Begroting 2010 - Jeugdwerkloosheid
In de begroting 2010 hebben minister Donner en staatssecretaris Klijnsma maatregelen genomen die vooral moeten voorkomen dat jongeren door de crisis lang aan de kant blijven staan.
Actieplan jeugdwerkloosheid
Het kabinet wil voorkomen dat jongeren langdurig aan de kant staan zoals in de jaren tachtig van de vorige eeuw is gebeurd en vindt het snel nemen van extra maatregelen voor jongeren daarom van groot belang. Het Actieplan Jeugdwerkloosheid (euro250 miljoen over 2009-2011) bevat diverse maatregelen, waarbij gekozen is voor een regionale aanpak. Dit maakt maatwerk mogelijk. De dertig regionale convenanten met gemeenten en bedrijven met lokale en regionale acties tegen jeugdwerkloosheid vormen een belangrijk onderdeel van het actieplan (euro153 miljoen). Een groot deel van het geld voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid is gereserveerd voor 2010. Het actieplan komt bovenop bestaande mogelijkheden om mensen die werkloos raken aan een baan te helpen. Het geld voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid is voor een deel afkomstig van de ministeries van OCW en Jeugd en Gezin.
Wet investeren in jongeren (WIJ)
Op grond van de Wet investeren in jongeren (WIJ) zijn vanaf 1 oktober 2009 gemeenten verplicht om jongeren tot 27 jaar die niet werken of leren binnen twee maanden een werkleeraanbod te doen. Het werkleeraanbod kan bestaan uit een baan, scholing of een combinatie daarvan. Scholing (leeraanbod, stages of ervaringsplaatsen) kan bij jongeren worden ingezet om beroepsvaardigheden op peil te houden of om nieuwe vaardigheden te leren. De kansen voor jongeren op de arbeidsmarkt worden hiermee vergroot. Werkgevers en werknemersorganisaties hebben ook toegezegd om voor extra stageplaatsen te zorgen. Om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren zijn leerwerkplekken gecreëerd bij de plusvestigingen van de regionale Loketten voor Werk en Inkomen.
Vanaf 1 juli 2010 geldt het werkleerrecht voor alle jongeren tot 27 jaar met een bijstandsuitkering.
Langer tijdelijk werken
In aanvulling op deze maatregelen zal het kabinet het met het oog op de crisis tijdelijk mogelijk maken dat een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij jongeren tot 27 jaar langer en vaker mag worden aangegaan. Voorgesteld zal worden (naar aanleiding van de motie-Rutte uit de Tweede Kamer) de 'ketenbepaling' uit het Burgerlijk Wetboek aan te passen zodat pas na vier jaar (nu drie) of pas bij een vijfde opeenvolgende arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (nu vier) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Achterliggende gedachte is dat bij het aflopen van de uiterste termijn van een tijdelijk contract, werkgevers in de huidige tijd doorgaans minder genegen zullen zijn om een nieuwe tijdelijke werknemer aan te trekken en in te werken, maar eventueel wel een ingewerkte persoon nog tijdelijk in dienst zullen willen houden.
Vrijstelling premiebetaling en loonbelasting
Om het in dienst nemen van jongeren beneden de 23 jaar makkelijker te maken stelt het kabinet voor dat de werkgever wordt vrijgesteld van premiebetaling en loonbelasting bij werk van geringe omvang. Het levert een vermindering van administratieve lasten en van arbeidskosten op.
Meer informatie
De volledige SZW-begroting vindt u hier.