70% ouders weet zich soms geen raad met gedrag kinderen
Ongeveer 90 procent van de ouders vindt dat ze zelf hun kinderen goed opvoeden. En ouders zijn ook tevreden over de opvoedvaardigheid van hun partners (80 procent beoordeelt deze als zeer goed). Dit blijk uit een onderzoek van Jeugd en Gezin, uitgevoerd door onderzoeksbureau Ruigrok | NetPanel onder ruim 1100 ouders.
Zo’n 70 procent van de ouders weet zich echter soms geen raad met het gedrag van hun kinderen; bijna de helft van de ouders heeft moeite om consequent te blijven. Een opvoedcursus zien de meeste ouders niet zitten, terwijl tweederde van de ouders wel aangeven dat opvoeden niet vanzelf gaat.
‘Af en toe met je handen in het haar zitten lijkt bij een normale opvoeding te horen; en hoewel ouders beseffen dat opvoeden te leren is, vinden ze de stap naar een cursus te groot. Daarom heb ik initiatief genomen tot het opvoeddebat. In het opvoeddebat gaan ouders en opvoeders met elkaar in gesprek over dagelijkse opvoedingszaken’ aldus minister Rouvoet.’
Uit het onderzoek blijkt verder dat meer dan de helft van de ondervraagden het opvoeden van hun kind(eren) altijd leuk vindt. Ouders vinden de puberteit de moeilijkste fase.
Vandaag geeft Rouvoet in Nieuwegein, bij het congres over lokaal jeugdbeleid het startsein voor de opvoedestafette. ‘Praten over opvoeding moet net zo gewoon worden als praten over het weer. De meeste ouders willen wel kennis en ervaringen over de opvoeding bespreken met anderen. Uit het onderzoek blijkt dat het grootste deel van de ouders wel eens andere kinderen aanspreekt op hun gedrag. Maar ruim een derde van de ouders geeft aan het niet te waarderen wanneer ze ongevraagd advies krijgen van andere ouders.’ Volgens minister Rouvoet een opvallende constatering. ‘Praten over opvoeding betekent dat je je open moet durven opstellen voor een kritische noot.’
Groningen organiseert als eerste een aantal debatten in het kader van de estafette. Daarna volgen Emmen, Den Haag, Muiden, Alkmaar, Lelystad, Enschede , Utrecht en regio Noord Veluwe. Ouders en andere opvoeders gaan in deze debatten met elkaar in gesprek over vragen als: wat is een goede opvoeding? Hoe stel ik grenzen? Wat kunnen ouders en leerkrachten van elkaar verwachten, hebben we dezelfde visie op opvoeding? En wat betekent het om op te voeden in een andere taal en cultuur?
Het organiseren van ontmoetingen tussen ouders, maar ook met andere opvoeders zoals leerkrachten, sportcoaches en leidsters, en het bespreekbaar maken van de opvoeding staat centraal in de debatten. Ouders zijn volgens Rouvoet gebaat bij een sociale omgeving die hen steunt bij de opvoeding. De Centra voor Jeugd en Gezin, scholen en kinderopvangorganisaties kunnen met de organisatie van opvoeddebatten hier een belangrijke bijdrage aan leveren. “Een Centrum voor Jeugd en Gezin is bij uitstek de plek om andere ouders te ontmoeten en over dagelijkse opvoedingsvragen in gesprek te gaan zonder meteen naar een cursus of hulpverleningstraject te worden verwezen.”
De voortgang van de estafette is te volgen via de website www.opvoeddebat.nl.
Eind 2010 worden de resultaten op een afsluitende conferentie gepresenteerd.