Verruiming kredietverlening aan bedrijven
Het maximumbedrag voor een krediet waarvoor een bedrijf een garantie kan krijgen via de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) wordt verhoogd van 50 miljoen euro naar 150 miljoen euro. Dat schrijft minister Van der Hoeven dinsdag 15 september 2009 aan de Tweede Kamer in reactie op een motie van de Tweede Kamerleden Ten Hoopen en Gesthuizen.
Bedrijven ondervinden nog steeds problemen bij het aantrekken van krediet. Het financieringsinstrumentarium wordt daarom uitgebreid via de volgende maatregelen:
- Het maximumbedrag voor een krediet waarvoor een onderneming een garantie kan ontvangen via de Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) - waarbij de overheid voor 50% garant staat voor de lening - wordt verhoogd van euro50 naar euro150 miljoen. Verder heeft de minister de intentie om bankgaranties binnen de GO mogelijk te maken. Dit helpt vooral bedrijven in de maakindustrie en de bouw, omdat deze vaak al vóór aanvang van een project aan de opdrachtgever een bankgarantie moeten kunnen laten zien.
- De GO en de eerder verruimde borgstellingsregeling voor het MKB (BMKB) zijn verlengd en zullen nu gelden tot eind 2010.
- Tot slot wordt de maximumgarantie op nieuw aan te trekken eigen vermogen binnen de groeifaciliteit verhoogd naar euro25 miljoen. Hiermee wordt het aantrekken van risicodragend vermogen vergemakkelijkt.
In de motie was gevraagd om inzichtelijk te maken onder welke voorwaarden het kabinet bedrijven in deze economische crisis ondersteunt. In reactie hierop geeft minister van der Hoeven aan dat het kabinet terughoudend is met directe steun aan individuele bedrijven die in moeilijkheden raken. In uitzonderlijke gevallen dat de overheid steun aan een individueel bedrijf overweegt, gelden strenge voorwaarden. Een belangrijk criterium is het belang van de onderneming voor de economie en de eventuele schade in de vorm van een kettingreactie bij andere bedrijven. Een voorbeeld hiervan is een bedrijf dat een centrale positie inneemt in een netwerk voor R&D activiteiten. De eventuele directe steun van de overheid aan in de kern gezonde bedrijven moet in ieder geval een tijdelijk karakter hebben en er moet sprake zijn van een substantiële bijdrage van private partijen. Bovendien moet de eventuele steunverlening passen binnen de Europese regels voor steun aan ondernemingen in moeilijkheden.