Meer samenwerking pers en publieke omroep
Minister Plasterk maakt zich hard voor een betere, duurzame samenwerking tussen de pers en de publieke omroep.
Blijken in de praktijk belemmeringen, dan is hij bereid daarvoor oplossingen te zoeken. Daarnaast zet hij zich in om te komen tot één distributienetwerk, hetgeen voor kranten kan leiden tot een aanzienlijke kostenbesparing. Hij trekt ook 8 miljoen euro uit voor innovatie van de perssector en 4 miljoen euro voor de aanstelling van jonge journalisten bij dag- én opiniebladen. Het zijn de bladen zelf die deze journalisten selecteren en aanstellen, voor maximaal twee jaar.
Met dit pakket aan maatregelen neemt de minister de meeste aanbevelingen over van de Tijdelijke Commissie Innovatie en Toekomst Pers, onder leiding van Elco Brinkman. De commissie Brinkman heeft eerder de problemen in de perssector onderzocht. De perssector kampt al langere tijd met dalende oplagen en advertentie-inkomsten en met stijgende kosten in productie en distributie. Om uit het dal te klimmen staat de sector voor een meervoudige opgave: zorgen dat hij weer gezond wordt en blijft, bedrijfsmatig innoveren en de innovatie van de journalistieke praktijk oppakken. De minister wil de kranten op de korte termijn helpen om de bedrijfsvoering weer op orde te brengen. De innovatie zullen de uitgevers, hoofdredacteuren en journalisten zelf vorm moeten geven.
In zijn beleidsreactie op het eindrapport van de commissie Brinkman onderschrijft minister Plasterk het belang van een goede samenwerking tussen de pers en de publieke omroep, met name op internet. Zo moet het mogelijk worden dat de publieke omroep beeldmateriaal ter beschikking stelt aan krantensites. De minister wil de aanbeveling van Brinkman om te komen tot regionale mediacentra, waarbij dagbladen en regionale omroep crossmediaal zouden kunnen samenwerken, verder verkennen.
Hij steunt ook het nog te vormen distributienetwerk van de dagbladsector (de bezorging van kranten). De uitgevers komen naar verwachting nog dit najaar met concrete plannen. Plasterk wil verder de Tijdelijke Wet mediaconcentraties verlengen en tegelijkertijd laten onderzoeken of er alternatieven zijn om de pers enerzijds meer ruimte te geven voor de exploitatie van printmedia binnen een crossmediale omgeving en anderzijds te voorkomen dat teveel macht bij één uitgever komt. Ook wordt een onafhankelijk onderzoek naar de rol van het persbureau gestart. De vraag is daarbij of zo'n persbureau (als het ANP en de GPD) onmisbaar is voor het nieuwsbestel van de toekomst en zo ja, wat er dan moet gebeuren om zo'n voorziening overeind te houden.
Het voorstel om via een internetheffing extra geld vrij te maken voor innovatie van de pers neemt de minister niet over. Wel erkent hij dat het in het digitale tijdperk lastig is verdienmodellen voor nieuws te ontwikkelen. De minister is verder niet van plan de publieke omroep reclamevrij te maken. Wel zal hij, samen met staatssecretaris Heemskerk (EZ), een breed reclameonderzoek uitvoeren naar reclamebestedingen in de gehele mediasector. Daarin worden eventuele verdringingseffecten tussen de verschillende gedrukte en audiovisuele media meegenomen. Verder is de minister voorstander van brede beschikbaarheid van programmagegevens van de publieke omroep, zodat ook kranten die integraal zouden kunnen afdrukken, maar wel tegen een redelijke vergoeding.
Op korte termijn kunnen dagbladen een beroep doen op het Stimuleringsfonds om jonge journalisten in dienst te nemen. Met een bedrag van 4 miljoen euro kunnen naar schatting 60 jonge journalisten, voor een periode van twee jaar, in dienst genomen worden. De regeling wordt niet alleen voor dagbladen, maar ook voor opiniebladen opengesteld. Voor de gratis kranten en specialistische kranten die buiten deze dagblad-cao vallen - vier titels in totaal - werkt het Stimuleringsfonds aan een vergelijkbaar alternatief.
Ook heeft de minister 8 miljoen euro extra aan het Stimuleringsfonds gegeven ten behoeve van innovatieve projecten. Minimaal 25 procent van de bestedingen is voor innovatie in de regio. De projecten moeten gericht zijn op journalistieke producten, gericht op de burger en ze moeten vernieuwingen tot stand brengen in inhoud en strekking, exploitatiewijze of vormgeving van journalistieke functies. Deze subsidieregeling wordt nog dit jaar opengesteld.