Antwoorden op kamervragen van Leijten over het niet meer verstrekken van een bloemetje bij een verjaardag, een cadeau met Sinterklaas en het weekendgebak aan cliënten en bewoners van Volckaert-SBO in Oosterhout en Dongen

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2958073

9 oktober 2009
Betreft: Kamervragen

Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het niet meer verstrekken van een bloemetje bij een verjaardag, een cadeau met Sinterklaas en het weekendgebak aan cliënten en bewoners van Volckaert-SBO in Oosterhout en Dongen (200Z16845).

Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

mw. dr. J. Bussemaker


Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten over het niet meer verstrekken van een bloemetje bij een verjaardag, een cadeau met Sinterklaas en het weekendgebak aan cliënten en bewoners van Volckaert-SBO in Oosterhout en Dongen.
(200Z16845)

Vraag 1

Wat vindt u van de brief van de directie van Volckaert-SBO aan de cliënten en bewoners dat vanaf 1 augustus 2009 een aantal zaken zoals een bloemetje bij een verjaardag, een cadeau met Sinterklaas en het weekendgebak niet meer worden verstrekt vanwege de zorgzwaartepakketten?

Antwoord 1

Ik ben van mening dat het de verantwoordelijkheid van de instelling is om cliënten goed voor te lichten over de invulling van de zorg. Ik vind het belangrijk dat
dit type wijzigingen in de diensten aan cliënten wordt afgestemd met de cliënten- raad.

Vraag 2

Onderschrijft u de mening van de cliënten/bewoners dat dit een verschraling van de zorg betekent voor ouderen die toch al “veel gaan inleveren”?

Antwoord 2

Zorg is niet alleen maar helpen met aankleden, wassen en andere feitelijk bezigheden. Bloemetjes en gebakjes voor een verjaardag of andere gelegenheid kunnen de kwaliteit van leven voor een cliënt verhogen. Ik kan mij goed voorstellen dat bewoners het jammer vinden als een instelling aangeeft dat hier geen ruimte meer voor is.

Vraag 3

Bent u van mening dat dergelijke kleine dingen er echt toe doen, zeker voor mensen die vanwege beperkingen gebruikmaken van de ouderenzorg? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 3

Zie mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Onderkent u dat de financiering via zorgzwaartepakketten zal leiden tot zorgverschraling en tweedeling omdat mensen moeten gaan betalen voor een gebakje of een bloemetje?

Antwoord 4

Dit onderken ik niet. Het ministerie van VWS heeft geen signalen van cliënten-organisaties of van brancheorganisaties ontvangen dat zorgzwaartepakketten
ertoe leiden dat gebakjes en bloemen niet meer kunnen. De zorgzwaartebekostiging is geen bezuiniging, maar een herverdeling van de beschikbare middelen. Het kan zo zijn dat een instelling moet afbouwen in budget door de invoering van de zorgzwaartebekostiging. Indien het budget daalt, dan gebeurt dit in 2009 met maximaal 2% van het oude budget. Instellingen maken zelf keuzes hoe zij de beschikbare middelen inzetten en zijn daar zelf verantwoordelijk voor.

Vraag 5

Erkent u dat ouderen met een AOW en klein pensioen al veel moeten inleveren via de eigen bijdrage? Zo nee, vindt u de maximale eigen bijdrage van euro 1838 per maand een reële bijdrage?

Antwoord 5

Ouderen die intramuraal verblijven betalen een eigen bijdrage voor zowel het wonen, de zorg en de verschillende diensten die in een instelling worden geleverd, zoals de maaltijden. Ouderen die intramuraal verblijven hebben dan ook flink lagere maandlasten dan ouderen die niet intramuraal verblijven. Ik vind het dan ook niet onrechtvaardig dat zij een naar verhouding hogere eigen bijdrage betalen dan ouderen die niet intramuraal verblijven. De eigen bijdrage is daarnaast inkomensafhankelijk, zodat iedereen meebetaalt naar draagkracht.

Overigens geldt bij het berekenen van de eigen bijdrage dat ouderen over de eerste euro 381 pensioen (of andersoortig inkomen boven de AOW) per jaar geen enkele eigen bijdrage betalen en dat daarboven een vrijstelling geldt van 25%.

Vraag 6

Bent u van mening dat de piepgrens van ongeveer euro 260 voldoende is om ook nog extra’s te kunnen betalen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 6

In de eigen bijdrage regeling wordt aangesloten bij de normen die gelden voor personen die verblijven in een inrichting, zoals deze worden vastgesteld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de Wet werk- en bijstand. Daarmee is het minimum van het vrij besteedbaar inkomen intramuraal gewaarborgd binnen de overige sociale wetgeving.

Dit minimum vormt het uitgangspunt voor het bepalen van de hoogte van het zak- en kleedgeld. Bovenop dit minimum krijgen alle 65-plussers en wajong-ers (circa 90% van de populatie) nog een extra toeslag. Per 1 januari 2009 heb ik daarnaast nog een korting op de eigen bijdrage ingevoerd van 16% voor alle 65-minners en 8% voor alle 65-plussers. Deze is in de plaats gekomen voor het feit dat verzekerden hun eigen bijdrage niet meer kunnen aftrekken als buitengewone uitgaven voor de inkomstenbelasting. Door het invoeren van een korting voor de gehele intramurale populatie geldt dit voordeel nu voor iedereen en niet alleen voor degene die gebruikmaakte van de buitengewone uitgaven. Door deze maatregelen geldt nu voor de gehele reguliere populatie dat zij meer overhouden dan de bijstandsnorm, zoals deze is vastgesteld door het ministerie van Sociale Zaken.

Daarnaast geldt het normbedrag als absolute ondergrens voor het bepalen of iemand recht heeft op peiljaarverlegging (het zogenaamde ‘piepen’). Omdat het inkomen van twee jaar terug bepalend is voor het vaststellen van de eigen bijdrage kan het voorkomen dat bij een grote inkomensachteruitgang in het huidige jaar, de hoogte van het inkomen niet voldoende is om de eigen bijdrage te betalen. Om na te gaan of iemand niet onder de bijstandsnorm valt wordt gekeken of zijn inkomen na het betalen van o.a. de eigen bijdrage niet onder deze norm valt. Dit kan betekenen dat in een sporadisch geval men net boven de bijstandsnorm uitkomt en het bedrag dat men over heeft voor extra’s één euro of enkele euro’s boven het minimum uitkomt. De peiljaarverlegging is echter altijd tijdelijk van aard en ook deze uitzonderingen zullen na maximaal een jaar het reguliere systeem binnen komen. Gezien het tijdelijke karakter van de peiljaarverlegging en het feit dat dit geldt als laatste vangnet vind ik het rechtvaardig hiervoor als ondergrens de bijstandsnorm te hanteren.

Vraag 7

Bent u bereid te onderzoeken welke wildgroei aan bijbetalingen aan het ontstaan is? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 7

Dit onderzoek is reeds uitgevoerd door Research voor Beleid. Per brief van 23 juli 2009 heb ik uw Kamer het ‘onderzoek vrijwillige bewonersbijdrage’ gestuurd.