Vangstadviezen voor pelagische visbestanden in 2010
Goed en slecht nieuws voor de Nederlandse trawlervissers. Het gaat goed met de makreel en ook de Atlanto-scandische haring in de Noorse Zee doet het goed. Minder goed gaat het met de blauwe wijting. De stand van deze soort is afgenomen.
Op 7 oktober heeft de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (International Council for the Exploration of the Sea, ICES) adviezen vastgesteld voor een aantal visbestanden waar Nederlandse diepvriestrawlers op vissen.
Hieronder volgen de beoordelingen door ICES van de voor Nederland belangrijkste visbestanden.
Blauwe wijting
Door de omvangrijke jonge aanwas was de stand van blauwe wijting in de westelijke wateren in het begin van deze eeuw sterk toegenomen. Hierdoor waren ook recordvangsten mogelijk van rond de 2 miljoen ton. Gedurende de laatste 6 jaar is de stand weer afgenomen door de hoge visserijdruk en weinig jonge aanwas in de jaren 2006, 2007 en 2008. Om te voldoen aan het beheerplan, afgesproken tussen de EU en de kuststaten ('Coastal States'), zal de visserijdruk moeten verminderen. (Coastal States of kuststaten zijn in dit rapport: Spanje, Portugal, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, Denemarken, Engeland, Noorwegen.) Dat resulteert in een Total Allowable Catch (TAC) advies voor 2010 van 540 duizend ton. De toegestane vangst in 2008 was ongeveer 1,25 miljoen ton, in 2009 bedraagt de TAC606 duizend ton.
Makreel
De makreelstand is van 1980 tot 2000 vrij stabiel geweest, maar nam vervolgens af in de eerste 5 jaar van deze eeuw. Sindsdien is er weer sprake van een toename, waardoor het visbestand in 2009, met 2,6 miljoen ton, weer op het historische niveau van de 80/90-er jaren ligt. Ook voor makreel is een internationaal beheerplan van toepassing voor de Coastal States. Volgens dat beheerplan en de berekende omvang van het bestand zou in 2010 een vangst mogelijk zijn van tussen de 527 en 572 duizend ton. De toegestane vangst die overeengekomen is door de Kuststaten in 2009 is 511 duizend ton. In 2009 heeft een aantal landen buiten de vangstafspraken om extra vangstrechten toegekend. Dit schaadt de duurzaamheid van het beheer. Het advies van ICES heeft betrekking op alle makreelvangsten.
Horsmakreel
De Europese Commissie heeft voor horsmakreel in 2007 een meerjarig beheerplan opgesteld. De vangstadviezen van ICES zijn gebaseerd op dit plan. De geadviseerde vangsthoeveelheid voor 2008 tot en met 2010 is 180 duizend ton per jaar. Volgend jaar zullen er nieuwe gegevens verzameld worden over de grootte van het paaibestand, waarna er een nieuw advies gegeven kan worden over de TAC in de jaren na 2010. De TAC in 2009 is 180 duizend ton.
Atlanto-scandische haring
Atlanto-scandische haring wordt in de Noorse zee gevangen. Na de instorting van de visstand in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw heeft dit haringbestand zich sterk hersteld dankzij een aantal sterke broedjaren en een lage visserijdruk. In 2009 wordt de paaistand op een maximum niveau geschat van ongeveer 13,3 miljoen ton. Daarmee is de Atlanto-scandische haring het grootste haringbestand ter wereld. Wegens het uitblijven van nieuwe sterke broedjaren wordt in de komende jaren wordt een daling van het bestand verwacht. Voor het beheer ervan is een internationaal beheerplan van toepassing. De toegestane vangst in 2010 volgens dat beheerplan is 1,48 miljoen ton. De TAC in 2009 is 1,64 miljoen ton.
Vervolg
De ICES-adviezen worden door de lidstaten van de Europese Unie met de visserijsector en met maatschappelijke organisaties besproken. Begin november raadpleegt de Europese Commissie het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties en maakt zij een voorstel voor de vangstmogelijkheden in 2010. Ook zullen met Noorwegen voor de gezamenlijk beheerde bestanden zoals kabeljauw, schol en haring toegestane vangsthoeveelheden moeten worden vastgesteld. De eerste gesprekken hierover vinden begin november plaats. In december 2009 beslist de Europese raad van visserijministers over de vangstquota voor volgend jaar.