Van der Laan: 'Vertrouwen in maatschappelijke rol woningbouwcorporaties'
Het sectorbeeld van de vermogenspositie van woningcorporaties blijft ondanks de kredietcrisis positief. Dat concludeert minister Van der Laan van Wonen, Wijken en Integratie uit het Sectorbeeld voornemens woningcorporaties van het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV) in een brief aan de Tweede Kamer.
De financiële doorrekeningen van het CFV maken duidelijk dat het voor de corporaties financieel zwaarder dan voorheen is geworden om hun maatschappelijke taken te blijven realiseren. Toch is Van der Laan van mening dat de sector genoeg vermogen heeft om die maatschappelijke taken te blijven vervullen. Ook stemt hem tevreden dat op middellange termijn ruim 90 procent van de corporatievoorraad woningen uit het goedkope of betaalbare segment bestaat.
De voorgenomen investeringsuitgaven voor de komende 5 jaar bedragen ruim 51 miljard euro, tegen ruim 50 miljard euro in de vorige vijfjaarsperiode. Bij de huidige kredietcrisis is dat een positief beeld, aldus de minister. De investeringen per woning in de 40 wijken is 53 procent hoger dan daarbuiten. Dat verschil is slechts 3 procent kleiner dan vorig jaar.
De toename van het aantal B-corporaties van 12 naar 35 vindt de minister een zorgelijke ontwikkeling die hij nauwlettend wil bezien. B-corporaties zijn corporaties waar de financiële continuïteit binnen enkele jaren in gevaar kan komen. Van der Laan begrijpt dat de kredietcrisis het moeilijker maakt om woningen te verkopen en zo de vermogenspositie te verstevigen. Dat kan betekenen dat corporaties hun investeringen deels uitstellen totdat de markt weer aantrekkelijker is. De minister vindt dat begrijpelijk en verstandig, mits zij zich maximaal hebben ingespannen om de lokale bouwopgave toch te realiseren en steun zoeken bij elkaar bij het doen van de noodzakelijke investeringen in de wijk of gemeente.