Naar een actief publiek aandeelhouderschap
De ministerraad heeft op voorstel van minister Bos van Financiën ingestemd met de Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid. Met deze nieuwe nota, die de Nota Deelnemingenbeleid uit 2001 vervangt, wordt het accent verschoven van het afstoten van staatsdeelnemingen naar het actief beheren van staatsdeelnemingen.
De Rijksoverheid bezit op dit moment nog ruim 30 staatsdeelnemingen, variërend van de luchthaven Schiphol tot de Gasunie, van de Nederlandse Spoorwegen tot de Westerscheldetunnel, van Tennet tot het Havenbedrijf Rotterdam.
Ten aanzien van privatisering van deelnemingen wordt het uitgangspunt van 'privatiseren, tenzij' verlaten. Slechts als blijkt dat het aandeelhouderschap van de Staat geen of weinig toegevoegde waarde heeft in het kader van de borging van publieke belangen, kan afstoting plaatsvinden. Het uitgangspunt wordt hiermee dus 'publiek, tenzij'.
Het kabinet wil met het aandeelhouderschap nadrukkelijker de publieke belangen behartigen. In de praktische uitwerking hiervan staan vier mogelijkheden centraal: beoordelen van (de invulling van) de strategie, grote investeringsbeslissingen, het bezoldigingsbeleid en de vermogensstructuur.