Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
Burgers, bedrijven en instellingen kunnen overheidsinstellingen om een dwangsom vragen als een beslissing op een aanvraag uitblijft. Dit regelt de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, die op 1 oktober 2009 in werking is getreden.
Een overheid die sneller beslist is het doel van de wet. Was dat voorheen niet het geval, nu zijn er consequenties verbonden indien de overheid niet tijdig volgens een vastgestelde termijn beslist. De termijn voor een beslissing staat soms in de wet. Als er geen wettelijke termijn is, geldt een 'redelijke' termijn. Wat redelijk is, hangt af van de soort beslissing.
Aanvragen dwangsom
U stuurt een brief aan het bestuursorgaan als zij de wettelijke of de redelijke beslistermijn overschrijden. In die brief vraagt u om een dwangsom. Daarmee stelt u de overheid ‘in gebreke’.
De overheid heeft dan twee weken de tijd om alsnog een beslissing te nemen. Gebeurt dat niet, dan verbindt de nieuwe wet daaraan twee gevolgen:
-
De dwangsom begint automatisch te lopen:
U heeft recht op een dwangsom voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden. De dwangsom loopt hoogstens 42 dagen en bedraagt maximaal 1260 €; - U kunt direct beroep instellen:
Het is mogelijk om meteen in beroep te gaan bij de rechter. U hoeft dus niet langer eerst bezwaar te maken tegen het uitblijven van een beslissing, zoals in de huidige situatie. Verklaart de rechter uw beroep gegrond, dan is de overheid verplicht om alsnog binnen twee weken beslissen.
Meer informatie vindt u in het dossier Goed openbaar bestuur.