Reactie op voorhangprocedure aanwijzing indexatie inkomen vrije beroepsbeoefenaren
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 1 oktober 2009
Betreft: Reactie op voorhangprocedure aanwijzing indexatie inkomen vrije beroepsbeoefenaren
Geachte voorzitter,
Hierbij ontvangt u op uw verzoek van 2 september jl., mijn reactie op de brief van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF) van 9 juli jl. Deze brief heb ik overigens niet in afschrift van de NVLF ontvangen.
In de brief doet de NVLF het verzoek om mijn besluit om het inkomensbestanddeel van de tarieven voor een groot aantal vrije beroepsbeoefenaren te bevriezen, voor de logopedie en foniatrie niet tot uitvoering te brengen.
Tot deze maatregel hebben we in het voorjaar in het kabinet besloten. Daarbij speelde de crisis waarin we verkeren een cruciale rol. De crisis heeft grote gevolgen voor de overheidsfinanciën. Juist vanwege de slechte economische situatie kunnen we niet simpelweg de ontstane problemen op de burger afwentelen via belasting- en premieverhogingen.
Met de maatvoering van deze maatregel ben ik bewust omgegaan. De vrije beroepsbeoefenaren worden wel gecompenseerd voor de kosten waarmee ze te maken krijgen, maar voor een inkomensstijging wordt in de tariefaanpassing geen ruimte opgenomen.
De NVLF geeft aan dat de afgelopen jaren een verzwaring heeft plaatsgevonden van de logopedische taken, met een bijbehorende kostenverzwaring. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen wordt met de NZa en Zorgverzekeraars Nederland gesproken over een in te stellen kostenonderzoek naar de tarieven van de vrijgevestigde logopedisten. Het behoort tot de bevoegdheid van de NZa om een dergelijk kostenonderzoek in te stellen. Mocht hieruit blijken dat de tarieven niet correct zijn, zal er gekeken moeten worden naar een eventuele aanpassing van de tarieven. Dit staat echter los van de huidige maatregel om het inkomensbestanddeel in de tarieven niet te indexeren.
Op dit moment heb ik geen reden om te veronderstellen dat het inkomen in de logopedie en foniatrie te laag is. Ik ben daarom niet voornemens voor hen een uitzondering te maken.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
dr. A. Klink