Haarlemmermeer Lyceum
Toespraak bij de opening van het 50-jarig bestaan van
het Haarlemmer Lyceum 23 september 2009 in Hoofddorp.
Dames en heren,
Frits Bolkestein zei eens over zijn middelbare school: 'Nadien heb ik niets fundamenteels bijgeleerd'. Hij noemde zijn tienerjaren de meest vormende van zijn leven. En eigenlijk ben ik het wel met hem eens. Daarna leer je weinig echte dingen meer bij.
Je leert nog wel veel af, je leert jezelf beter kennen - hopelijk vooral ook wat over je zwakke eigenschappen, wie je bent en wat je echt vindt - maar ook ik kijk terug op mijn middelbare schooltijd als de periode waarin ik het meest breed bezig ben geweest.
Op de middelbare school leert nieuwe talen, brede vakken als geschiedenis of maatschappijleer, wijsheden van de oude Grieken en Romeinen, wiskunde en algebra (en wat hebben inderdaad sommigen daarna nou nog aan?), kortom er ging echt een hele wereld open. Een wereld die dan nog aan je voeten ligt.
Ik ben nu 40 en zat van 1981 tot 1987 op het Haarlemmermeerlyceum. Eerst 4 jaar in Badhoevedorp (op de fiets vanuit Zwanenburg) en de laatste 2 jaren in Hoofddorp.
Ik heb dus in 1984 als leerling het 25-jarig lustrum mee mogen maken en mijn moeder heeft gelukkig het prachtige jubileumboek van de toenmalige leraar Nederlands Cees Johanssen bewaard.
Het jubileumboek heeft geen paginanummers - want Johanssen vond dat 'het jubileumboek het Badhoevedorpse Haarlemmermeerlyceum in zijn totaliteit zou doen herkennen, met de bevestiging in de details'. En ik vind 25 jaar later nog steeds dat hij daar in is geslaagd.
En het Haarlemmermeerlyceum is trouw aan zichzelf gebleven - het is nog steeds een openbare school, met duidelijke uitgangspunten als tolerantie, openheid en eigen verantwoordelijkheid. Dat spatte ook toen al van die ongenummerde bladzijden af. Met die waarden geeft u niet alleen leerlingen lessen voor het leven mee, maar helpt u tolerantie, openheid en verantwoordelijkheidsgevoel in ons land te versterken.
Dat zijn eigenschappen die van Nederland door de eeuwen heen een succesvol, prettig en welvarend land hebben gemaakt. Maar het zijn eigenschappen die we nooit als vanzelfsprekend mogen beschouwen. Goed onderwijs is belangrijker dan ooit. Je ziet het nu in de werkloosheidsstatistieken.
Hoe hoger het onderwijsniveau, des te lager de kans op werkloosheid. Van de jongeren zonder diploma is nu al één op de zeven werkloos, tegenover slechts één op de 14 met een diploma. En we proberen er als kabinet alles aan te doen om jeugdwerkloosheid maximaal te bestrijden door bijvoorbeeld extra stages, goedkopere leerwerktrajecten, afspraken met werkgevers.
Een positief bij-effect van die kredietcrisis is dat meer jongeren kiezen voor een vervolgopleiding. Mits ze goed gemotiveerd blijven, is dat natuurlijk prachtig. In de globaliserende wereld bepaalt goed onderwijs de kansen die jongeren krijgen op de arbeidsmarkt.
Toen ik op school zat, dacht ik dat ik voor werk zou gaan concurreren met andere Nederlandse jongeren. Scholieren van nu weten dat ze zich voorbereiden op concurrentie met jongeren uit de hele wereld - tot India en China toe. Daarom is het belangrijker dan ooit dat scholen ambitie tonen, dat leraren het beste uit hun leerlingen halen en dat leerlingen worden aangemoedigd om uit te blinken.
Collega Ronald Plasterk (minister van Wetenschap, Cultuur én Onderwijs….) heeft eind mei nog eens in het NRC Handelsblad benadrukt dat in het verleden door beleidsmakers te veel de nadruk gelegd op zelfontplooiing van leerlingen en te weinig op leren. Het evenwicht daartussen moet worden hersteld, want op school moet je ook leren, en leren presteren.
Als kinderen thuiskomen, vragen wij ouders - mag ik inmiddels zeggen - vaak: 'Was het leuk'? In plaats van 'Wat heb je geleerd'?
En een andere trendbreuk is dat het stapelen van opleidingen gelukkig weer gezien wordt als iets positiefs. Kinderen die eerst vmbo, dan havo en daarna hbo en zelfs universiteit doen, zijn doorzetters in plaats van 'inefficiënte leerwegen'. Juist vanuit een gezin waar vader en moeder zelf weinig diploma's hebben, gaat de weg naar het hoger onderwijs soms gepaard met tussenstops. En dat is emancipatie in de meest pure vorm.
De leraren spelen daarbij een centrale rol. Degenen die voor de klas staan, bepalen immers de kwaliteit van het onderwijs! Daarom investeren we met het Actieplan Leraren één miljard euro om de positie van de leraren te verbeteren. Materieel en immaterieel. We zetten daarmee een forse stap naar betere beloning, hogere waardering en betere opleidingsmogelijkheden voor leraren.
Ook vanuit mijn perspectief als staatssecretaris van Economische Zaken is dit cruciaal. Want alleen met top onderwijs kunnen we als land internationaal in de top blijven. Ik vind het heel goed dat het Haarlemmer Lyceum een tweetalig curriculum aanbiedt in het VWO. En het versterkte Engelse lespakket voor Havo en Mavo.
Scholieren van nu zijn de werknemers en de ondernemers, de burgers en de beslissers van morgen. Zij bepalen straks hoe we omgaan met complexe problemen als klimaatverandering, migratie en schaarste aan water, grondstoffen en fossiele energie. Ook daarom moeten we kinderen en jongeren een stevige intellectuele bagage meegeven, een creatieve geest en een open blik naar de wereld.
Het is goed om te zien dat mijn oude school zo ambitieus is. Dat de schoolleiding en de leraren het beste proberen te halen uit de leerlingen. Niet alleen intellectueel, maar ook sociaal, emotioneel, creatief en sportief. Dat zijn allemaal zware begrippen en grote woorden die uiteindelijk iedere dag weer in de praktijk gebracht moeten worden. In het klaslokaal, tijdens gymles of bij andere activiteiten. En het zijn de leraren die er de meeste invloed op hebben.
En ook pas 25 jaar later realiseer ik me weer hoe vormend leraren zijn geweest. Als ik even nadenk hoor ik hun stemmen weer, rare eigenschappen of gekke kleding.
En ik ga iets gevaarlijks doen maar toch een paar namen noemen. Daar doe ik leraren die ik niet noem tekort mee en als ik niet uitkijk word ik een sentimentele oude man die alleen nog maar anekdotes vertelt die die zelf leuk vindt, maar toch..
- Mijn leraar Nederlands Wijzenbroek met strenge stencils over hoe je moest schrijven. Beetje a la Louis van Gaal: echt iedere leerling beter maken vanuit een structuur.
- Daar tegenover stond de impressionistische leraar Nederlands Johanssen: iedere leerling had een talent en die moest ontluiken.
- Mijn geschiedenis leraar Roty die uren vertelde. Sommigen luisterden ademloos, anderen kleurden en plakten hun agenda in.
- Pijnenburg die meer over poëzie sprak dan zijn echte vak Engels (domweg gelukkig in de dapperstraat).
- Natuurkunde van meneer Gabes met ontzettend veel Amsterdamse humor. Ontzettend Amsterdams. Dat Staat ook zo treffend omschreven in het jubileumboek: Gabes: Wat is er? Is het Huub? Leerlingen: Nee, een heel vies beest zat eerst op m'n arm en daarna op m'n rug. Gabes: Dus toch Huub.
- Gymles van De Kok en Toeset.
- Biologie van mevrouw Hondius.
- Schoolorkest met meneer en mevrouw Bauer
- Eindexamencabaret onder leiding van economie, maar vooral toneelleraar Richard Noodhoff.
Conrectoren Van Dam, Lohuis en Van Riel en meneer Heus (is 't Heus) die de organisatie draaiende hielden en probleemgevallen opvingen. Conciërge Snijder: 'nors kijken, aardig blijken' schreef mevrouw Van Dam in het lustrumboek.
Rector Arendse wisten we te verleiden tot het plaatsen TV's voor in de tussenuren tijdens de Elfstedentocht. Want we kregen geen ijsvrij. Maar toen die TV's er stonden keek echt de hele school naar Evert van Benthum.
En ik vond en vind het jammer dat de originele school en later dependance in Badhoevedorp niet meer bestaat. Ondanks een 24 uur lesmarathon - mijn eerste echte politieke actie in 4 VWO met Christian van Bruggen. We volgden 24 uur achter elkaar, en juist geen staking. Niet tegen sluiting maar vóór goed en kleinschalig onderwijs (en waren overdonderd en apetrots op alle aandacht van de pers).
Maar ik moet ook toegeven dat deze locatie in Hoofddorp goed is gekozen. We staan hier in het hart van de Haarlemmermeerpolder. Tijdens missies laat ik in het buitenland vaak een plaatje zien van de Haarlemmermeer vóór de drooglegging, en de Haarlemmermeer nu. Achttienduizend hectare drooggelegd land.
Dan refereer ik vaak aan de frase:
'God created the world, but the Dutch created Holland'
(Bestaat de schoolkrant trouwens nog met de mooiste titel die je kunt bedenken: 'Beneden peil'?)
Het Haarlemmermeerlyceum staat in een gebied dat nu tot het economisch hart van Nederland behoort, en dat met de luchthaven Schiphol de fysieke toegangspoort tot Europa is geworden. Buitenlanders zijn daarvan altijd onder de indruk. De Haarlemmermeer symboliseert onze visie, onze inzet, onze durf. Als ik in het buitenland dat plaatje van de Haarlemmermeer laat zien, herinnert het me aan mijn oude school.
Ik hoop dat u de huidige leerlingen net zo'n goede start in het leven kunt meegeven als ik destijds heb gekregen. Dan heeft u het als school, als docenten en iedereen die er aan meewerkt goed gedaan.
Het is een felicitatie waard dat het Haarlemmermeer Lyceum de 50 jaar in zo'n goede gezondheid heeft gehaald. Ik zie daarom de komende 50 jaar met vertrouwen tegemoet.
Dank u wel.