Eind dit jaar 150 gemeenten met Centrum voor Jeugd en Gezin
Het aantal centra voor jeugd en gezin dat dit jaar wordt gerealiseerd, is boven verwachting. Eind dit jaar beschikken 150 gemeenten in Nederland over een CJG, 25 meer dan gepland. Dat heeft minister Rouvoet gezegd tijdens het congres ‘Samenwerken voor de Jeugd; topspelers gevraagd’ in Nieuwegein.
Uit onderzoek blijkt dat vooral ouders en jongeren in de grote steden al gebruik maken van de centra, waarvan de eerste enkele jaren geleden werd geopend. Van de steden met meer dan 100.000 inwoners heeft ongeveer 70 procent een CJG. Voor kleine gemeenten ligt dit beneden de 10 procent.
Het aantal nieuwe CJG’s stijgt wekelijks. Deze week openden Almelo, Overbetuwe en Zaltbommel een centrum voor ouders en jongeren. ‘De CJG’s zijn geen doel op zich, maar een middel om ouderen en jongeren beter te bereiken. Een plek waar je makkelijk kunt binnenlopen, ook om andere ouders te ontmoeten en een plek waar samenhang in de buurten wordt versterkt.’
Op het congres, bijgewoond door 1100 professionals uit het lokaal jeugdbeleid, zei Rouvoet dat steeds meer gemeenten licht pedagogische hulp aanbieden. In 2009 geldt dat voor 60 procent van de ruim 440 gemeenten. ‘Een mooi bewijs dat het geld voor jeugd en gezin, zoals weleens wordt beweerd, niet in de bakstenen van de CJG-gebouwen gaat zitten’, aldus Rouvoet.
De minister gaf in Nieuwegein het startschot van de opvoedestafette. Daarmee wil Rouvoet bereiken dat ouders met elkaar en andere opvoeders in gesprek komen over opvoeding. Uit onderzoek blijkt onder meer dat 70 procent van de ouders zich soms geen raad weet met het gedrag van hun kinderen. De CJG’s spelen wat Rouvoet aangaat de komende tijd een belangrijke rol in de opvoedestafette. ‘Ontmoeting maakt het mogelijk het eigen netwerk te versterken. De civil society die zo belangrijk is voor gezinnen en kinderen.’
Tijdens het congres lanceerde Rouvoet de nieuwe privacywegwijzer. Een webapplicatie, waarmee professionals via enkele muisklikken te weten kunnen komen met wie zij welke persoonsgegevens van cliënten kunnen uitwisselen.