Toespraak staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdens de regio werktop in Venlo op 21 september 2009
Dames en heren,
Hartelijk welkom op deze regio werktop. De grote opkomst doet mij goed. Dit geeft aan dat de arbeidsmarkt écht speelt in deze omgeving. Eerder vanmiddag had ik het genoegen het nieuwe Werkplein in Venlo officieel te openen. En ik mocht het startschot geven voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid in deze regio.
Het is niet verwonderlijk dat arbeidsmarkt en arbeidsmarktproblematiek hier prominent op de agenda staan. De jeugdwerkloosheid in deze regio is relatief hoog. Aan het begin van de zomer waren meer dan 1600 jongeren werkloos. Traditioneel is de jeugd hier laag opgeleid als je het met andere regio’s vergelijkt. Dat is een extra hobbel om jongeren aan de slag te helpen. Toch zijn er ook kansen. We hebben het hier immers over een economisch bedrijvige regio met een sterke positie in onder meer de logistieke sector. Bovendien krijgt Limburg volgend jaar als eerste regio in ons land te maken met een krimpende beroepsbevolking. Er gaan dan meer ouderen met pensioen dan er jongeren op de arbeidsmarkt komen. Ook dat biedt kansen om jongeren aan werk te helpen.
Nu de werktop. De locatie voor deze top is heel toepasselijk. Domani, de voormalige Dominicanenkerk. Dominicanen worden ook wel ‘actieven’ genoemd. Dat moet u bekend in de oren klinken. Over actieven en activeren gaat het vanmiddag. We willen vooral vooruit blikken. Als het ware door de crisis heen kijken. Naar een actieve toekomst met een opbloeiende economie. Daarin wilt u als werkgever toch geen kansen missen omdat u niet over voldoende gekwalificeerd personeel beschikt? Als u dat met mij eens bent, dan moet u nu al aan de slag. Want het wordt straks weer dringen op de Limburgse arbeidsmarkt. Ik gaf daarnet al aan dat de beroepsbevolking gaat krimpen. Limburg loopt daarbij wat Nederland betreft voorop. Over dertig jaar zijn er in deze provincie de helft minder jongeren dan nu. De beroepsbevolking daalt in die periode met een derde. En er zijn dan vier keer zoveel ouderen. Werkgevers doen er dus goed aan nu al te investeren in hun toekomstige personeelsbehoefte.
Ik hoor u denken: mooi verhaal, maar wij lopen nu vooral harde klappen op door de crisis. Wij hebben maar één doel: overleven met ons bedrijf. Ik begrijp die opvatting, maar toch… Je komt in de kranten alweer positieve verhalen tegen. Verhalen van werkgevers die het ergste achter de rug lijken te hebben. Zoals pas over de transportsector. Ondernemers beginnen zich daar zorgen te maken over toekomstige personeelstekorten. Voor u het weet zit u ook in dat schuitje.
Ik heb zojuist bij de opening van het Werkplein aangegeven hoe belangrijk de regio is bij het oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt. Nu en in de toekomst. Of het nu gaat om het aan de slag helpen van werklozen of om het vervullen van vacatures. Dat moet in de regio worden aangepakt. We kunnen dat niet vanuit Den Haag. U, regionale spelers op de arbeidsmarkt kent elkaar en weet elkaar te vinden als dat nodig is. In het belang van een soepel functionerende arbeidsmarkt. In het belang van bedrijven. In het belang van werknemers en hun gezinnen.
Werkgevers spelen daarbij een hoofdrol. En in die hoofdrol mag u ook wat van de overheid terug verwachten. Op het gebied van dienstverlening, op het gebied van scholing. We willen als overheid vooral faciliteren. We openen in rap tempo Werkpleinen om de dienstverlening te verbeteren. Op steeds meer plaatsen leveren gemeente en UWV hun diensten aan de werkgever via één loket. Eén aanspreekpunt.
Hier in Venlo is op het Werkplein al sprake van integrale samenwerking tussen gemeente en UWV Werkbedrijf. Voor de gemiddelde klant is er in de dienstverlening geen onderscheid meer tussen die twee instanties. En de dienstverlening is niet alleen integraal maar ook klantgericht. Wie het Werkplein binnen komt wordt ontvangen door een gastvrouw die de bezoekers informeert over de wondere wereld van de arbeidsbemiddeling en de inkomensvoorziening. Zelf noemt u dit ‘klantgerichtheid vanuit lef en ondernemerschap’. Ik denk dat dat de goede aanpak is. Een aanpak die zijn vruchten zal afwerpen.
Maar werkgevers verwachten dat UWV Werkbedrijf ook naar hen toekomt. Dat gaan we concreet handen en voeten geven. Ik wil u daar graag bij betrekken. Uw suggesties zijn welkom. Ook deze middag.
Werkgevers kunnen ook veel zelf. In Limburg zijn al twee Poortwachtercentra actief. Het derde initiatief komt nu van de grond in deze regio. Poortwachtercentra kunnen een belangrijke rol spelen bij de bemiddeling van werk naar werk en bij re-integratie. Ik roep werkgevers op om zich aan te sluiten bij deze centra.
En we doen nog meer. We trekken veel geld uit voor scholing. Er is geld voor Ervaringscertificaten waarmee werknemers hun kansen op de arbeidsmarkt kunnen verbeteren. Het kabinet heeft besloten een scholingsbonus in te voeren voor werkgevers die iemand aannemen die elders zijn baan dreigt te verliezen. We ondersteunen u, werkgevers, op veel terreinen.Zo kunt u ook het tijdelijk contract met jongeren vanwege de crisis nog een jaartje verlengen, om te voorkomen dat u hen noodgedwongen op straat moet zetten.
Maar veel hulp kan alleen effectief zijn als gemeenten, UWV en scholen voldoende zicht hebben op uw wensen en behoeften. Naar wie bent u op zoek? Technici? Managers? Verkopers? Of zoekt u omscholing voor uw werknemers? En op welke termijn? Morgen? Volgende week? Werkgevers zouden hier goed inzicht in moeten geven. En vooral op tijd. UWV kan niet altijd direct de volgende dag aan de vraag naar bijvoorbeeld tien ervaren vrachtwagenchauffeurs voldoen. Het lijkt me trouwens sterk dat een bedrijf zo’n uitbreiding niet ziet aankomen. Als er tijdig aan de bel wordt getrokken kunnen we beter helpen.
Ik realiseer me dat het voor grote werkgevers makkelijker is om in de toekomst te kijken dan voor kleine. Ik kan me voorstellen dat we werkgevers gaan helpen bij het onderzoeken van hun toekomstige personeelsbehoefte. Het UWV Werkbedrijf zou hier een prima rol kunnen gaan spelen. Hulp bij het in kaart brengen van de personeelsvraag zou onderdeel kunnen worden van de dienstverlening.
Dames en heren. De crisis heeft ervoor gezorgd dat creatieve oplossingen zijn gevonden om mensen aan de slag te houden. Dat is goed. Want die mensen heeft u al binnen uw muren als het straks weer dringen mocht worden op de arbeidsmarkt. Ik hoor weleens kritiek op bijvoorbeeld de deeltijd-WW maar voor bedrijven en mensen met perspectief na de crisis is het wel een uitkomst, laten we dat niet vergeten. Die mensen blijven fit voor betere tijden.
Er is er een groep werknemers die ik vanmiddag uitdrukkelijk onder uw aandacht wil brengen. Voor wie ik uw inzet nodig heb. Mensen met beperkingen. Mensen die niet in staat zijn zonder steuntje in de rug bij een gewone werkgever op een gewone plek aan de slag te gaan. Zeg maar de mensen die je onder meer tegenkomt in de sociale werkvoorziening en de Wajong. Met name het aantal Wajongers groeit snel, we moeten hen ook perspectief proberen te geven. Die mensen zouden in de toekomst meer en meer zo’n gewone baan bij een gewone werkgever moeten hebben. Dat is belangrijk voor hun ontplooiing. Zij willen dat vaak maar wat graag. Op zo’n plek kunnen zij prima tot hun recht komen. Zij kunnen een waardevolle bijdrage aan de samenleving leveren. En aan uw bedrijf.
De praktijk leert dat werkgevers, vooral in het midden- en kleinbedrijf, niet zomaar mensen met een beperking in dienst nemen. Loonkosten, administratieve lasten, begeleiding en de onzekerheid of iemand wel kan meedraaien zijn nogal eens een beletsel om iemand aan te nemen. Dat is lang niet altijd terecht.
Werkgevers die wél mensen met een beperking in dienst hebben zijn juist heel tevreden. Werknemers met een beperking maken hun productiviteit waar, zijn gemotiveerd, hebben een positieve invloed op de werksfeer. En – niet onbelangrijk voor u als werkgever – zij hebben een positieve invloed op het imago van het bedrijf.
Kortom: kijk bij de vervulling van vacatures, nu en in de toekomst, óók naar deze mensen. Werkgevers die dit doen bevinden zich in goed gezelschap. De Stichting van de Arbeid heeft immers vorig jaar al een aanbeveling gedaan om werkplekken te creëren voor mensen met een beperking. Ondanks de huidige economische crisis.
Dames en heren ik ga afsluiten. De bedoeling van deze middag is om vooruit te kijken. Naar de tijd ná de crisis. Ik wil ook even vooruit kijken in het programma van vanmiddag. Er staan onder meer bijdragen op van de heren Jongejan en Goossens, respectievelijk van CNV en Dion.
De heer Jongejan zal ingaan op het ‘Maaslandmodel’ waarin mensen een participatierecht in plaats van een socialezekerheidsrecht krijgen. De regionale partner zijn verantwoordelijk om dit recht te verwezenlijken. De heer Goossens kan u veel vertellen over het op regionaal niveau oplossen van knelpunten op de arbeidsmarkt.
Ik ben benieuwd naar hun verhalen, net als overigens naar het verhaal van de heer Rinnooy Kan.
Ik ben ervan overtuigd dat het een vruchtbare middag wordt. Dat we straks in beeld hebben hoe we de uitdagingen na de crisis aankunnen. Helaas moet ik rond 17.30 weg. Ik kan dus niet bij de gedachtenwisseling aan het eind van de middag zijn. Maar ik hoor graag wat daar uit is gekomen. Die uitkomsten zal ik zeker gebruiken als we verder nadenken over de dienstverlening aan werkgevers.
Dank u wel.