Antwoorden op kamervragen van Leijten over het onderzoek bij Cordaan
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO/K-U-2953254
Datum 2 oktober 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het onderzoek bij Cordaan (2009Z15101).
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Vraag 1
Kent u het interne onderzoek van Cordaan? 1)
Antwoord 1
Nee, het gaat om een intern onderzoek.
Vraag 2
Is het u bekend dat Cordaan erkent dat het niet goed is gegaan?
Antwoord 2
Cordaan heeft mij bij brief van 24 augustus jl. geïnformeerd. Men stelt dat zij ‘het feit dat cliënten, familie en (oud)medewerkers met klachten de media benaderen uiterst serieus neemt. Allereerst vanwege de inhoud van de klacht zelf. Er kan immers sprake zijn van ernstige incidenten, waarop door de organisatie onvoldoende alert wordt gereageerd. Daarnaast speelt de vraag naar de kwaliteit van de interne communicatie. Een aantal mensen heeft kennelijk het gevoel via direct contact met directie en Raad van Bestuur, medezeggenschap of klachtencommissie onvoldoende gehoord te worden.
Vraag 3
Bent u van mening dat de 64-jarige vrouw die in verwaarlozing terechtkwam, terwijl er thuiszorg had moeten zijn, de eigen bijdrage over de niet ontvangen thuiszorg moet betalen? Zo ja, kunt u dat uitleggen? Zo neen, hoe gaat u dat (laten) regelen?
Antwoord 3
De betreffende mevrouw is in de situatie van verwaarlozing terechtgekomen nadat haar situatie was verergerd en daarop door de thuiszorgmedewerkers, die bij haar zorg verleenden, niet adequaat is gereageerd. Over de thuiszorg die zij wel ontving is zij de eigen bijdrage verschuldigd. Over de zorg die zij – waarschijnlijk ten onrechte is nu gebleken - niet ontving, is geen eigen bijdrage verschuldigd. Ik ga na in hoeverre deze geïnd is.
Vraag 4
Bent u van mening dat Cordaan de ontvangen middelen uit de AWBZ moet terugbetalen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dat verder aanpakken?
Antwoord 4
Er lijkt sprake van ten onrechte niet aangevraagde en niet ontvangen gespecialiseerde thuiszorg. Omdat de zorg niet is aangevraagd, kan de zorginstelling dan ook geen middelen daarvoor ontvangen hebben.
Vraag 5
Bent u van mening dat de buurtgenoot van de 64-jarige vrouw een mantelzorger is? Zo ja, waarom valt zij binnen de definitie?
Antwoord 5
Ik ben niet bekend met de relatie tussen de buurtbewoonster en de 64-jarige vrouw. Bovendien weet ik niet of er sprake is van zorgverlening door deze buurtbewoonster en zo ja, wat de aard en de omvang van deze zorgactiviteiten is. Het is voor mij daarom lastig te beoordelen of er in dit specifieke geval sprake is van mantelzorg.
Ik versta in algemene zin onder mantelzorg langdurende zorg (meer dan drie maanden) die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende (thuis of in een zorginstelling), door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de bestaande sociale relatie. Indien de buurtbewoonster hieraan voldoet is er naar mijn mening sprake van mantelzorg.
Vraag 6
Hoe blijft u op de hoogte van het externe onderzoek dat Cordaan doet naar de vermeende aanwezigheidsregistratie waarover het Parool berichtte? 2)
Antwoord 6
Ik heb Cordaan, in reactie op hun schrijven, gevraagd mij te blijven informeren over de situatie. Daarnaast, zo niet primair, zijn uiteraard de reguliere toezichthouders aan bod zoals het zorgkantoor.
Vraag 7
Bent u bereid de accountant, die de jaarrekeningen in het verleden heeft goedgekeurd, te laten bevragen over hoe hij de boeken heeft gecontroleerd? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kunt u de Kamer daarover informeren?
Antwoord 7
Nee. Ik beschik niet over de bevoegdheid accountants te (laten) bevragen naar de wijze van beroepsuitoefening.
Vraag 8
Erkent u dat de situatie, waarbij alles geregistreerd moet worden in combinatie met bezuinigingen, fraude oproept? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Nee, dat erken ik niet. Ik ben van mening dat het onjuist en ongewenst is om te veronderstellen dat de combinatie registratieplicht en bezuiniging fraude oproept. Een dergelijke veronderstelling houdt geen rekening met de eigen verantwoordelijkheid van een zorgaanbieder. Van een zorgaanbieder mag immers worden verwacht dat hij enerzijds alleen verzekerde zorg levert aan daarvoor geïndiceerde cliënten en anderzijds dat hij een doelmatige uitvoeringsstructuur voor dagbesteding weet te organiseren.
1) http://www.rtvnh.nl?player.php?stream=ItemRadio&item=41357
2) Het Parool, 22 augustus 2009: “Cordaan sjoemelt bij declaraties”