt aan de zorg?
Antwoord 8
Indien deze lening ook betekent dat zorgactiviteiten geen doorgang vinden, dan is dat ongehoord.
Vraag 9
Bent u bereid uit te zoeken hoeveel meer instellingen verstrekken leningen en tegen welke voorwaarden dit gebeurt? Zo ja, wanneer kan de Kamer daarvan een verslag verwachten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zie het antwoord op vraag 10.
Vraag 10
Heeft de Nederlandse Zorgautoriteit dit gegeven bij u gemeld? Zo neen, kunt u nagaan waarom niet? Zo ja, wanneer was dat en welke gevolgen heeft u daaraan gegeven?
Antwoord 10
Dit is een zaak voor de regelgeving van de jaarverslaglegging bij de Wtzi. De IGZ is belast met het toezicht, niet de NZa. De naleving van de governancecode ga ik een onderdeel maken van de jaarverslaglegging Wtzi.
In ieder jaarverslag let de accountant erop dat - primair - de cijfers een juist beeld geven van de financiële situatie en voldaan is aan de wettelijke verplichtingen van de verslaglegging. Leningen en bonussen staan al vermeld in de jaarverslagen. Iedereen kan dat dus al in de jaarverslagen inzien, want deze zijn openbaar.