Antwoorden op kamervragen van Wiegman-van Meppelen Scheppink over onduidelijkheid rondom de uitvoering van de griepvaccinatie
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 18
2500 EA DEN HAAG
PG-K-U-2958006
12 oktober 2009
Betreft Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) over onduidelijkheid rondom de uitvoering van de griepvaccinatie (2009Z16588).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie) over onduidelijkheid rondom de uitvoering van de griepvaccinatie (2009Z16588).Vraag 1
Kent u het bericht “Overheid onduidelijk over uitvoering griepvaccinatie”? 1)
Antwoord
Ja
Vraag 2
Is het waar dat uw ministerie nog in overleg is met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) over de uitvoering van de griepvaccinatie, maar dat hierover nog geen uitsluitsel is?
Antwoord
Nee, dit is niet waar. In nauwe samenwerking met ondermeer de LHV en NHG is de afgelopen maanden gewerkt aan een landelijk draaiboek vaccinatie Nieuwe Influenza A (H1N1). Er is besloten om de organisatie van de vaccinatiecampagne tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) voor de medische risicogroepen aan te laten sluiten bij het vaccinatieprogramma tegen de jaarlijkse seizoensgriep. Dit programma loopt al gedurende 10 jaar met succes. Dit jaar zullen huisartsen hun doelgroep vaccineren tegen zowel de Nieuwe Influenza A (H1N1) alsook tegen de jaarlijkse seizoensgriep. Het gaat hierbij in totaal om drie prikken per persoon. Twee tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) en één tegen de jaarlijkse seizoensgriep.
De concrete voorbereidingen voor de vaccinatie zijn al volop gaande. Huisartsen zijn op 11 september aangeschreven met het verzoek om vaccins te bestellen tegen Nieuwe Influenza A (H1N1) bij het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) voor de medische risicogroepen en gezonde mensen van 60 jaar en ouder. 75% van de bestellingen is inmiddels binnen. De logistiek is voorbereid om de vaccins snel te distribueren, zodra deze in Nederland beschikbaar komen.
Zorginstellingen zijn verantwoordelijk voor de vaccinatie van hun personeel. Ook zij hebben informatie ontvangen.
Vraag 3
Hoe kan het dat hierover nog steeds geen duidelijkheid bestaat, terwijl volgende maand al met de vaccinatie wordt begonnen?
Hierover bestaat wel duidelijkheid. Zie ook mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Welke vervolgstappen gaat u nemen om zorgverleners te informeren en hen in staat te stellen zich zo goed mogelijk voor te bereiden op de uitvoering van de griepvaccinatie?
Zoals geadviseerd door de Gezondheidsraad heb ik besloten om medische risicogroepen, zwangeren in het tweede en derde trimester, zestigplussers, een deel van het zorgpersoneel en een beperkt aantal mantelzorgers te vaccineren. Alle betrokken zorgverleners zijn hierover geïnformeerd en hebben inmiddels instructies gekregen voor het bestellen van vaccins. Een gedetailleerde instructie voor het oproepen van mensen en het zetten van de vaccinatie zal naar de huisartsen worden gestuurd.
Vraag 5
Wanneer en op welke wijze worden mensen voor wie de griepvaccinatie is bedoeld hierover in kennis gesteld?
Huisartsen versturen een uitnodiging naar patiënten uit de medische risicogroepen, zestigplussers en de bedoelde mantelzorgers, die voor vaccinatie in aanmerking komen. Het RIVM zal de huisartsen verzoeken om hun doelgroepen zo spoedig mogelijk te vaccineren nadat de vaccins bij hem of haar afgeleverd zijn.
De overheid ontwikkelt een folder om de huisarts te ondersteunen in de voorlichting aan zijn patiënten. Die folders worden in week 42 gratis onder huisartsen verspreid zodat zij die mee kunnen sturen met hun uitnodiging.
Ten behoeve van de vaccinatie van gezondheidszorgpersoneel heb ik een achttal categorieën instellingen benoemd die vaccins kunnen bestellen bij het NVI. Hiermee verwacht ik dat aan het grootste deel van het gezondheidszorgpersoneel dat direct contact heeft met patiënten uit de medische risicogroepen, vaccinatie aangeboden kan worden. Het RIVM heeft zorginstellingen uit de betreffende categorieën in week 39 een brief gestuurd. Hierin is informatie opgenomen over de aanpak van de vaccinatiecampagne en het vaccinatieproces, inclusief de bestelprocedure. Deze informatie biedt zorginstellingen in principe voldoende informatie om de vaccinatiecampagne voor hun personeel te kunnen organiseren. Hiervoor zijn zij zelf verantwoordelijk. Indien de instellingen meer informatie willen hebben, dan kan men terecht op de websites van NVI en RIVM of telefonisch contact opnemen via een speciaal voor dit doel ingericht telefoonnummer.
Ten behoeve van het informeren van gezondheidszorgpersoneel ontwikkelt het RIVM een folder die zorginstellingen kunnen gebruiken om hun personeel te informeren.
Zowel de beroepsverenigingen als zorgkoepels worden geïnformeerd over de aanpak van de vaccinatiecampagne. Met hen worden afspraken gemaakt over de vraag hoe de doelgroep ‘gezondheidszorgpersoneel’ gemotiveerd kan worden om zich te laten vaccineren.
1) www.nu.nl, 3 september 2009